7.4 Veranderende ecosystemen

7.4 Veranderende ecosystemen
- Wat weet je al?
- Uitleg 7.4 deel 1
- Opdrachten maken
Leerdoelen
7.4.1 Je kunt aan de hand van kenmerkende soorten enkele ecosystemen beschrijven.
7.4.2 Je kunt veranderingen in een ecosysteem beschrijven.
7.4.3 Je kunt in een model gegeven informatie over ecosystemen gebruiken, bewerken en analyseren.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

7.4 Veranderende ecosystemen
- Wat weet je al?
- Uitleg 7.4 deel 1
- Opdrachten maken
Leerdoelen
7.4.1 Je kunt aan de hand van kenmerkende soorten enkele ecosystemen beschrijven.
7.4.2 Je kunt veranderingen in een ecosysteem beschrijven.
7.4.3 Je kunt in een model gegeven informatie over ecosystemen gebruiken, bewerken en analyseren.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreek in tweetallen
1. Wat zijn reducenten?
2. Wat is de rol van reducenten in een ecosysteem?
3. Wat is het verschil tussen anorganische stoffen en organische stoffen?
4. Op welk trofische niveau bevinden dieren in een ecosysteem zich, die aan hun organische stoffen komen door herbivoren te eten?  En welke orde? van consumenten?
5. Wat is het verschil tussen autotrofe en heterotrofe organismen?
6. Wat is humus?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er in de natuur met een kale bodem?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Successie = verandering van de soortensamenstelling van een levensgemeenschap, waardoor deze geleidelijk overgaat in een andere.


Pionier = eerste planten en dieren die zich vestigen op kale grond.
Met welke omstandigheden moeten zij omgaan?
  • Geen bescherming tegen wind/zon
  • Grote temperatuur-verschillen
  • Geen humuslaag

Slide 4 - Tekstslide

Geen bescherming tegen zon/wind, grote temperatuursverschillen, bodem bevat geen humus (Humus = mengsel van (an)organische stoffen en micro-organismen. )
Pionierecosysteem
- Tolerant 
- Snelle groei en reproductie
- Kleine biomassa
- Eenvoudig voedselweb

Hierdoor worden de omstandigheden gunstiger voor nieuwe soorten om zich hier te vestigen:
- humusvorming
- schaduw
- beschutting

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Humus
Door doodgaan van planten en dieren ontstaat humus.

Humus is een bodemlaag bestaande uit afgestorven weefsel verwerkt door reducenten.

Rijk aan mineralen --> bevorderd dus groei van planten en bomen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Successie (in gang door pionier)
Humus en minder extreme abiotische factoren --> andere plantensoorten kunnen vestigen --> ook geschikt voor dieren.

- Voedselweb steeds ingewikkelder (steeds meer soorten)
- Productie in ecosysteem steeds groter --> biomassa neemt toe
- Verschillende lagen (bijv. mossen, zaadplanten, struiken en bomen)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eerste pioniersplanten
grotere pioniersplanten volgen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

grotere planten, dieren
climaxstadium

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Climaxstadium
- Abiotische factoren ong. constant
- Soortensamenstelling ong. constant
- Productie = afbraak, biomassa blijft gelijk
- Gesloten kringloop van stoffen
- Grote biodiversiteit (veel soorten)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

veel lichte zaden
Pionierecosysteem
weinig, maar grote zaden
Climaxstadium

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Link

Deze slide heeft geen instructies

7.4 Veranderende ecosystemen
Maken opdr. 24 t/m 28
(Nog opdrachten van 7.3 bespreken?)


Klaar?
- Leerdoelen uitwerken van thema 4, 5, 6 of 7

Leerdoelen
7.4.1 Je kunt aan de hand van kenmerkende soorten enkele ecosystemen beschrijven.
7.4.2 Je kunt veranderingen in een ecosysteem beschrijven.
7.4.3 Je kunt in een model gegeven informatie over ecosystemen gebruiken, bewerken en analyseren.


Eerste 10 min. in stilte!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.4 Veranderende ecosystemen
- Hoe wolven rivieren veranderen.
- Uitleg 7.4 deel 2
- Opdrachten maken
Leerdoelen
7.4.1 Je kunt aan de hand van kenmerkende soorten enkele ecosystemen beschrijven.
7.4.2 Je kunt veranderingen in een ecosysteem beschrijven.
7.4.3 Je kunt in een model gegeven informatie over ecosystemen gebruiken, bewerken en analyseren.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verandering -> erosie
Voorbeeld regenwoud

-> Bomen kappen
-> Humuslaag weg = erosie
-> Primaire successie 
.








Loofbos: meer humus, dus sneller begroeiing na kappen (dan regenwoud).

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indicatorsoorten
Zegt iets over een kenmerk van het 
milieu.

Bijv.: 
- Watermijt aanwezig --> water is schoon
- Maretak --> kalk in bodem
- Gele korstmos --> veel stikstof

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ecologisch onderzoek: modelleren
  • Vereenvoudigde voorstelling van de werkelijkheid maken.
  • In kaart brengen van alle factoren en hun invloed op elkaar
Met computer kun je dan simuleren wat de gevolgen zijn als een factor veranderd in het ecosysteem.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evenwichtsituaties
Voorbeeld: Konijnen eten grassen en andere kleine planten. Als de kleine planten niet worden gegeten verdringen ze de grassen en komt er ruimte voor grotere houtachtige planten. Konijnen eten geen houtachtige planten.

Vraag
Wat gebeurt er bij een lage dichtheid aan konijnen?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel: stabiel
- Bij lage dichtheid konijnen --> weinig kruiden en lage grassen (stabiel A). 
- Bij hoge dichtheid konijnen --> veel lage grassen en kruiden (stabiel B).

Iets minder/meer konijnen?
Balletje iets verplaatst,
maar daarna weer
in evenwicht.
(Van A naar A of B naar B).
Stel: instabiel
Epidemie onder konijnen --> populatie neemt sterk af --> taaie planten/hoge grassen groeien --> konijnen kunnen er niet meer leven --> nieuw evenwicht nodig (Van A naar B).

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.4 Veranderende ecosystemen
Maken opdr. 24 t/m 28
(Nog opdrachten van 7.3 bespreken?)


Klaar?
- Leerdoelen uitwerken van thema 4, 5, 6 of 7

Laatste 5 min.: leerdoelencheck!
Leerdoelen
7.4.1 Je kunt aan de hand van kenmerkende soorten enkele ecosystemen beschrijven.
7.4.2 Je kunt veranderingen in een ecosysteem beschrijven.
7.4.3 Je kunt in een model gegeven informatie over ecosystemen gebruiken, bewerken en analyseren.


Eerste 10 min. in stilte!


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij wat voor ecosysteem horen de volgende kenmerken: eenvoudig voedselweb, kleine biodiversiteit, open kringlopen en productie is groter dan afbraak?
A
Pionierecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pioniers-
ecosysteem
Climax-
ecosysteem
Sterkwisselende abiotische factoren
Weinig biodiversiteit, snelle afwisseling van soorten
Constante abiotische factoren
Veel biodiversiteit, soorten constant
Open kringloop
Eindstadium
Toename in biomassa
Evenwicht in biomassa
Gesloten kringloop
Beginstadium
Eenvoudig voedselweb
Ingewikkeld voedselweb

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat verandert bij successie?
A
individu
B
populatie
C
leefgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke type zaden past het best bij een pionierplant?
A
veel en licht
B
veel en zwaar
C
weinig en licht
D
weinig en zwaar

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Gebruik de site op de volgende pagina om te oefenen met pionier/climaxstadium.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Link

Deze slide heeft geen instructies