Werkwoordspelling, hoofdletters en interpunctie

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Uitleg en oefenen spelling

eerst terugblik werkwoordspelling 

werkwoordspelling

Hoe zat het ook al weer?

grrrrrr

We hebben de werkwoordspelling ......

We hebben deze les dus al hard....

Nu weet ik precies hoe dit werkwoord .... moet worden!

herhaalt

herhaald

gewerkt

gewerkd

gespelt

gespeld

gespeldt

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. Kerstcadeau
2. kerstcadeau

Hoofdletter of een hoofdletter?

1. Ameland
2. ameland

Wat is goed?

1. 's Middags ga ik naar huis.
2. 'S middags ga ik naar huis.

Hoofdzin - bijzin (niet belangrijk)

Hoofdzin: je kunt niets plaatsen tussen het OW en de PV

Bijzin: je kunt iets plaatsen tussen het OW en de PV

Hij gaat niet naar huis, want het is al donker.

Omdat het donker is, gaat hij niet naar huis.

Bij welke zin gebruik je een uitroepteken?

1. Heel erg leuk
2. Waarom doe je zo
3. Wat heb ik gedaan
4. Vandaag ga ik sporten

Waar moet de komma?

1. Als jij een film uitzoekt maak, ik het eten klaar.
2. Als jij een film uitzoekt maak ik het eten klaar.
3. Als jij een film uitzoekt, maak ik het eten klaar.
4. Als jij een film, uitzoekt maak ik het eten klaar.

kom gauw jeroen zit in de kantine

Sleep de leestekens naar juiste plaats

HOOFD-

LETTER

HOOFD-

LETTER

.

.

?

?

!

!

,

,