Jongeren in opstand

Welkom in de geschiedenisles!
Cultureel mentale veranderingen vanaf 1945
Jailhouse rock
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de geschiedenisles!
Cultureel mentale veranderingen vanaf 1945
Jailhouse rock

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?(1)
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Jongeren in opstand
  • Opdrachten
  • Afsluiting  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?(2)
  • Lesdoelen
  • Herhaling 
  • Jongeren in opstand
  • PO
  • Afsluiting  

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

  • Je kunt 2 oorzaken voor het ontstaan van jongerenculturen noemen.

  • Je kent de 3 jongerenculturen nozems, provo’s en hippies. Je kunt deze 3 jongerenculturen herkennen en eigenschappen van deze jongerenculturen noemen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

  • Je weet wat we bedoelen met de seksuele revolutie en kunt aangeven waarin jongeren anders over seks gingen denken dan hun ouders

  • Je kunt uitleggen wat democratisering is en hier voorbeelden van geven.

  • Je weet wat er gebeurde bij de Maagdenhuisbezetting in Amsterdam in 1969.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou jij, als je het voor het zeggen had, veranderen op school?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waarom komen jongeren in de jaren '50 en '60 in opstand tegen hun ouders en de gevestigde orde?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een kenmerk voor de jeugdculturen: nozems, hippies en provo's

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke veranderingen stimuleerde de ontzuiling?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Een eigen cultuur

  • Vanaf de jaren 50 gaan jongeren steeds langer naar school, waardoor ze vaak een hogere opleiding dan hun ouders volgen én in contact kwamen met andere ideeën.
  • Door de stijgende welvaart kunnen (en gaan) jongeren zich steeds meer onderscheiden door hun kleding, kapsel, muziek en manier van omgaan met elkaar. Ze vormden een eigen jeugdcultuur.
Elvis Presley (1935-1977) was een Amerikaans zanger en acteur. Hij wordt vaak The King of Rock and Roll of kortweg The King genoemd. Veel ouders spraken schande van de bewegingen die Elvis met zijn heupen maakt: "Het had alleen maar te maken met seks!"

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Nozems

  • Nozems zijn vaak werkende jongeren. Ze dragen spijkerbroeken, leren jassen en hadden vetkuiven. Meisjes dragen korte rokken en petticoats
  • Ze staan in groepjes bij elkaar op straat of bij een snackbar, hangend op hun brommer en maken (volgens ouderen...) veel lawaai en schreeuwden naar voorbijgangers. 
  • Ze luister naar rock-’n-rollmuziek, uiteraard uit Amerika.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hippies

  • Amerikaanse jongeren komen in protest tegen de oorlog die hun regering voert in Vietnam. Hieruit ontstaat de hippie- of flowerpowercultuur
  • Eind jaren zestig komt deze jeugdcultuur ook naar Nederland. De hippies hebben lange haren en vrolijke, kleurrijke kleding. Ze willen zo eenvoudig mogelijk en zonder luxe leven. 
  • De slogan van de hippies is: ‘Make love, not war’
Het Woodstock-festival (1969) wordt wel gezien als hét hippie-festival. Bijna alle grote bands uit die tijd waren aanwezig bij '3 Days of Peace & Music'. Hoewel het wereldberoemd is geworden, was het bijzonder slecht georganiseerd (slechte sanitaire voorzieningen) en kwamen er veel te veel mensen binnen (zonder te betalen). De organisatie maakte dan ook geen winst.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Provo

  • Halverwege de jaren zestig ontstaat in Amsterdam de provobeweging. 
  • Provo komt van het woord ‘provoceren’, dat ‘uitdagen’ of ‘uitlokken’ betekent.
  • Dat is ook precies wat de provo’s willen: iets doen of zeggen om een reactie uit te lokken
  • Met ludieke acties, grappig en zonder geweld, wilden zij de ouderen aan het denken zetten. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een kenmerk voor de jeugdculturen nozems, hippies en provo's

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Meer inspraak

  • Jongeren hadden in de politiek weinig te zeggen: stemmen mocht pas vanaf 23 jaar.
  • Ook op scholen en universiteiten, waar dingen nog op de 'ouderwetse manier' gingen, hadden jongeren kritiek
  • Omdat ze niet veel konden inbrengen begonnen jongeren in de jaren 60 meer inspraak te eisen. Dit heet democratisering

In september 1969 bezetten studenten het Maagdenhuis in Amsterdam. Dit is het bestuursgebouw van de Universiteit Amsterdam. Ze probeerden hiermee meer inspraak te bereiken. 

Toen na vijf dagen de politie hen met harde hand verwijderde, leek alles voor niets. Toch kwam er langzaamaan steeds meer inspraak voor studenten op scholen en universiteiten. Maar ook op het werk werd veel democratischer met beslissingen omgegaan: personeel en directie gingen steeds vaker samen overleggen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=6XRAEYtB8YA

Seks? Heel gewoon!

  • Jongeren gingen vanaf de jaren 60 heel anders met seksualiteit om dan hun ouders.
  • Taboes als homoseksualiteit, geboortebeperking, abortus en seks buiten huwelijk, waren bij jongeren juist wél bespreekbaar
  • Deze verandering in denken over seksualiteit heet: seksuele revolutie
Op 9 oktober 1967 verscheen de kunstenares Phil Bloom geheel naakt in het VPRO-programma Hoepla, wat een primeur voor de Nederlandse televisie was. Het leidde tot grote commotie en zelfs tot Kamervragen in de Tweede Kamer. Ook haalde Phil met haar optreden de internationale pers.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbanden en invloeden
  • Alles in de wereld heeft een connectie met elkaar, ze staan met elkaar in verband.
  • Dit geven we vorm via oorzaken en gevolgen.
  1. Indirecte oorzaak
  2. Aanleiding
  3. Korte termijn gevolg 
  4. Lange termijn gevolg

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak-gevolg

  • Indirecte oorzaken: ik heb slecht geslapen, niet goed opgelet in de les, huiswerk niet gemaakt, lage concentratie
  • Directe oorzaak (aanleiding): de toets slecht gemaakt

Gebeurtenis:  Ik haal een drie voor mijn geschiedenis PTO

  • Korte termijn gevolg: mijn ouders zijn boos, ik ben teleurgesteld, daling motivatie
  • Lange termijn gevolg: meer slechte cijfers,  opleiding niet gehaald :c

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak-gevolg
In tweetallen:
  • Indirecte oorzaken:
  • Directe oorzaak (aanleiding):

Gebeurtenis: Jongeren eisen in de jaren '60 en '70 meer inspraak in het bestuur (democratisering)

  • Korte termijn gevolg:
  • Lange termijn gevolg:

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak-gevolg
In tweetallen:
  • Indirecte oorzaken: de wederopbouw, de loongolf, ontstaan jeugdculturen, de roep om meer (seksuele) vrijheid.
  • Directe oorzaak (aanleiding): de weinige invloed die jongeren hebben over het bestuur en om beslissingen te maken in instituten waarin zij zich begeven.

Gebeurtenis: Jongeren eisen in de jaren '60 en '70 meer inspraak in het bestuur (democratisering).

  • Korte termijn gevolg: meer invloed voor jongeren op het bestuur van bv. universiteiten via raden en commissies (MR), aanpassingen in statuten en regels, raden voor inspraak.
  • Lange termijn gevolg: een sterkere democratische staat, een progressievere samenleving, een kritischere samenleving, verlaging van de stemleeftijd van 23 naar 18.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
Paragraaf 3 - Jongeren in opstand
Bladzijde: 21 t/m 27
Opdrachten: 5, 8, 11, 14 (!)



Schrijf dit in de Plenda!
timer
20:00

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 14
  • a. Een voetbalstadion, heftig discussiërende toeschouwers, een scheidsrechter die het aantal voor- en tegenstanders voor een penalty telt en voetballers op het veld die wachten tot ze weer verder mogen spelen (één zit een krant te lezen, één is uitgebreid aan het gapen). 
  • b. 1969
  • c. Democratisering in het bestuur kan ervoor zorgen dat het heel erg lang duurt voordat er iets besloten kan worden.
  • d. De wanhopige blik in de ogen van de scheidsrechter, de spelers op het veld die zich zichtbaar vervelen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5
  • a. Het woord provo komt van provoceren en dat betekent uitdagen. Provo daagde de mensen op een ludieke manier uit.
  • b. Een grappige actie waarmee je de aandacht probeert te trekken voor een bepaald onderwerp.
  • c. Met een ludieke actie zoek je aandacht. Als je op tv komt, krijg je veel aandacht.
  • d. Provo was kritisch en niet zomaar gehoorzaam. Dat was nieuw in die tijd. Vooral volwassenen moesten daaraan wennen.
  • e. De provo’s vragen aandacht voor de grote ongelijkheid in de wereld.
  • f. Bron 30 is kenmerkend voor de ideeën van Provo, want de jongeren van Provo zijn tegen al dat consumeren en maken zich zorgen over problemen in de wereld zoals ongelijkheid en honger.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 8 
  • a. De televisie, want door de televisie kwamen de beelden van oorlogsgeweld en honger ineens de woonkamer binnen. Veel meer mensen werden zich bewust van al het onrecht in de wereld en wilden hier iets tegen doen.
  • b.  Als reactie op de Vietnamoorlog.
  • c. Hippies waren tegen de Vietnamoorlog. Make love, not war betekent: Bedrijf de liefde en voer geen oorlog.
  • d. Hier moesten zij niets van hebben. Zij wilden zo eenvoudig mogelijk en zonder luxe leven.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 11
  • a. C & D
  • b. Ja, mensen gingen in korte tijd heel anders denken over seksualiteit.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht PO
  • Open een word document en ga aan de slag met het stappenplan.
  • De rest van het uur. 
  • Koppel terug wat je kiest / verzin deelvragen
  • Lees vooruit

timer
15:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Aan het eind van deze les:

  • Je kunt uitleggen dat school een belangrijke rol speelde bij het kritisch worden van jongeren na de 2e Wereldoorlog.

  • Je kunt 2 oorzaken voor het ontstaan van jongerenculturen noemen.

  • Je kent de 3 jongerenculturen nozems, provo’s en hippies. Je kunt deze 3 jongerenculturen herkennen en eigenschappen van deze jongerenculturen noemen.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Aan het eind van deze les:

  • Je weet wat we bedoelen met de seksuele revolutie en kunt aangeven waarin jongeren anders over seks gingen denken dan hun ouders

  • Je kunt uitleggen wat democratisering is en hier voorbeelden van geven.

  • Je weet wat er gebeurde bij de Maagdenhuisbezetting in Amsterdam in 1969.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Fijne dag!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassen
  • Welke jeugdcultuur gaat de bron over?
  • Wat is de boodschap van de tekenaar?
  • Stripboek uit 2007

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassen
Bij welke jeugdcultuur hoort deze poster?
De vrijheid van meningsuiting in Nijmegen werd volgens bepaalde groeperingen in Nijmegen, waaronder de PSP, beperkt door een politieverordening aangaande een plakverbod inhoudende dat geen posters mogen worden opgeplakt op openbare plekken zonder toestemming van de gemeentelijke overheid. Op deze poster (uit 1978) werd een oproep gedaan om tegen dit plakverbod in te gaan en werd gepleit voor vrijheid van meningsuiting. Er werd een demonstratie en een forum discussie gehouden om dit te bewerkstelligen en daarna zou er een swingfeest zijn. De demonstratie heeft geleid tot nogal wat juridische strijd over de rechtmatigheid van dit plakverbod, zie hiervoor De Gelderlander van 11-12-1978, 30-1-1980, 7-1-1981 en 19-11-1981.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies