Lesweek 21 mei 2022-2023

Maandag 21 mei
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Maandag 21 mei

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jayden
Fenna
Arzou
Linde
Tim
Jesper
Emma
Lars
Bryan
Jenna
Jaylen
Najema
Bertine
Quinten
Teun
1. Spullen pakken                                             (Werkboek, schrift, een pen en dichte iPad)

Docent
Damien
Welkom!
Linde

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijn
Kenji
Tygo
Kerem
Berat
Zeynep
Sinem
Kaylee
Gigi
Hala
Aleesa
Lina
Mayra
Linn
Docent
Pon
1. Spullen pakken                                  (Werkboek, schrift, een pen en een dichte iPad)  
Welkom!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rules
Grammatica present perfect
Dictee!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dictee- huiswerk


Leren t/m useful blz. 196


Totaal 10 woorden









Slide 5 - Tekstslide

EN-NL
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.

NL-EN
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
Onregelmatige werkwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Unit 5 - lesson 5
Grammatica uitleg
Onregelmatige werkwoorden

Opdracht 6                              blz. 188
Opdracht 7                              blz. 188
Opdracht 8                              blz. 188

Klaar? 
- Woorden leren vanaf        blz. 194
Magister- Leermiddelen- EN allright - Unit 4 - Lesson 4.2 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present perfect
(+) wie + has/have + hele werkwoord + ed                (I have lived here for 3 years)
                 
(-) Wie + hasn't/haven't+ hele werkwoord + ed      (It hasn't rained for long)

(?) Has/Have + wie + hele werkwoord + ed               (Have you tried for long?)


I, you, we, they   =     have                                       Werkwoord eindigt op y? -> ied
He, she, it             =     has

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoegelijk naamwoord

Zegt iets over iets of iemand.


That house is old
The boy is shy.

Het bijvoeglijk naamwoord veranderd nooit!
Bijwoord

Zegt iets over een actie of het bijvoeglijk naamwoord. (Hoe?)

That house is very old!
The girl talks shyly.

Een bijwoord eindigt vaak met +ly. Niet altijd!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woensdag 10 mei

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijn
Kenji
Tygo
Kerem
Berat
Zeynep
Sinem
Kaylee
Kaylee T.
Gigi
Hala
Aleesa
Lina
Mayra
Linn
Docent
Pon
1. Spullen pakken                                                          (Leesboek, werkboek en een pen)
Welkom!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jayden
Fenna
Arzou
Linde
Tim
Jesper
Emma
Lars
Bryan
Jenna
Jaylen
Najema
Bertine
Quinten
Teun
1. Spullen pakken                                               (Leesboek, werkboek en een pen)

Docent
Damien
Welkom!
Linde

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rules
Unit 6 - lesson 2
Lezen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Unit 6 - lesson 2

Opdracht 3                           blz. 205
Opdracht 4                           blz. 205
Opdracht 2                           blz. 204


Klaar?
Woorden leren vanaf blz. 231
Magister- Leermiddelen- EN allright - Unit 4 - Lesson 4.2 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Unit 5 - grammatica
Will /won't / shall  
06570923

Bijvoegelijk v.n.w. en bijwoord 
04975759

Present perfect (regelmatig)
0329674
02147264 (2Ba al af)
01221740



Magister- Leermiddelen- EN allright - Unit 4 - Lesson 4.2 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Donderdag 11 mei

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijn
Kenji
Tygo
Kerem
Berat
Zeynep
Sinem
Kaylee 
Gigi
Hala
Aleesa
Lina
Mayra
Linn
Docent
Pon
1. Spullen pakken                                             (Werkboek, een pen en een dichte iPad)

Welkom!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jayden
Fenna
Arzou
Linde
Tim
Jesper
Emma
Lars
Bryan
Jenna
Jaylen
Najema
Bertine
Quinten
Teun
1. Spullen pakken                                              (Werkboek, een pen en een dichte iPad)
Docent
Damien
Welkom!
Linde

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rules
Unit 6 - Lesson 2/3

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Unit 5 - lesson 2/3

Opdracht 10                              blz. 207
Opdracht 2                                blz. 209
Opdracht 7                                blz. 212


Klaar? 
- Woorden leren                     blz. 231
- Woorden leren WRTS lijsten
Magister- Leermiddelen- EN allright - Unit 4 - Lesson 4.2 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammatica herhalen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Will/ won't/ shall           (zullen)
(+) Wie + will + hele werkwoord                                             (We will open the door)


(-) Wie + won't + hele werkwoord                                         (We won't open the door)


(?) Will + you, he, she, it, they + hele werkwoord           (Will you open the door?)
      Shall + I, we + hele werkwoord                                       (Shall we open the door?)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(+) I ___________ e-mail it to you right now!
A
Will
B
Won't
C
Shall

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(-) Mom! He _________ eat his dinner!
A
Will
B
Won't
C
Shall

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(?) _______ she help you tomorrow?
A
Will
B
Won't
C
Shall

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(?) ________ I carry that for you?
A
Will
B
Won't
C
Shall

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak deze bevestigende zin (+) ontkennend (-)

(+) He will give me money.


A
He will'nt give me money
B
He shall not give me money
C
Will he not give me money?
D
He won't give me money

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin nu vragend (?).

(+) He will give me money.
(-) He won't give me money.
A
Will he not give me money?
B
Shall he give me money?
C
Will he give me money?
D
Won't he give me money?

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies