Les 3 dinsdag les ww op -er en futur proche

Bonjour la classe!
Aujourd'hui c'est 
le 4 février 2020
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bonjour la classe!
Aujourd'hui c'est 
le 4 février 2020

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est que nous avons fait déjà?
- In duo's
- Schrijf kort op wat wij de afgelopen lessen hebben gedaan.

Slide 2 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on a fait?

Slide 3 - Woordweb

- Werkwoorden (les verbes): avoir, être, aller
- Werkwoorden op - ER
- Futur proche
Le programme d'aujourd'hui

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Je donn_________

Slide 6 - Open vraag

Tu donn________

Slide 7 - Open vraag

Il/elle/on donn________

Slide 8 - Open vraag

Nous donn_________

Slide 9 - Open vraag

Vous donn_______

Slide 10 - Open vraag

Ils/elles donn_________

Slide 11 - Open vraag

De uitgangen van de werkwoorden op -ER
Je donne
Tu donnes
Il/elle/on donne
Nous donnons
Vous donnez
Ils/elles donnent

Slide 12 - Tekstslide

Kies er twee:
  • Praten
  • Beginnen
  • Helpen
  • Zijn

Vertaal en vervoeg nu zelf:

Slide 13 - Tekstslide

Le futur proche

Slide 14 - Tekstslide

Stappenplan futur proche
Bijvoorbeeld de zin: Je mange une tartine
  • Zoek het onderwerp in de zin (Je)
  • Zoek de persoonsvorm (mange)
  • Schrijf het onderwerp over (Je)
  • Vervoeg het werkwoord aller (past bij onderwerp) (je vais)
  • Onderwerp + vorm van aller + infinitief (Je vais manger)
  • Rest van de zin aanvullen: je vais manger une tartine

Slide 15 - Tekstslide

Maken:
- Oefening in werkboekje

Slide 16 - Tekstslide

Elle _______ habiter à Marseille.
A
va
B
vais
C
vont
D
vas

Slide 17 - Quizvraag

Je _________ donner un livre.
A
va
B
vais
C
allons
D
vont

Slide 18 - Quizvraag

Vous _________ acheter un chien.
A
allons
B
allez
C
vont
D
vais

Slide 19 - Quizvraag

On va jouer

Slide 20 - Tekstslide

Terugblik:
  • Werkwoorden avoir, être en aller
  • Werkwoorden op -ER
  • Futur proche


Slide 21 - Tekstslide

La semaine prochaine:
Laatste keer alweer....le temps passe vite!
We gaan verder met de werkwoorden!



Bon courage pour le test et à la semaine prochaine!

Slide 22 - Tekstslide