Lesson up 1691 springen als een kikker

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Waar denk jij aan als je de bron bekijkt?

Slide 3 - Open vraag

Het doel van deze les 
Lesdoel:  je leert hoe je een tekst beter kan begrijpen als je de stapjes tekent. 

Leesdoel:  door het lezen van deze tekst weet je  hoe je leniger en fitter kan worden. Misschien wil je het na het lezen zelf ook gaat sporten. 

Slide 4 - Tekstslide

Onderstreep de volgende woorden in de tekst 


leninger
fitter
squats 
een schouderbreedte
dijen 


Slide 5 - Tekstslide

De juf leest voor. Jij leest mee en onderstreept woorden die je niet begrijpt. 

Slide 6 - Tekstslide

Waarom kun je een oefening beter elke dag een paar keer doen in plaats van een keer heel vaak achter elkaar?

Slide 7 - Open vraag

Vind jij deze oefeningen nuttig voor jou? Waarom wel of niet?

Slide 8 - Open vraag

De juf doet voor 
Ik lees het eerste stukje nog een keer en laat zien hoe ik de stapjes teken zodat ik de tekst beter ga begrijpen. 

Slide 9 - Tekstslide

Nu oefenen we samen 
We oefenen samen om de stapjes van het tweede stukje tekst te tekenen zodat we de tekst beter gaan begrijpen. 

Slide 10 - Tekstslide

In tweetallen 
Het laatste stukje doe je in tweetallen. Dit mag je aan het einde van de les (of tijdens de weektaak) verder afmaken. 

Slide 11 - Tekstslide

Waarom heeft de schrijver nummers voor de zinnen gezet?

Slide 12 - Open vraag

Wat heb jij geleerd tijdens de les van het verhaal?

Slide 13 - Open vraag

Wat heb je geleerd tijdens deze les van de opdracht?

Slide 14 - Open vraag

Wat kom je door deze tekst vooral te weten?
A
Het is leuk om met andere kinderen oefeningen te doen
B
Het is goed voor je lijf om oefeningen te doen
C
Oefeningen moet je onder begeleiding doen, bijvoorbeeld op een sportclub

Slide 15 - Quizvraag

Met welke oefening train je vooral je armspieren?
A
Squats
B
De kikkersprong
C
De work-out met waterflesjes

Slide 16 - Quizvraag

Met welke oefening moet je je handen op de grond houden?
A
de squat
B
de kikkersprong
C
de work out met waterflesjes

Slide 17 - Quizvraag

Je doet de work out met waterflesjes. Ze zijn helemaal gevuld. Hoe kan je de oefening zwaarder maken?
A
door grotere waterflesjes te gebruiken
B
door de oefening langer vol te houden
C
allebei de antwoorden

Slide 18 - Quizvraag

Verwerkingsopdracht 
Maak in tweetallen de tekeningetjes af van de stappen van het laatste stukje tekst "Work-out met waterflesjes".  

Slide 19 - Tekstslide