Herhaling grammatica
1 / 18
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Ihr (wohnen)... in Hamburg.
A
wohne
B
wohnt
C
wohnen
D
wohnst
Slide 3 - Quizvraag
(Zijn) ... Sie Herr Kester?
A
Sein
B
Bist
C
Sind
D
Bin
Slide 4 - Quizvraag
(Heb) ... du ein Hobby?
A
Hat
B
Hast
C
Bist
D
Habst
Slide 5 - Quizvraag
Wie(heet) ... du?
A
heißt
B
heißst
C
heist
D
heisse
Slide 6 - Quizvraag
Wie lange(spielen) ... du Gitarre?
A
spiele
B
spielst
C
spielt
D
spielet
Slide 7 - Quizvraag
(reiten) ... ihr zusammen?
A
Reitest
B
reitet
C
reitt
D
Reitet
Slide 8 - Quizvraag
Was ist richtig?
A
dreißig
B
dreizich
C
dreißich
D
dreizig
Slide 9 - Quizvraag
Was ist richtig?
A
hondert
B
hunderd
C
huntert
D
hundert
Slide 10 - Quizvraag
Was ist richtig?
A
sechszehn
B
zechszehn
C
sechzehn
D
sechtsehn
Slide 11 - Quizvraag
Was ist richtig?
A
siebzehn
B
siebenzehn
C
ziebenzehn
D
ziebzehn
Slide 12 - Quizvraag
jij bent
Slide 13 - Open vraag
U hebt
Slide 14 - Open vraag
hij is
Slide 15 - Open vraag
zij heeft
Slide 16 - Open vraag
Hast du noch Fragen?
