8.5 gedrag bij mensen

Thema 8. Gedrag
8.5 Gedrag bij mensen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 8. Gedrag
8.5 Gedrag bij mensen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen
- Herhalen 8.4
- Uitleg 8.5
- Aan de slag met huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Wat is dit voor
gedrag
A
territoriumgedrag
B
Broedzorg
C
baltsgedrag
D
imponeergedrag

Slide 3 - Quizvraag

Wat is dit voor
gedrag
A
territoriumgedrag
B
Broedzorg
C
baltsgedrag
D
imponeergedrag

Slide 4 - Quizvraag

Mensen en dieren vertonen beide territoriumgedrag
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van
A
dreiggedrag
B
vluchtgedrag
C
baltsgedrag
D
territoriumgedrag

Slide 6 - Quizvraag

Welke vorm van gedrag is dit?
A
Voortplantingsgedrag
B
Broedzorg
C
Baltsgedrag
D
Territoriumgedrag

Slide 7 - Quizvraag

Een voorbeeld van een gedragsketen is paringsgedrag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de leider van de groep?
A
Dominant
B
Onderdanig
C
Rangorde
D
De grootste

Slide 9 - Quizvraag

Basisstof 8.5
Gaat over:
- Communicatie tussen mensen
- Normen en waarden
- Rolgedrag en rolpatronen

Slide 10 - Tekstslide

aangeboren/aangeleerd
Aangeboren gedag = erfelijke factoren (genen) bepalen gedrag
- wordt bij dieren vaak instinct genoemd

Aangeleerd gedrag = gedrag ontstaan door leren

Gedrag is vaak een combinatie van aangeboren en aangeleerd gedrag.

Slide 11 - Tekstslide

Aangeboren gedrag
Aangeleerd gedrag

Slide 12 - Tekstslide

Communicatie
Signalen tussen elkaar: verbaal en non-verbaal
Veel communicatie wordt aangeleerd:
  • Schrijven / tekenen
  • Muziek / film maken
  • Gebaren
  • Omgangsvormen

Slide 13 - Tekstslide

Normen en waarden
Waarden: een opvatting over wat belangrijk is. Bijvoorbeeld: eerlijkheid.
Normen: (ongeschreven) gedragsregels die gebaseerd zijn op waarden. Bijvoorbeeld: niet stelen, niet liegen, niet spieken.

Soms botsen normen, bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting en geen discriminatie.

Slide 14 - Tekstslide

Rolgedrag en rolpatroon
Op verschillende momenten heb je steeds een andere rol, bijv:
- Leerling
- Zoon/dochter
- Vriend/vriendin

In elke rol wordt een bepaald gedrag van je verwacht

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Rolpatroon
Al het gedrag dat bij een bepaalde rol hoort heet een rolpatroon

Bekend voorbeeld: man-vrouwrolpatroon
  • Man werkt buitenshuis
  • Vrouw kookt, maakt schoon en zorgt voor kinderen

Slide 17 - Tekstslide

Sleutelprikkel
Gedrag van mensen wordt gestuurd door sleutelprikkels en supranormale prikkels

Sleutelprikkel -> een prikkel die een vaste reactie veroorzaakt

Slide 18 - Tekstslide

Supranormale prikkel bij een vrouw
Supranormale prikkel bij een man

Slide 19 - Tekstslide

overeenkomsten dieren/mens

- gedrag bepaald door erfelijke factoren en leerprocessen
- gevoelig voor sleutelprikkels en supranormale prikkels
- territoriumgedrag, imponeergedrag, dreiggedrag

Verschillen dieren/mens

- gedrag mens sterker bepaald door leerprocessen
- mens kan gedrag beoordelen adhv normen / waarden


Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag
3 vmbo gt
8.5 opdracht 34,35,39,40

Slide 21 - Tekstslide