Herhaling tekstdoelen en tekstsoorten

§4 Tekstdoelen en tekstsoorten
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

§4 Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 1 - Tekstslide

1. Teksten: titel, alinea's, tussenkopjes
2. Tekstdoelen
3. Oefenen lezen

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les ken je de 5 verschillende tekstdoelen en kan je bepalen welk tekstdoel een tekst heeft. 
  • Aan het einde van de les hebben we begrippen omtrent lezen herhaald. 

Slide 2 - Tekstslide

Onderwerp van een tekst

Slide 3 - Woordweb


= waar de hele tekst over gaat, beschreven in één of een paar woorden  (dus geen hele zin!)

Onderwerp vinden -> Bekijk de titel, de eerste alinea, de tussenkopjes en de plaatjes 
Onderwerp van een tekst

Slide 4 - Tekstslide

Wat vertellen tussenkopjes mij?
Wat zijn tussenkopjes?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide


Informeren 
= lezer informatie over iets uit de werkelijkheid geven.

Voorbeelden: nieuwsbericht, verslag, studieboek, (achtergrond)artikel, folder

Herhaling tekstdoelen

Slide 7 - Tekstslide



Amuseren 
= de lezer vermaken, dit zijn vaak verzonnen gebeurtenissen.

Voorbeelden: roman, strip, cartoon

Slide 8 - Tekstslide


Instrueren  
= de lezer vertellen hoe je iets moet doen

Voorbeelden: instructie, recept, 
bijsluiter

Slide 9 - Tekstslide


Overtuigen  
= de schrijver geeft diens mening en wil dat de lezer het met hem eens is 

Voorbeelden: betoog, ingezonden brief, 
filmbespreking

Slide 10 - Tekstslide


Activeren  
= de schrijver wil dat de lezer iets gaat doen. 

Voorbeelden: reclamefolder, 
advertentie, uitnodiging, affiche, 
flyer

Slide 11 - Tekstslide

de lezer iets nieuws vertellen
de lezer vermaken of laten lezen voor zijn plezier
de lezer overhalen iets te doen
de lezer uitleggen hoe iets zit of hoe je iets doet
een mening geven en uitleggen waarom die mening waar is
informerende tekst
amuserende tekst
activerende tekst
instruerende tekst
overtuigende tekst

Slide 12 - Sleepvraag

Vertelt in één of enkele woorden waar de tekst over gaat
Een onderwerp bestaat vaak uit verschillende stukjes
Het stukje tekst bij een deelonderwerp
Geeft aan waar de alinea over gaat.
Onderwerp
Deelonderwerp
Alinea
Tussenkopje

Slide 13 - Sleepvraag

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 14 - Open vraag


Wat voor tekstdoel is dit?

A
activeren
B
informeren
C
instrueren
D
overtuigen

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor soort tekstdoel is dit?
A
activeren
B
informeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 16 - Quizvraag

Wat voor soort tekstdoel is dit?
A
Overtuigend
B
Amuserend

Slide 17 - Quizvraag

Wat voor soort tekstdoel is dit?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
instrueren

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Teksten van websites
Artikelen uit een krant of tijdschrift
Boeken
Interviews
Schoolboeken
Bronnen

Slide 20 - Woordweb