rollen

Mirjam Mous
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Mirjam Mous

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 1
1 pv = gaat;    ow = Lotte;                                    wg = gaat werken
2 pv = zijn;     ow = twee kunstgrasvelden; wg = zijn gemaakt
3 pv = heeft; ow = Sven;                                     wg = heeft geschaatst
4 pv = berg;  ow = jij;                                            wg = berg op
5 pv = zal;      ow = Jinthe;                                  wg = zal moeten uitstellen
6 pv = zijn;     ow = Lies en Chris;                    wg = zijn verhuisd








Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 2
1 pv = heeft; ow = onze judoleraar; wg = heeft aangemaakt; lv = een Facebookpagina
2 pv = hebben; ow = we; wg = hebben bekeken; lv = een serie op Netflix
3 pv = zou; ow = ik; wg = zou mogen lenen; lv = jouw telefoonoplader
4 pv = geeft; ow = Yovanka; wg = geeft; lv = een slipcursus
5 pv = heeft; ow = Samira; wg = heeft gelezen; lv = die twee boeken
6 pv = heeft; ow = de loodgieter; wg = heeft kunnen repareren; lv = het lek in ons dak






Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 3
1  ja
2 nee
3 nee
4 ja
5 nee
6 nee




Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Vergeten
Rol 1 vergeet rol 2.
Ik vergeet mijn paraplu.

Slide 7 - Tekstslide

2.

Slide 8 - Tekstslide

Onze judoleraar heeft een facebookpagina aangemaakt voor onze club.
1. Wat is de handeling? De regisseur? Het werkwoord  waar de zin om draait? 
2. Wat is de persoonsvorm?
3. Wat is het werkwoordelijk gezegde? 
4. Wat is het onderwerp? (de eerste rol)
5. Wat is het lijdend voorwerp? Als de handeling er niet om vraagt, kan het ook zijn dat er geen lijdend voorwerp is. 

Slide 9 - Tekstslide

Boek bladzijde 80 en 81
Opdracht 1, 2, 3: 
1. Wat is de handeling? De regisseur? Het werkwoord waar de zin om draait?
2. Wat is de persoonsvorm?
3. Wat is het werkwoordelijk gezegde?
4. Wat is het onderwerp? (de eerste rol)
5. Wat is het lijdend voorwerp? Als de handeling er niet om vraagt, kan het ook zijn dat er geen lijden voorwerp is. 
 

Slide 10 - Tekstslide

Boek bladzijde 80 en 81
Opdracht 4: lijst maken pv, ow, wg, lv, x
Opdracht 5: 
De hele pauze zaten Roos en David op een bankje te praten. 
Roos en David zaten de hele pauze op een bankje te praten.
Op een bankje zaten Roos en David de hele pauze te praten
Zaten Roos en David de hele pauze op een bankje te praten
Wat is de handeling? De regisseur die de rollen verdeelt? 
 

Slide 11 - Tekstslide

Boek bladzijde 80 en 81
Opdracht 4: lijst maken pv, ow, wg, lv, x
Opdracht 5: 
De hele pauze zaten Roos en David op een bankje te praten. 
Roos en David zaten de hele pauze op een bankje te praten.
Op een bankje zaten Roos en David de hele pauze te praten
Zaten Roos en David de hele pauze op een bankje te praten
Wat is de handeling? De regisseur die de rollen verdeelt? PRATEN
 

Slide 12 - Tekstslide

Boek bladzijde 80 en 81
Opdracht 4: lijst maken pv, ow, wg, lv, x
Opdracht 5: 
De hele pauze zaten Roos en David op een bankje te praten. 
Roos en David zaten de hele pauze op een bankje te praten.
Op een bankje zaten Roos en David de hele pauze te praten
Zaten Roos en David de hele pauze op een bankje te praten
Wat is de pv?  
Roos en David zaten (zitten) de hele pauze op een bankje te praten.
 

Slide 13 - Tekstslide

Boek bladzijde 80 en 81
Opdracht 4: lijst maken pv, ow, wg, lv, x
Opdracht 5: 
De hele pauze zaten Roos en David op een bankje te praten. 
Roos en David zaten de hele pauze op een bankje te praten.
Op een bankje zaten Roos en David de hele pauze te praten
Zaten Roos en David de hele pauze op een bankje te praten
Wat is het werkwoordelijk gezegde? 
Roos en David zaten de hele pauze op een bankje te praten.
 

Slide 14 - Tekstslide

Boek bladzijde 80 en 81
Opdracht 4: lijst maken pv, ow, wg, lv, x
Opdracht 5: 
De hele pauze zaten Roos en David op een bankje te praten. 
Roos en David zaten de hele pauze op een bankje te praten.

Wat is het onderwerp? Wie zaten te praten? 
Roos en David 
 

Slide 15 - Tekstslide

Opdrachten

Maak de opdrachten 1, 2, 3, 4, 5 op bladzijde 80, 81. 

Slide 16 - Tekstslide