H9.3 Virtuele werelden en nieuwe verbindingen

9.2 Geboorte van hiphop
Virtuele werelden

Lesstof: hoofdstuk 9.3 De Bespiegeling

Iris Smit
iris.m.smit@outlook.com
Kunst Algemeen
Atheneum 5
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

9.2 Geboorte van hiphop
Virtuele werelden

Lesstof: hoofdstuk 9.3 De Bespiegeling

Iris Smit
iris.m.smit@outlook.com
Kunst Algemeen
Atheneum 5

Slide 1 - Tekstslide

Bronnen: 
De Bespiegeling 
https://musicmap.info/ 

9.2 Geboorte van hiphop
Virtuele werelden
Nieuwe verbindingen
Lesstof: hoofdstuk 9.3 De Bespiegeling

Iris Smit
iris.m.smit@outlook.com
Kunst Algemeen
Atheneum 5

Slide 2 - Tekstslide

Bronnen: 
De Bespiegeling 
https://musicmap.info/ 

Invalshoeken voor reflectie
Je kan aangeven: 
1. met welke visies, doelen, middelen en inhouden de kunsten religieuze en/of levensbeschouwelijke uitgangspunten vertolken. 
2. welke ideeën over schoonheid in kunst en kunstwaardering een rol spelen.
3. welke invloed opdrachtgevers en politieke ideeën hebben op de rol en de inhoud van kunst op de positie van de kunstenaar..
4.  hoe vorm en inhoud bepaald worden door de vermaaksfuncties van kunst in relatie tot daarbij betrokken publiek. 
5. hoe kunst en wetenschap/techniek op elkaar inwerken.
6. hoe Westerse culturen en andere culturen elkaar wederzijds beïnvloeden.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Virtuele werelden
Korte opdracht: 
Teken een prinses 
(Gebruik alleen jouw eigen fantasie hiervoor)
Duur: 5 minuten

Slide 4 - Tekstslide

Deze vraag stel je de leerlingen als introductie voor het begrip simulacra. 

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Simulacra en hyperrealiteit
De vier stadia van simulacra
1. Eerstegraads: een geloofwaardige kopie: een kopie van de realiteit.
2. Tweede graads: een kopie van de kopie (hierin zie je vaak een overdrijving of afwijking van het origineel)
3. Derdegraads: dit stadium doet alsof het een kopie is van het origineel, maar het origineel is allang niet meer aanwezig, is verdwenen of is er nooit echt geweest. 
4. Viedegraads: (pure simulacrum) in dit stadium heeft de kopie geen enkele koppeling meer aan de realiteit. Dit object of deze representatie verwijst alleen naar zichzelf en bestaat alleen in die vorm. Het is dus een pure simulatie zonder bron.

Slide 6 - Tekstslide

Deze vraag stel je de leerlingen als introductie voor het begrip simulacra. 
Simulacra en hyperrealiteit
Origineel: een pompoen in het echte leven.
Fase I: geloofwaardige kopie: een plaatje van een pompoen.
Fase II: maskeren of pervers maken van realiteit: een pompoentaartje waar nog pompoen in zit. Het is geen pompoen meer, het is een verstoorde vorm van pompoen.
Fase III: maskeren van de afwezigheid van realiteit - de pumpkin spiced latte. Er zit 0 pompoen in, maar de afwezigheid van de pompoen wordt verborgen door de kruiden die wij associeren met pompoentaart. Hierdoor worden we herinnerd aan pompoen, maar er bestaat geen pompoen in dit scenario.
Fase IV: pure simulacrum, geen relatie meer aan realiteit: pumpkin pie koffielikeur. Er is niet alleen GEEN POMPOEN, het is niet eens meer bedoeld om te verwijzen naar het origineel, de pompoen. Het verwijst naar een voorgaande 'perversion' van pompoen: de koffie versie.

Het is mogelijk dat iemand diens leven leidt, terwijl deze alleen maar de pumpkin pie koffielikeur heeft gedronken, maar nog nooit een pompoen heeft geproefd. Dit heet de hyperrealiteit.

Slide 7 - Tekstslide

Deze vraag stel je de leerlingen als introductie voor het begrip simulacra. 
Virtuele werelden
Omschrijf in jouw eigen woorden wat het woord simulacra betekent. 

Omschrijf in je eigen woorden wat hyperrealiteit inhoud volgens Baudrilliard.

Slide 8 - Tekstslide

Deze vraag stel je de leerlingen als introductie voor het begrip simulacra. 
Virtuele werelden
De begrippen van vandaag:






Simulacra
Beelden die zijn afgeleid van de werkelijkheid, of daar zelfs helemaal los van staan. Volgens Baudrilliard is een simulacrum een kopie zonder origineel.
Hyperrealiteit
Filosoof Baudrilliard stelt dat we leven in een 'hyperrealiteit' waarin we de werkelijkheid baseren op simulacra.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Postmodernisme
1. Geen vaststaande esthetische normen.
2. Herwaardering ornament.
3. Grensoverschrijdingen van veel kunstdisciplines.
4. Herwaardering verhalende verwijzingen.
5. Complexiteit en tegenspraak (Venturi).
6. Herwaardering figuratie.
7. Cultuurrelativisme.
8. Natuur: natuur en clichés over de natuur.
9. Originaliteit: hoeft niet; clichés en (stijl)citaten mogen
10. High Art & Low Culture

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

AI, ideaal of doembeeld?
Wat denk jij?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding tentamen
Zoek de betekenis van de volgende woorden op: 

pluralisme

cultuurrelativisme


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pluralisme
Het postmoderne denken komt tot de slotsom dat de enige waarheden die er zijn altijd puur subjectief zijn en geconstrueerde waarheden zijn (geconstrueerd op basis van de idealen, contexten en de plaats van waaruit iemand denkt). Daarmee ontstaat een zeer vergaande vorm van relativisme:
absoluutheden bestaan volgens de postmodernisten niet. Er bestaan slechts fragmentarische, individuele waarheden. Wat jij zegt is waar. Wat ik zeg ook. Wat een ander zegt ook. Dat leidt tot het accepteren van verschillende visies op de wereld, op de werkelijkheid en dus ook op de kunst - naast elkaar. We noemen dat pluralisme.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur relativisme
In het kort: Geen westerse dominantie meer maar acceptatie van andere culturele waarden en normen.
Dus wanneer er verschillende ideeën of visies op de werkelijkheid/de wereld (=verschillende normen en waarden) naast elkaar kunnen bestaan, dan hebben we het over pluralisme. Pluralisme kan alleen ontstaan als je absolute waarheden of objectiviteit afwijst. Pluralisme is gebaseerd op relativisme en cultuurrelativisme is daarvan een onderdeel. 

Cultuurrelativisme wijst het universalisme af, omdat het impliciet op westerse waarden gebaseerd is. Wat goed en mooi is, werd voorheen dus altijd op westerse normen gebaseerd. Cultuurrelativisten zeggen dan: je kunt niet voor mensen uit andere culturen bepalen wat mooi of goed is. Dat moeten zij zelf vanuit hun eigen culturele tradities kunnen doen. Westerlingen hebben niet voldoende zicht op wat belangrijk is in andere culturen, om een goed oordeel te kunnen geven over wat belangrijk, mooi of goed is in de kunst van die andere culturen. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Postmodernisme

1. Geen vaststaande esthetische normen.
2. Herwaardering ornament.
3. Grensoverschrijdingen van veel kunstdisciplines.
4. Herwaardering verhalende verwijzingen.
5. Complexiteit en tegenspraak (Venturi).
6. Herwaardering figuratie.
7. Cultuurrelativisme.
8. Natuur: natuur en clichés over de natuur.
9. Originaliteit: hoeft niet; clichés en (stijl)citaten mogen
10. High Art & Low Culture
Zoek in je boek voorbeelden van kunstwerken bij deze kenmerken.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernconcepten Massacultuur
Onderwerpen van kern van het onderdeel massacultuur: 

Massacultuur: de brede smaak bedienen
Post-modernisme: kritiek op het modernisme
Post-modernisme: verschillen ontwaren

Slide 18 - Tekstslide

Naar aanleiding van de reader van Van De Kamp (2019).
Kernconcepten Massacultuur
Massacultuur: de brede smaak bedienen

Cultuurindustrie
Inspelen met kunst en cultuur op massa (of specifieke doelgroepen, zoals jeugd, families, etc.) om geld te verdienen - consumeren - vermaakt worden.

Herkenning - identificatie
De smaak bedienen van de massa - of juist van subculturen. 
Reproduceren
massamedia- massacommunicatie (geen uniciteit meer)

Slide 19 - Tekstslide

Naar aanleiding van de reader van Van De Kamp (2019).
Kernconcepten Massacultuur
Post-modernisme: kritiek op het modernisme

Kritiek op het modernisme
a-historisch, onherkenbare abstractie, te
grote vereenvoudiging door reductie, objectiviteit wordt in twijfel getrokken
Relativering - geen grote verhalen meer
In de periode tussen 1890 en plusminus 1950 blijven er nieuwe overtuigingen naar voren komen. Het futurisme, het communisme, expressionisme, etc. Ook bestaande 'grote verhalen' worden vermeden, zoals het geloof.

Slide 20 - Tekstslide

Naar aanleiding van de reader van Van De Kamp (2019).
Wat moet je kunnen in A6?
Je kan: 
1. de belangrijkste termen en begrippen hanteren uit de kunstdisciplines beeldende vormgeving, dans, drama en muziek die voorwaardelijk zijn voor een adequate receptie en reflectie, en noodzakelijk voor begrip van verbanden tussen kunst en cultuur.

AKA: Je leert praten en schrijven over verschillende vormen van kunst en cultuur.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je kunnen in A6?
Je kan:
2. Informatie over kunst en cultuur herkennen, benoemen en toepassen om verbanden aan te geven.

AKA: je leert theorie uit een boek en uit de lessen en kan dit gebruiken in je examens doordat je informatie kan herkennen, kan benoemen en kan toepassen om daarmee belangrijke verbanden de beschrijven.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je kunnen in A6?
Je kan: 
3. bij het reflecteren bronnenmateriaal op een adequate wijze hanteren.

AKA: je bent in staat om voor jouw essays en posters betrouwbare  bronnen te vinden en ze correct te gebruiken. 
Daarnaast gebruik je de bronnen op de toets ook voor het beantwoorden van reflectievragen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je kunnen in A6?
Je kan: 
4. overeenkomsten en verschillen noemen en beargumenteren met betrekking tot het beschouwingsapparaat bij de vier kunstidisciplines. 

AKA: je kan met behulp van de begrippen voor beschouwing verschillende kunstwerken/vormen met elkaar vergelijken (en je kan die vergelijking onderbouwen).

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies