Transitiemanagement

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
VeehouderijMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

hoe herken je slepende melkziekte?
A
veel eetlust
B
daling in melkproductie
C
minder pens beweging
D
natte mest

Slide 2 - Quizvraag

Bij slepende melkziekte is er sprake van een tekort aan?
A
Magnesium
B
Energie
C
Fosfor
D
Calcium

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de oorzaak van melkziekte?
A
Energietekort
B
Calciumtekort
C
Eiwit tekort
D
Structuur tekort

Slide 4 - Quizvraag

Leg uit wat het verschil is tussen de close up en de far off

Slide 5 - Open vraag

Een negatieve energiebalans is de veroorzaker van
A
slepende melkziekte
B
melkziekte
C
pensverzuring
D
leververvetting

Slide 6 - Quizvraag

Bij een negatieve energiebalans is er een te kort aan:
A
calcium
B
glucose
C
magnesium
D
fosfaat

Slide 7 - Quizvraag

Wat is GEEN oorzaak van een lebmaag verplaatsing?
A
Plotseling veel ruimte in de buik
B
Veel jong weidegras in het voorjaar
C
Gasophoping in de lebmaag
D
mineralenoverschot

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn symptomen van slepende melkziekte?

Slide 9 - Open vraag

7) Wat zijn de verschijnselen van pensverzuring? Noem er minimaal vier.

Slide 10 - Open vraag

Beschrijf wat de ziekte leververvetting is bij een rund:

Slide 11 - Open vraag

wat zie je bij melkziekte
A
droge mest
B
koe kan niet staan

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de nageboorte?

Slide 13 - Open vraag

Noem eens twee preventieve maatregelen om baarmoederontsteking te voorkomen

Slide 14 - Open vraag

Waarom is een koe tijdens de transitieperiode extra vatbaar voor ziekten?

Slide 15 - Open vraag

Waarom heet het "melkziekte"?
A
Het is te behandelen door de koe melk te laten drinken
B
Het ontstaat zodra de koe melk gaat geven na het kalven.
C
Een koe geeft melk, daarom heet het zo.
D
Het komt alleen voor mij melkkoeien

Slide 16 - Quizvraag

hoe behandel je slepende melkziekte?
A
kracht voer geven
B
Propyleenglycol via de bek
C
propyleenglycol via een infuus
D
glucose infuus

Slide 17 - Quizvraag

Een koe in de droogstand moet een conditiescore van:
A
Conditiescore 2,0-3,0
B
Conditiescore 3,0-3,5
C
Conditiescore 3,0-4,0

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat is selectief droogzetten?

Slide 23 - Open vraag

Selectief droogzetten 

Slide 24 - Tekstslide

Selectief droogzetten 
Droogzetten met antibiotica
  • Vaarzen met celgetal van >150.000
  • Koeien met celgetal van >50.000
Droogzetten zonder antibiotica
  • Vaarzen met celgetal van <150.000
  • Koeien met celgetal van <50.000
Advies GD: ‘Zet de koe het liefst droog met een dagelijkse melkgift van 12 kilogram of minder. Bij hogere melkgiften neemt de kans op mastitis in de droogstand toe.’


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide