KGT ML 1 par 4 criminaliteit opgepakt en dan?

opgepakt en dan?
paragraaf 4 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

opgepakt en dan?
paragraaf 4 

Slide 1 - Tekstslide

Tekstboek: 134
Werkboek: 161
Snelhechter: 9
doelen van paragraaf 4:
Je kan uitleggen wat de politie mag en doet

wat is een Halt straf
 
je kan uitleggen wat de officier van justitie doet en mag

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een verdachte?

Slide 3 - Woordweb

officier van justitie

Slide 4 - Woordweb

Verdachte
Iemand waarvan de politie denkt dat hij/zij iets strafbaars heeft gedaan.
Moet een redelijk vermoeden van schuld zijn.
als je schuld wordt bewezen ben je een dader
bij een bewijs ben je geen verdachte meer maar dader

Slide 5 - Tekstslide

De politie heeft 3 taken: 
- Hulpverlenen: verlenen vaak EHBO of regelen het verkeer

- Orde houden: zorgt dat demonstraties goed gaan

- Onderzoek naar strafbare feiten: politie doet onderzoek, gaat op zoek naar bewijs. 

Slide 6 - Tekstslide

Bij het onderzoeken naar strafbare feiten.
Fouilleren

Huis doorzoeken
Arresteren

Slide 7 - Tekstslide

Fouilleren
Fouilleren

Controleren of iemand verboden spullen bij zich heeft.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Aanhouden
Arresteren/aanhouden
verdachte meenemen naar het politiebureau voor verder verhoor of opmaken van procesverbaal.

Slide 10 - Tekstslide

Woning doorzoeken
Woning doorzoeken
met een huiszoekingsbevel een woning van een verdachte controleren  op verdachte spullen/activiteiten

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Hulpverlenen
Orde houden
Onderzoek
EHBO
Begeleiden van voetbalwedstrijd
Zoeken naar bewijs
Komt langs bij overlast

Slide 13 - Sleepvraag

bevoegdheden 
standaard

- Identiteitscontrole
- Fouilleren of tassencontrole
- Aanhouden
- Harder rijden in het verkeer
- Met signaallicht en sirene rijden
- Geweld gebruiken

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Wie komt in aanmerking voor een HALT straf?

Slide 16 - Open vraag

proces verbaal

Agenten hebben een eigen visie over de gebeurtenissen. Ook dat staat in het proces verbaal vastgelegd. Agenten moeten de waarheid vertellen en mogen dus niet liegen om de verdachte later veroordeeld te krijgen.
Een proces verbaal vormt de basis voor het verdere onderzoek dat gevoerd gaat worden door de politie en Justitie.
Een verdachte geeft een verklaring af. Dit komt in het proces verbaal te staan. De verdachte mag de boel bij elkaar liegen en mag zelfs weigeren te ondertekenen.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

opgepakt en dan?paragraaf 4 
Maken  opdrachten werkboek 


Tekstboek: 134
Werkboek: 161
Snelhechter: 9
timer
1:00

Slide 19 - Tekstslide

leg in 1 zin uit wat je vandaag hebt geleerd

Slide 20 - Open vraag

hoe heb je geleerd vandaag?

Slide 21 - Open vraag

Officier van Justitie
Seponeren (geen straf)
Schikking (boete)
Vervolgen (naar de rechter)


Slide 22 - Tekstslide

Wat is een proces-verbaal?
A
De uitspraak van de rechter
B
Ander woord voor een huiszoekingsbevel
C
Politieverslag over het misdrijf en de verdachte
D
De ondervraging op het politiebureau

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Officier van Justitie
Seponeren (geen straf)
Schikking (boete)
Vervolgen (naar de rechter)


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

De politie mag altijd je
huis doorzoeken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Bij het 'schikken' (geldboete) krijg je altijd een strafblad
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Zijn wij in staat om OvJ te zijn?
Ga naar www.google.nl 

zoek op: Het OM Moordspel 

Slide 30 - Tekstslide

Welke personen spelen een belangrijke rol bij een rechtszaak?
A
verdachte, rechter, advocaat
B
officier van justitie, rechter, advocaat
C
verdacht, rechter, officier van justitie
D
getuige, advocaat, rechter

Slide 31 - Quizvraag

Wie mag toestemming geven voor het langer ophouden voor onderzoek van een verdachte?
A
Officier van Justitie
B
Rechter-commisaris
C
Hulp Officier van Justitie
D
OvJ en HOvJ

Slide 32 - Quizvraag

Wie is de openbaar aanklager?
A
Rechter
B
Officier van justitie
C
advocaat

Slide 33 - Quizvraag

Deze persoon helpt de verdachte
A
Officier van justitie
B
Advocaat
C
Rechter
D
Verdachte

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Video