inleiding + hfdst 1 Gedrag observeren en interpreteren

Sociaal gedrag

Inleiding 'Hoe kijk ik naar de anderen?'
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
GedragswetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Sociaal gedrag

Inleiding 'Hoe kijk ik naar de anderen?'

Slide 1 - Tekstslide

Tinder, is het een match?

Slide 2 - Tekstslide


ja
nee

Slide 3 - Poll

Tinder, is het een match?

Slide 4 - Tekstslide


ja
nee

Slide 5 - Poll

Tinder, is het een match?

Slide 6 - Tekstslide


ja
nee

Slide 7 - Poll

Tinder, is het een match?

Slide 8 - Tekstslide


ja
nee

Slide 9 - Poll

Tinder, is het een match?

Slide 10 - Tekstslide


ja
nee

Slide 11 - Poll

Tinder, is het een match?

Slide 12 - Tekstslide


ja
nee

Slide 13 - Poll

Waarom vormen we in korte tijd een beeld van iemand?

Slide 14 - Open vraag

Wie wil je het liefst leren kennen en waarom? 
Pag.4

Slide 15 - Tekstslide

Waarom vormen we in korte tijd een beeld van iemand?
  • We proberen zo snel mogelijk de andere te begrijpen om orde brengen in ons hoofd (verwerken van info in het brein)
  • We willen de andere goed kunnen inschatten, zodat we goed kunnen reageren: overlevingsmechanisme dat dateert uit de oertijd
  • Na 0, 2 seconden vormen we een eerste indruk over iemand, dit op basis van geur, stem en uiterlijk

Slide 16 - Tekstslide

Sociaal gedrag
Hoofdstuk 1: Gedrag observeren en interpreteren

Slide 17 - Tekstslide

Gedrag observeren en interpreteren

Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen:
  • concreet waarneembare feiten
  • interpretaties 

Slide 18 - Tekstslide

OPDRACHT

Oefening rond waarneming.
Wat zie je?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Bespreking
Oefening rond waarneming

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

OPDRACHT


Wat gebeurt er volgens jou?

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Wat gebeurt er volgens jou?

Slide 39 - Open vraag

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Heb je nu een andere mening?

Slide 42 - Open vraag

Gedrag observeren en interpreteren

  • We zien misschien allemaal hetzelfde, maar verwerken wat we zien elk op onze eigen manier in ons hoofd
  • Vaak is dit het gevolg van de wisselwerking tussen de persoon en zijn omgeving 

Slide 43 - Tekstslide

Persoonskenmerk: 

Een eigenschap of karaktertrek van een individu die invloed heeft op zijn/haar gedrag. Voorbeeld: perfectionistisch, empatisch, conflictvermijdend…
Situatiekenmerk: 

Een kenmerk van de context waarin gedrag plaatsvindt en dat het gedrag beïnvloedt. Voorbeeld: groepsdruk, zorgsituatie, sociale setting…


Slide 44 - Tekstslide

sociaal gedrag...
is al het gedrag dat mensen (of dieren) vertonen in relatie tot anderen. Het gaat dus om hoe we ons gedragen in contact met anderen in de samenleving of in een groep.

Slide 45 - Tekstslide

OPDRACHT p.6

Lees de situaties. Beschrijf het gedrag vanuit de persoonskenmerken en de situatiekenmerken. Doe daarbij een beroep op je mensenkennis.
timer
30:00

Slide 46 - Tekstslide

Gedrag observeren en interpreteren

Bij het analyseren van deze situaties kun je een onderscheid maken tussen wat je observeert en wat je interpreteert.  

Slide 47 - Tekstslide

Observeren...

je verzamelt  objectieve gegevens door middel van zintuigelijke waarneming.


Interpreteren...

je geeft betekenis aan de waargenomen zaken. Je probeert de waargenomen zaken (jouw observaties) te begrijpen en verklaren op basis van je eigen kennis, ervaring en overtuigingen.

Slide 48 - Tekstslide

Definitie gedrag

Gedrag komt tot stand via een wisselwerking tussen persoonskenmerken (P) en situatiekenmerken (S). Gedrag kunnen we zien als een resultaat van functie (F), waarbij persoonskenmerken en situatiekenmerken met elkaar interageren.

Slide 49 - Tekstslide

Definitie gedrag
Psychologen geven dat weer in een formule: G = F(P xS).


Dit kun je vertalen als: je gedrag is enerzijds het resultaat van de beïnvloeding van de situatie waarin je zit, anderzijds van je kenmerken, wie je bent.

Slide 50 - Tekstslide