Quiz boekje 1

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBO

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Verkoper
Boekje 1
Goederen ontvangen

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn goederen?
A
Tastbare producten
B
Producten
C
Binnengekomen artikelen
D
Artikelen in de winkel

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor opslagruimte?
A
Magazijnruimte
B
Bewaarplaats
C
Magazijn
D
Distributiecentrum

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een distributiecentrum?
A
Een groothandel
B
Een centraal magazijn
C
Een opslagplaats

Slide 5 - Quizvraag

Welk materiaal zorgt voor extra bescherming van artikelen bij een transportverpakking?
A
Plastic of karton
B
Een pallet
C
Collo
D
Blisterverpakking

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een consumentenverpakking?
A
Een verpakking waarin meerdere exemplaren zitten
B
Een doorzichtige verpakking die moeilijk te openen is
C
Een verpakking waarin het artikel in de winkel komt te staan
D
Een verpakking waarmee je winkeldiefstal moeilijker maakt

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een colli en een collo?

Slide 8 - Open vraag

Een Tray is een speciale omverpakking
JA
NEE

Slide 9 - Poll

Welk officieel document gebruik je bij goederen ontvangst
A
(Elektronische) Vrachtbrief
B
Inkoopfactuur
C
Pakbon
D
Alle drie zijn juist

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een intern transportmiddel?

Slide 11 - Open vraag

Waarom los je goederen altijd met twee of meer personen?

Slide 12 - Woordweb

Welke controle hanteer je bij
'controle vrachtbrief'?
A
Controle adressering
B
Kwantitatieve controle
C
Kwalitatieve controle
D
Alle drie zijn juist

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een steekproefcontrole?

Slide 14 - Open vraag

Een kwantitatieve controle heeft te maken met ...
A
de grootte van het product
B
de hoeveelheden
C
de eigenschappen
D
de juistheid van het product

Slide 15 - Quizvraag

Een kwalitatieve controle heeft te maken met
A
de kwaliteit van de geleverde artikelen
B
de hoeveelheid aan artikelen
C
of dezelfde artikelen op de pakbon staan
D
alle drie zijn juist

Slide 16 - Quizvraag

Wat is nee-verkoop?

Slide 17 - Open vraag

Wat betekent MBTV?

Slide 18 - Woordweb

Op een retourbon noteer je NIET
A
Naam
B
Adres
C
Datum van ontvangst
D
Totaalprijs

Slide 19 - Quizvraag

Artikelen met een omverpakking met waarde heet
A
Statiegeld
B
Embalage
C
Tegoed

Slide 20 - Quizvraag

Niet-crimenele derving is
A
verlies van geld en voorraden niet opzettelijk
B
verlies van geld en voorraden opzettelijk

Slide 21 - Quizvraag

Niet-crimenele derving kun je voorkomen door
A
veilig te werken
B
bij twijfel de leidinggevende te raadplegen
C
efficiënt werken
D
alle drie zijn juist

Slide 22 - Quizvraag

Fijne vakantie

Slide 23 - Tekstslide