108 Engelse leenwoorden

Ik kan Engelse leenwoorden goed schrijven.
Dit zijn weetwoorden dus onthoud ze goed!
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ik kan Engelse leenwoorden goed schrijven.
Dit zijn weetwoorden dus onthoud ze goed!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de leenwoorden? zoek in tweetallen
Morgen gaan we naar de camping!
Onze caravan staat er al.
De eerste avond hebben we altijd een barbecue.
Daarna spelen we badminton op het gras.
Ik ga mijn computerecht niet missen!

Slide 3 - Tekstslide

Het zijn weetwoorden, toch gelden voor sommige woorden regels uit de Engelse taal:

In sommige Engelse leenwoorden klinkt de a als een /e/. Bijvoorbeeld bij laptop. Je hoort een /e/, maar schrijft een a.

Sommige Engelse leenwoorden eindigen op tch. Bijvoorbeeld bijstopwatch. Je hoort /tsj/, maar schrijft tch. 

Sommige Engelse leenwoorden eindigen op sh. Bijvoorbeeld bij cash. Je hoort /sj/. maar schrijft sh. 
In sommige Engelse leenwoorden klinkt de a of ai als een /ee/. Bijvoorbeeld bij cake en trainer. Je hoort /ee/, maar schrijft a of ai. 

In sommige Engelse leenwoorden klinkt ee of ea als een /ie/. Bijvoorbeeld bij team of weekend. Je hoort een /ie/, maar schrijft ea of ee. 

In sommige Engelse leenwoorden klinkt oo als een /oe/. Bijvoorbeeld bij scooter. Je hoort een /oe/, maar schrijft oo. 

In sommige Engelse leenwoorden klinkt oa als een /oo/. Bijvoorbeeld bij goal. Je hoort een /oo/, maar schrijft oa. 

In sommige Engelse leenwoorden klinkt u als /joe/. Bijvoorbeeld bij computer. Je hoort /joe/, maar schrijft u.

Slide 4 - Tekstslide

Maak eerst het dictee, daarna ga je verder met snappet





bodywarmer


Slide 5 - Tekstslide

tram
goal
team
design
scooter
training
website
camping
weekend
bodywarmer

Slide 6 - Tekstslide

Welk woord is goed gespeld
A
bodiewarmer
B
boddywarmer
C
bodywarmer
D
bodiwarmer

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
kamping
B
camping
C
cemping
D
kemping

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Welke 4 woorden vond je lastig?

Slide 10 - Open vraag

Welk woord is fout geschreven
A
barbeque
B
disign
C
bodywarmer
D
weekend

Slide 11 - Quizvraag