2.3 Klimaatverandering en extremer weer

 Weer en klimaat
2.3 Klimaatverandering & extremer weer
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

 Weer en klimaat
2.3 Klimaatverandering & extremer weer

Slide 1 - Tekstslide

Welk klimaat is op de kaart in roze weergegeven?
A
Landklimaat
B
Middellandse klimaat
C
Gematigd zeeklimaat
D
Hooggebergte klimaat

Slide 2 - Quizvraag

Welk klimaat is op de kaart in oranje weergegeven?
A
Landklimaat
B
Middellandse klimaat
C
Steppe klimaat
D
Hooggebergte klimaat

Slide 3 - Quizvraag

Welk klimaat is op de kaart in blauw weergegeven?
A
Gematigd zeeklimaat
B
Middellandse klimaat
C
Landklimaat
D
Hooggebergte klimaat

Slide 4 - Quizvraag

Welk klimaat is op de kaart in geel weergegeven?
A
Gematigd zeeklimaat
B
Middellandse klimaat
C
Landklimaat
D
Steppe klimaat

Slide 5 - Quizvraag

Welk klimaat is op de kaart in licht blauw weergegeven?
A
Gematigd zeeklimaat
B
Middellandse klimaat
C
Landklimaat
D
Steppe klimaat

Slide 6 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding

Geef de juiste volgorde van klimaten:
A
1 Zee-, 2 Land-, 3 Steppe-, 4 Middellandse Zeeklimaat
B
1 Middellandse Zee-, 2 Land-, 3 Zee-, 4 Steppeklimaat
C
1 Zee-, 2 Middellandse Zee-, 3 Steppe-, 4 Landklimaat
D
1 Zee-, 2 Middellandse Zee-, 3 Land-, 4 Steppeklimaat

Slide 7 - Quizvraag

Klimaten
1. Middellandse zeeklimaat
2. gematigd zeeklimaat
3. landklimaat
4. steppeklimaat
5. hooggebergteklimaat

Slide 8 - Tekstslide

Het Azorenhoog (hogedrukgebied) heeft zomers invloed op Spanje:
A
Juist, dit zorgt voor helder en koel weer
B
Juist, dit zorgt voor helder en droog weer
C
Onjuist, dit zorgt voor helder en koel weer
D
Onjuist, dit zorgt voor helder en droog weer

Slide 9 - Quizvraag

In grote delen van Spanje is het al heel droog. Als het nog droger wordt is er geen landbouw meer mogelijk.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Verzilting in Spanje ontstaat door:
A
Planten te veel water opnemen uit de bodem
B
te weinig watergebruik in de landbouw
C
Verdroging
D
Verkeerde irrigatie in de landbouw

Slide 11 - Quizvraag

In Spanje wordt er veel grondwater opgepompt. Hierdoor daalt de grondwaterspiegel, met verdroging als gevolg.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Wat is geen gevolg van de 3 droogteproblemen van Spanje?
A
Verzilting
B
Verdroging
C
irrigatie
D
Verwoestijning

Slide 13 - Quizvraag

Is er voldoende water beschikbaar in Spanje en Nederland, bijvoorbeeld voor landbouw en toerisme?
De hoeveelheid neerslag per tijdseenheid, bijvoorbeeld per uur of per dag.
De nuttige neerslag in een jaar, berekend over een langjarig gemiddelde, voor een bepaald gebied
Het verschil tussen de hoeveelheid neerslag en de verdamping in een gebied.
De verdeling van neerslag in een gebied.
Neerslagverdeling
Neerslagintensiteit
Nuttige neerslag
Waterbalans

Slide 14 - Sleepvraag

Bekijk de afbeelding

‘De nuttige neerslag is in dit gebied in de zomer positief en in de winter negatief.’

→ Is deze uitspraak juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Wat weet je van het (versterkt) broeikaseffect? Schrijf op wat je te binnen schiet bij het onderwerp.

Slide 16 - Open vraag

Zonder het broeikaseffect zou er geen leven
op aarde mogelijk zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Leerdoel
Aan het einde van de les kan je de oorzaken van klimaatverandering beschrijven en de gevolgen hiervan benoemen. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Broeikaseffect

Slide 20 - Tekstslide

schooltv.nl
"Ons klimaat... verandert"
[5:19 - 8:07 min]

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Paragraaf 2.3: Opgave 2, 3, 4, 5 en 6
Zachtjes overleggen buurman/buurvrouw

Slide 26 - Tekstslide

Wat is de oorzaak van klimaatverandering? En noem hiervan minimaal twee gevolgen.

Slide 27 - Open vraag

2.4 Bronnen: gevolgen

Slide 28 - Tekstslide

Bron 1: Verdroging en verzilting
Temperatuurstijging en verminderde neerslag leiden tot verdroging en vergroting kans op verzilting (irrigatie).

Verzilting ook door:
  • oppompen grondwater (zout uit grote diepte komt aan oppervlakte)
  • stijgende zeespiegel (zout zeewater dringt via ondergrond land binnen)

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Bron 3: Risico op verwoestijning
4 factoren:
  • hoe droog een gebied is
  • hoeveel erosie er optreedt
  • hoe vaak er bosbranden zijn
  • of er duurzaam met grondwater wordt omgegaan

Slide 31 - Tekstslide

bv; voorkomen tijgermug, langer hooikoorts, meer kans op overlijden
Bron 4: Gezondheid
Temperatuurstijging heeft gevolgen voor de gezondheid, zoals:
  • meer hart- en vaatziekten
  • slechtere luchtkwaliteit
  • meer allergiedagen
  • meer besmettelijke ziekten, zoals de Aziatische tijgermug

Slide 32 - Tekstslide

Bron 5: Meer kans op bosbranden
Door klimaatverandering kunnen in natuurparken:
  • planten en dieren verdwijnen. (gevolg: de voedselpiramide in deze gebieden stort in)
  • meer bosbranden voorkomen.
https://www.nu.nl/151478/video/snelweg-afgezet-door-grote-bosbrand-in-spanje.html

Slide 33 - Tekstslide

Bron 6: Veranderingen in de landbouw
Een hogere CO₂-concentratie en de hogere temperatuur kunnen in de toekomst leiden tot hogere landbouwopbrengsten. Maar: alleen als er voldoende water beschikbaar is: 
  • Spanje: te weinig water, dus minder landbouwopbrengst
  • Nederland: extreem weer kan leiden tot minder landbouwopbrengst (hagel, buien, droogte).


Slide 34 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Paragraaf 2.3: 2 t/m 5
Paragraaf 2.4: 2 t/m 4

Slide 35 - Tekstslide

schooltv.nl
"Ons klimaat... verandert"
[8:07 - 10:10 min]

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video