klas 2 over taal blok 1 en 2
Bestaat uit =
A
is samengesteld uit
B
is van toepassing op
C
duidelijk gemaakt
D
belemmeren
1 / 15
Onderdelen in deze les
Bestaat uit =
A
is samengesteld uit
B
is van toepassing op
C
duidelijk gemaakt
D
belemmeren
Slide 1 - Quizvraag
belemmeren=
A
bijhouden
B
tegenhouden
C
aanhouden
D
vasthouden
Slide 2 - Quizvraag
een feit=
A
een mening
B
iets wat niet waar is
C
bedenksels
D
iets wat waar is
Slide 3 - Quizvraag
wrijving=
A
heel snel
B
iets oppoetsen
C
iets aanzetten
D
ruzie
Slide 4 - Quizvraag
hooggespannen=
A
heel grote
B
heel hoge
C
heel dikke
D
heel lange
Slide 5 - Quizvraag
verhelpen=
A
helpen
B
oplossen
C
vervolgens
D
vergeten
Slide 6 - Quizvraag
vervolgens=
A
daarheen
B
volgen
C
daarna
D
vervolgen
Slide 7 - Quizvraag
tevergeefs=
A
voor niets
B
voor altijd
C
nergens
D
nooit
Slide 8 - Quizvraag
desondanks=
A
heb nodig
B
heb niet nodig
C
eerst
D
toch
Slide 9 - Quizvraag
het systeem
A
manier waarom je iets doet
B
manier waarop iets is georganiseerd
C
manier waarop je iets denkt
D
manier hoe je loopt
Slide 10 - Quizvraag
rein
A
rijk
B
vies
C
schoon
D
smerig
Slide 11 - Quizvraag
ik loop op mijn tandvlees
A
ben heel erg moe
B
ben heel erg fit
C
heb last van mijn tanden
D
heb zin in vlees
Slide 12 - Quizvraag
ze zijn als water en vuur
A
ze maken een vuurtje
B
ze hebben steeds ruzie
C
ze dragen water naar de zee
D
ze zijn heel vlug
Slide 13 - Quizvraag
water bij de wijn doen
A
toestaan
B
toegeven
C
nadenken
D
veel wijn drinken
Slide 14 - Quizvraag
aangaan=
A
starten
B
eindigen
C
nadenken
D
beginnen
