4TL 10.2 Zwanger en bevallen les 2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 10 Voortplanting 

10.1 Man en vrouw

10.2 Zwanger en bevallen les 2

10.3 Opgroeien

10.4 Voortplanting met bloemen

10.5 Voortplanting zonder bloemen

Paragraaf 10.2 Zwanger en bevallen les 2

Leerdoelen

- Je kunt vertellen wanneer een vrouw zwanger is.

- Je kunt uitleggen hoe een kind groeit in de baarmoeder.

- Je kunt uitleggen hoe de bevalling gaat.

- Je kunt uitleggen waarom en hoe zwangere vrouwen de baby laten onderzoeken.

- Je kunt uitleggen hoe een tweeling ontstaat.

Bevalling

Indaling: enkele weken voor de bevalling.

Tijdens de bevalling:

1. Ontsluiting; door weeën gaat de baarmoedermond open. 

2. Uitdrijving: sterke weeën, persweeen, de baby komt via de vagina naar buiten. 

3. Nageboorte: door 1 of meer weeën komt de placenta met vruchtvliezen en de resten van de navelstreng. 

Tweeling

Placenta of placenta's?

Bij een 2-eiige tweeling; altijd twee placenta's.

Een 1-eiige tweeling kan 1 of of 2 placenta's hebben. Is de splitsing vóór innesteling dan 2 placenta's. Is de splitsing ná innesteling 1 placenta.

Prenataal onderzoek

1. Echo

De baby wordt zichtbaar doormiddel van geluidsgolven.

2. Vlokkentest (cellen uit de placenta) en vruchtwaterpunctie (cellen uit het vruchtwater): een arts onderzoekt de chromosomen (DNA) in de celkern van de cellen van het ongeboren kindje. 

Wat is een stuitligging?

1. het kindje komt eerst met het kontje naar buiten.
2. het kindje komt eerst met het hoofdje naar buiten

In welke fase komt het kindje door de vagina naar buiten?

1. ontsluiting
2. uitdrijving
3. nageboorte

Lezen: blz 38 t/m 43

Maken: opdracht 1 t/m 11

Volgende les:

10.3 

Opgroeien