week 49 1D - Ma maison

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Bonjour!  

Ça va?

Ha, ha!

Ik maak aantekeningen van degenen die niet hallo tegen mij hebben gezegd... Non, c'est une blague!

Chapitre 5 - J'habite ici!

Thème - La maison, la famille et la chambre

Les objectifs du cours

À la fin du cours...

Grammaire: Je herhaalt le verbe avoir + chiffres et nombres 1t/m20 + l'adjectif (bijvoeglijk naamwoord).

 

- Je kan de tekst 'j'habite ici!' (leçon 5) begrijpen.

Le programme

1. Révision (herhaling) de la grammaire > in LessonUp.
2. 1. Regardez et lisez ensemble! > tekst 'j'habite ici' (blz.32).
3. Les expressions + prononciations (blz.33).

Ensuite... in je livre d'exercices: 

Je bent klaar met leçon 1, 2, 3 en 4.

> Je maakt leçon 5.

Qu'est-ce qu'on va faire ?

Qu'est-ce que tu as déjà appris ?

1. Het ww - avoir (hebben) + ww être
2. L'adjectif (v) -(het bijvoegelijk naamwoord)
   
3. Le vocabulaire leçon 1, 2, 3 et 4 (chapitre 2).
   
4. Les chiffres 1t/m20.

Sleep de getallen naar de juiste plaats op de lineaal :

treize

trois

zéro

six

onze

seize

vingt

Quels materiels as-tu besoin maintenant?

Ouvrez vos livres de texte! 

> Chapitre 2 - leçon 5 (page 32)

Wat betekent het titel 'j'habite ici' in het NL?

Wat zie je op deze afbeelding?

Wat denk je dat 'tu habites où' betekent?

Wat betekent la rue in het NL, alweer? Het woord heb je in lecon 1 geleerd. 

En wat betekent une maison in het NL? Et un appartement?

Met wie woont Damien?

Hoe ziet het appartement eruit?

Wat denk je dat Olivier en Damien aan het doen zijn?

Damien habite où?

1. Dans un appartement
2. Dans une maison

Met wie woont hij in een appartement?

Il habite dans quelle rue?

1. La rue Jean Jaurès
2. La rue de la Poste

L'appartement est...

1. petit et laid
2. grand et joli

Tiens, regarde l'autre photo... over welke photo gaat het? De linker of de rechter?

Weet je wat la ferme betekent in het NL?

Wat betekent papi in het NL? Van wie is de boerderij?

Hoe ziet de boerderij eruit?

Qui est-ce = wie is dat!

Wie is 'c'est moi!' op de foto?

Hoe oud is Damien op de foto?

En wie is mamie in het NL?

Qu'est-ce que c'est?

Quel âge à Damien sur la photo?

1. Il a 12 ans
2. Il a 7 ans

Qui est-ce?

1. C'est mamie et papi
2. C'est moi!

Heeft Damien een photo van zijn slaapkamer (sa chambre)?
Wat staat in zijn slaapkamer? En waar?>Onder (devant) het raam (la fenêtre).

Heeft hij een dier (un animal)? Zo ja, welke?

Hoe heet zijn kat?

Waar (où) is vaak zijn kat? Onder (sous) het bed. 

Wat staat er in de kamer van Damien?

1. Il y a un grand bureau devant la fenêtre.
2. Il y a un petit lit devant la fenêtre.

Qui est Grisou?

https://we.tl/t-zWed4aphZL

Je bent klaar met leçon 1, 2, 3 en 4 > Je maakt leçon 5!

+ video's > in SOM