20231218 Mask BASVMBO leerjaar 1 Thema's pol-jur 1

Directe en indirecte democratie



1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Directe en indirecte democratie



Slide 1 - Tekstslide

BASVMBO











David Lindenaar
Docent burgerschap en maatschappijleer & -kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie
david.lindenaar@vonknh.nl


Maatschappijkunde

Slide 2 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

AFSPRAKEN 
1. Kom op tijd.

2. Neem altijd jouw spullen mee. Je neemt elke les een opgeladen laptop, boek en pen mee.

3. Telefoon in de tas, dopjes uit, smartwatch verbinding uit.

4. Jas uit, tas van tafel en niet eten in de les.

5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Gebruik de e-mail die ik elke les verstuur.

6. Sla geen vragen over en antwoord altijd met uitleg.

Slide 4 - Tekstslide

Maatschappijkunde: 
Thema's kgt examenkatern plu. sam.
LESSEN VOOR SO 2:
27-11: 1: Cultuur en identiteit
29-11: 2: De pluriforme samenleving
04-12: 3 Migratie naar Nederland
06-12: 4 Samenleven
11-12: 5 Integratie gaat niet 
vanzelf
13-12: 6 Maatschappelijke 
positie



  
LESSEN SO 3:
18-12: 1. De maatschappij en de politiek
20-12: 2. Rechtsstaat, democratie en dictatuur
08-01: 3. Politieke partijen
10-01: 4. Politieke stromingen
15-01: 5. Kabinet en regering
17-01: 6. Het parlement

Toetsweek 2: ma 29-01 t/m vrij 02-02

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik op 13-12: 

Les 6:
 Maatschappelijke positie

Slide 6 - Tekstslide

6.1 Hoe verklaar je verschillen in 
maatschappelijke positie?

Maatschappelijke positie: de plaats die je in de samenleving inneemt.

Sommige mensen hebben een lagere maatschappelijke positie.
Verklaringen:
  • Taalachterstand
  • Opleidingsniveau ouders
  • Segregatie. Bijvoorbeeld een zwarte school: meer dan 12 procent kinderen met een migratie-achtergrond op een school. Op een witte school zitten voornamelijk autochtone kinderen.




Slide 7 - Tekstslide

6.2 Visies op burgerschap


  • Juridisch of wettelijk burgerschap
  • Sociologisch burgerschap
  • Wereldburgerschap

Slide 8 - Tekstslide

6.2 Visies op burgerschap


Juridisch of wettelijk burgerschap: je bent een burger van een land op het moment dat je de nationaliteit hebt van dat land.
  • In de samenleving zijn bepaalde waarden. Burgerschap betekent dat iedereen deze waarden accepteert.

Sociologisch burgerschap: wat vinden we als samenleving belangrijk voor onze burgers.
  • Er bestaan verschillende waarden naast elkaar. Burgerschap betekent dat we elkaars verschillen erkennen en accepteren.


Slide 9 - Tekstslide

6.2 Visies op burgerschap



Wereldburgerschap: je leeft en denkt niet alleen vanuit je eigen cultuur, maar staat open voor invloeden van andere culturen.
  • Burgerschap is niet gebonden aan een land: “De wereld is onze woonplaats”.

Slide 10 - Tekstslide

6.2 Visies op burgerschap


Actief burgerschap: Nederlandse burgers moeten zelf initiatief nemen en zorgen voor werk, voor een huis, voor hun gezondheid enzovoort.

Participatiesamenleving: samenleving waarin alle inwoners actief meedoen om te zorgen dat het goed gaat.

Inburgeren: iemand moet de taal, de geschiedenis, de cultuur en de regels rond wonen en werken leren van het land waar hij of zij gaat wonen



Slide 11 - Tekstslide

18-12: 

Les 1: Wat is politiek?

Slide 12 - Tekstslide

Lesdoel 18-12:
Wat is politiek?




  • Je kunt drie zaken noemen waarbij politiek invloed heeft op jouw leven.



DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
3.1 Wat is politiek?
opdrachten 01 - 16 + Begrippen en samenvatting

Slide 13 - Tekstslide

Zelfwerktijd 18-12: 

Les 1 Wat is politiek?
Pagina  14 - 15: 
Begrippen en samenvatting
timer
15:00
Les 1:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10





11
12
13
14
15
16



Begr
Samenv

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 14 - Tekstslide

Politiek



Politiek: het maken van keuzes en het nemen van beslissingen over hoe een land, een provincie of een gemeente bestuurd moet worden.

Slide 15 - Tekstslide

Ambtenaren en de overheid



Ambtenaren: Personen die werken voor de overheid.

Overheid: Alle ambtenaren en politici samen.


 

Slide 16 - Tekstslide

Zelfwerktijd 18-12: 

Les 1 Wat is politiek?
Pagina  06 - 07: 
Vragen 01 - 04
timer
8:00
Les 1:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10





11
12
13
14
15
16



Begr
Samenv

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 17 - Tekstslide

Algemeen belang



De politiek bemoeit zich alleen met dingen die van algemeen belang (voor veel mensen belangrijk) zijn.

Slide 18 - Tekstslide

Overheidsfinanciën



De overheid betaalt de zaken van algemeen belang door het heffen van belastingen aan burgers en bedrijven.
Als de overheid te weinig geld heeft kan ze:
  • bezuinigen (minder uitgeven)
  • geld lenen
  • belasting verhogen

Slide 19 - Tekstslide

Miljoenennota 2022



Slide 20 - Tekstslide

Zelfwerktijd 18-12: 

Les 1 Wat is politiek?
Pagina  08 - 10: 
Vragen 05 - 10
timer
12:00
Les 1:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10





11
12
13
14
15
16



Begr
Samenv

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 21 - Tekstslide

Politieke keuzes maken




Kijkopdracht: noem twee redenen waarom politieke partijen hun beloftes niet altijd waar kunnen maken.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Democratie



Democratie: het volk heeft invloed op politieke besluiten.

Het woord democratie komt van de Griekse woorden: démos (volk) en kratein (regeren).

 

Slide 24 - Tekstslide

Zelfwerktijd 18-12: 

Les 1 Wat is politiek?
Pagina  10 - 13: 
Vragen 11 - 16
timer
12:00
Les 1:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10





11
12
13
14
15
16



Begr
Samenv

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 25 - Tekstslide

Directe en indirecte democratie



Indirecte democratie: Het volk kiest volksvertegenwoordigers die de keuzes maken.

Directe democratie: Het volk mag rechtstreeks stemmen over een beslissing. Voorbeeld: referendum
Referendum: Volksstemming over een belangrijk onderwerp

 

Slide 26 - Tekstslide

Directe en indirecte democratie


Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Directe en indirecte democratie

Nederland heeft
geen correctief
referendum

Slide 29 - Tekstslide

Terugblik 18-12:
Wat is politiek?




  • Je kunt drie zaken noemen waarbij politiek invloed heeft op jouw leven.



DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
3.1 Wat is politiek?
opdrachten 01 - 16 + Begrippen en samenvatting

Slide 30 - Tekstslide