GS herh 2.3 en intro 2.4 TH 1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Oefentoetsje 2.3

Check hiermee of je de leerdoelen van 2.3 hebt gehaald

2.3 Leerdoel 1

Je kunt uitleggen hoe belangrijk goden waren in het leven van de Grieken.

De Grieken geloofden in

1. één god
2. veel goden

Een mythe is een

Met deze godenverhalen legden ze gebeurtenissen uit die ze niet

Om de goden gunstig te stemmen

1. bouwden de Grieken tempels
2. organiseerden de Grieken sportwedstrijden
3. vroegen de Grieken de goden om advies
4. A, B en C zijn goed

Je kunt uitleggen hoe belangrijk goden waren in het leven van de Grieken.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel

2.3 Leerdoel 2

Je kunt uitleggen hoe Griekse wetenschappers gingen denken en onderzoeken.

Vanaf de 6e eeuw v.C. waren er Grieken die niet meer geloofden dat alles het werk was van

Door ... probeerden ze een logische verklaring te vinden voor natuurlijke verschijnselen

Volgens deze arts hadden ziektes geen goddelijke, maar een biologische oorzaak:

1. Hippocrates
2. Herodotus
3. Pythagoras
4. Aristoteles

Deze wetenschapper deed onderzoek naar de geschiedenis om erachter te komen of het wel echt gebeurd was

1. Hippocrates
2. Herodotus
3. Pythagoras
4. Aristoteles

Dit was een 'liefhebber van de wijsheid'

1. Hippocrates
2. Archimedes
3. Pythagoras
4. Aristoteles

Je kunt uitleggen hoe Griekse wetenschappers gingen denken en onderzoeken.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel

2.3 Leerdoel 3

Je kunt uitleggen wat de kenmerken zijn van de Griekse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst.

als de linker en de rechterhelft elkaars spiegelbeeld zijn

stenen paal

beeldhouwwerk op een vlakke ondergrond

Afbeelding van voorbeeld Griekse (bouw)kunst

Je kunt uitleggen wat de kenmerken zijn van de Griekse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel

2.3 Leerdoel 4

Je kunt uitleggen welke culturele eenheid er was onder de Grieken.

Qua ... waren de Griekse stadstaten verschillend

1. cultuur
2. bestuur

Qua ... waren de Griekse stadstaten hetzelfde

1. cultuur
2. bestuur

De Grieken hadden

1. dezelfde taal
2. hetzelfde schrift
3. dezelfde goden
4. A, B en C zijn goed

Je kunt uitleggen welke culturele eenheid er was onder de Grieken.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel

Introductie 2.4

Een korte kennismaking met de nieuwe paragraaf

(3 leerdoelen)

Je kunt uitleggen hoe de Grieken samen streden tegen de Perzen.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel

Je kunt uitleggen welke oorlog de Grieken onderling voerden.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel

Je kunt uitleggen hoe de Grieken samen sportten ter ere van de goden.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel