VVT les 3 Anatomie diabetes

Diabetes les 1
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Diabetes les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
  • Je kunt uitleggen wat de functie is van de pancreas
  • Je weet welke  2  hormonen er zijn en hun functie.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Herhaling vorige les
  • Wat weet je 
  • Wat is diabetes
  • Anatomie van het lichaam
  • Welke types diabetes zijn er
  • Te hoge bloedsuiker en te lage bloedsuiker


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel nederlanders hebben er diabetes?
A
1 op de 4
B
1 op de 14
C
1 op de 24
D
1 op de 34

Slide 4 - Quizvraag

En daarvan hebben 9 van de 10 mensen diabetes type 2.
Vragen over de anatomie van diabetes
Anatomie en Fysiologie 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormoonstelsel=
Endocriene stelsel

                                      1. Hypothalamus

                         2. Hypofyse
                          3. schildklier
                                      4.  Tymes(zwezerik
                  5. bijnier
                            6. alvleesklier
                     7. Eierstok
                   8. Teelbal

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Werking insuline

- Suiker en koolhydraten worden gegeten.
- Via maag- darmstelsel komt suiker in het bloed
- De bloedsuikergehalte stijgt
- De Alvleesklier geeft insuline af
- Dit zorgt voor opname en omzetting van glucose
- In spiercellen en lever waar de opslagplaats is van suiker de in vorm van glycogeen.
- Het bloedsuikergehalte komt weer binnen -  -- Normale grenzen: 4-8 mmol/ liter

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Insuline en Glucagon
Insuline: 
  • Hormoon dat een belangrijke rol speelt bij de glucose waarde.
  • Een tekort of geen aanmaak leidt tot diabetes.
  • Wordt aangemaakt in de alvleesklier.
  • Insuline zorgt ervoor dat glucose wordt opgenomen in de cel.
  • Insuline heeft een sleutelfunctie. 
Glucagon:
  • Hormoon dat wordt gemaakt in de alvleesklier, verhoogt glucose in het bloed.
  • Verhoogt de bloedsuikerspiegel als deze daalt. 
  • Word aangemaakt in de alvleesklier

 


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dus wat is diabetes???
  • Diabetes, suikerziekte, is een ziekte waarbij het lichaam de bloedsuiker niet meer in evenwicht kan houden.
  • Dat komt doordat het lichaam te weinig van het hormoon insuline heeft.
  • Ook reageert het lichaam vaak niet meer goed op insuline.
  • Of het maakt helemaal geen insuline meer.                                                 (Insuline regelt de bloedsuikerspiegel)                                                                            
  • Welke type diabetes zijn er?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is type 1 en type 2
Type 1:
Alvleesklier produceert vrijwel geen insuline, ontstaat op jonge leeftijd en deze vorm is insulineafhankelijk.
Type 2:
Alvleesklier produceert te weinig insuline, ontstaat bij 40 jaar en ouder, bij deze vorm is insuline spuiten niet altijd nodig

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een normale bloedsuikerwaarde is tussen de?
Wat is een hypoglykemie

Wat is een hyperglykemie
Schrijf op: Wat zijn de verschijnselen?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagnose

  • Door middel van:
  • Bloedglucosemeting: hoger dan 11? Dan volgt er nog een meting. Meting is altijd nuchter.
Nacontrole dmv:
Bloedsuikerdagcurve
HbA1C meting

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling
Orale medicatie (tabletvorm)
Voeding:
Koolhydraten moeten goed over de dag verdeeld worden.
Het eten van eiwitten en gezonde vetten wordt aangeraden.
Sport
Insuline toedienen. Welke soorten ken je?
De hoeveelheid insuline die iemand krijgt en de soorten, worden afgestemd op de hoeveelheid koolhydraten die iemand op een dag eet

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies