priemgetallen

Leerdoel
Na deze les weet je wat een priemgetal is en kan je een getal schrijven als een vermenigvuldiging van priemgetallen.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoel
Na deze les weet je wat een priemgetal is en kan je een getal schrijven als een vermenigvuldiging van priemgetallen.

Slide 1 - Tekstslide

Priemgetal en afspraken
Een priemgetal is een getal dat alleen deelbaar is door 1 of door zichzelf.

Het getal 1 is geen priemgetal.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe kan je priemgetallen vinden?
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50

Slide 3 - Tekstslide

Hoe kan je priemgetallen vinden?
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50

Slide 4 - Tekstslide

Hoe kan je priemgetallen vinden?
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kan je priemgetallen vinden?
2
3
5
7
9
11
13
15
17
19
21
23
25
27
29
31
33
35
37
39
41
43
45
47
49

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kan je priemgetallen vinden?
2
3
5
7
9
11
13
15
17
19
21
23
25
27
29
31
33
35
37
39
41
43
45
47
49

Slide 7 - Tekstslide

Hoe kan je priemgetallen vinden?
2
3
5
7
11
13
17
19
23
25
29
31
35
37
41
43
47
49

Slide 8 - Tekstslide

Hoe kan je priemgetallen vinden?
2
3
5
7
11
13
17
19
23
25
29
31
35
37
41
43
47
49

Slide 9 - Tekstslide

Hoe kan je priemgetallen vinden?
2
3
5
7
11
13
17
19
23
29
31
37
41
43
47
49

Slide 10 - Tekstslide

Hoe kan je priemgetallen vinden?
2
3
5
7
11
13
17
19
23
29
31
37
41
43
47

Slide 11 - Tekstslide

Is 11 een priemgetal?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Is 26 een priemgetal?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

En nu? Wat kan je hier mee?
Alle getallen kan je schrijven als een vermenigvuldiging van priemgetallen. (behalve als het getal een priemgetal is)

vb:   6 = 2 x 3
24 = 2 x 2 x 2 x 3

Je ziet dat dat al lekker snel oploopt.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe doe je dit?
Een voorbeeld:
Schrijf het getal 42 als een vermenigvuldiging van priemgetallen.

Eerst probeer je het getal te delen door 2. (het kleinste priemgetal!)
42 = 2 x 21
Nu probeer je het getal 21 te delen door 2. (Nog steeds het kleinste priemgetal!)
Dat kan niet. Het volgende priemgetal is 3. Dat probeer je nu.
21 = 3 x 7  (en 7 is ook priem)

Dus 42 = 2 x 3 x 7

Slide 15 - Tekstslide

Schrijf het getal 10 als een vermenigvuldiging van priemgetallen.

Slide 16 - Open vraag

Schrijf het getal 30 als een vermenigvuldiging van priemgetallen.

Slide 17 - Open vraag

Wat kan je met priemgetallen?
Je denkt dat je ze nooit ziet in het dagelijks leven. Dat is deels ook zo. Toch gebruik je ze, zonder dat je weet, wel eens.

Als je online iets koopt, betaal je vaak met bankpas. Dan heb je daar een kastje voor waarop je een getal krijgt te zien, die je moet intoetsen. Hierbij gebruikt de bank heel grote priemgetallen! Je moet dan denken aan getallen met 20 miljoen getallen. Via berekeningen laten ze de controle uitvoeren. Priemgetallen worden dus veel gebruikt in de beveiliging.

Priemgetallen zijn namelijk uniek!

Slide 18 - Tekstslide