Engels H5 I

H5 onderdeel I en J
maken van engelse zinnen.
grammar : past perfect.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H5 onderdeel I en J
maken van engelse zinnen.
grammar : past perfect.

Slide 1 - Tekstslide

Grammar 7: past perfect
De past perfect betekent 'voltooid verleden tijd'

Je gebruikt de past perfect om twee gebeurtenissen in het verleden te bespreken, en aan te geven dat iets eerder is gebeurd dan iets anders. De past perfect geeft dan aan wat het langst geleden is:
As soon as everyone had left, he went to bed
Before I went to school, I had eaten a sandwich


De past perfect staat dan vaak samen met de past simple (verleden tijd) in een zin. 
Hij komt nooit voor zonder een andere verleden tijd in de zin!

Slide 2 - Tekstslide

Grammar 7: past perfect
Daarnaast gebruik je de past perfect bij de indrecte rede. Je geeft dan aan dat iemand iets eerder al heeft gezegd:

Alexis said that she hadn't read the book
Lucas mentioned that he had bought a new game

Slide 3 - Tekstslide

Grammar 7: past perfect
Je vormt de past perfect door:
had + voltooid deelwoord.

Vaak staat de past perfect in een zin met één van de volgende woorden:
after, before, when, as soon as

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

What happened first?
After he had seen his girlfriend with another guy, he was very sad.
A
He saw his girlfriend with another guy
B
He was very sad
C
Both happened at the same time.

Slide 8 - Quizvraag

What happened first?
When I got to the party, everybody had already left
A
I got to the party
B
everybody left
C
Both happened at the same time

Slide 9 - Quizvraag

What happened first?
I was in trouble because I had been caught cheating on my test
A
I was in trouble
B
I was caught cheating on my test
C
Both happened at the same time

Slide 10 - Quizvraag

I was hungry because my brother .................... all the bread
A
had eaten
B
has eaten
C
ate
D
had eated

Slide 11 - Quizvraag

The film .................... (already / start) when we ............. (get) to the cinema
A
already started - had got
B
had already started - got
C
already started - got
D
had already started - had got

Slide 12 - Quizvraag

There ...... (be) a fire because someone ................ (leave) the stove on.
A
is - had left
B
had been - left
C
was - had left
D
had been - leaves

Slide 13 - Quizvraag

Their mother was upset because they ................... a huge mess in the kitchen
A
have made
B
had maked
C
had made
D
had been making

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Link