Rekenen groep 7

Doel
Ik kan miljoenen uitspreken en opschrijven, 
ook getallen als 2,5 miljoen. 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Doel
Ik kan miljoenen uitspreken en opschrijven, 
ook getallen als 2,5 miljoen. 

Slide 1 - Tekstslide

0
1 miljoen
I

Slide 2 - Tekstslide

2
3 miljoen
I

Slide 3 - Tekstslide

Hoe spreek je het getal uit?
  • 5 000 000
  • 7 600 000
  • 2 670 000
  • 3 920 400
  • 9 815 412

Slide 4 - Tekstslide

Nu jullie
Schrijf een getal boven een miljoen op je wisbordje. 
Laat je schoudermaatje het getal uitspreken. 

Slide 5 - Tekstslide

In de context
De chipsfabriek produceert:
600 000 zakjes naturel chips
0,85 miljoen zakjes paprika chips

Hoeveel zakjes paprika chips worden er meer geproduceerd dan naturel chips?

Slide 6 - Tekstslide

In de context
De chipsfabriek produceert:
1,75 miljoen zakjes naturel chips
750 000 zakjes paprika chips

Hoeveel zakjes naturel chips worden er meer geproduceerd dan paprika chips?

Slide 7 - Tekstslide

In de context
De chipsfabriek produceert:
1,5 miljoen zakjes naturel chips
900 000 zakjes paprika chips

Hoeveel zakjes naturel chips worden er meer geproduceerd dan paprika chips?

Slide 8 - Tekstslide

De fabriek had een omzet van 1,8 miljoen euro.
De kosten van de fabriek waren 0,8 miljoen euro.

Hoeveel winst heeft het bedrijf gemaakt?
A
1 100 000
B
900 000
C
1 000 000
D
1 600 000

Slide 9 - Quizvraag

De fabriek had een omzet van 1,3 miljoen euro.
De kosten van de fabriek waren 400 duizend euro.

Hoeveel winst heeft het bedrijf gemaakt?
A
700 000
B
900 000
C
1 700 000
D
1 100 000

Slide 10 - Quizvraag

Blok 2 week 1 les 1
Maak opgave 1, 2 en 3
Maak daarna opgave 0

Klaar?
Vul je doelenblad in en werk aan je persoonlijke leerdoelen.

Slide 11 - Tekstslide

Gooi de dobbelsteen!
Wat was het doel?                                                                     Wat was het doel?

Hoe ging het samenwerken?                                               Kon je je concentreren?

Wat vond je moeilijk?                                                                Wat lukte goed?

Slide 12 - Tekstslide