overig

Zwaartepunt
Het punt ten opzichte waarvan de massa van dat object in evenwicht is
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zwaartepunt
Het punt ten opzichte waarvan de massa van dat object in evenwicht is

Slide 1 - Tekstslide

Waar bevindt zich bij een voorwerp het zwaartepunt
A
Aan de randen
B
In het midden
C
waar het voorwerp in evenwicht is
D
Nergens

Slide 2 - Quizvraag

Vector
Een vector heeft grootte, 
richting en een aangrijpingspunt.

We tekenen een vector met een pijl:
  • De lengte van de pijl geeft de grootte van de kracht aan.
  • De richting van de pijl geeft de richting van de kracht aan.
  • De beginpunt van de pijl is de aangrijpingspunt.

    Slide 3 - Tekstslide

    Stappen voor vectordiagram
    Stap 1 – Kies een krachtenschaal 
                             (b.v. 1 cm = 5N, dus 15 N = 3 cm)
    Stap 2 – Denk goed na over het aangrijpingspunt, en richting.
    Stap 3 – Teken de kracht 
                      Voorbeeld: Teken een kracht van 60N naar rechts. 
                      Schaal 1cm = 10 N

    Slide 4 - Tekstslide

    Evenwicht
    Als twee evengrootte krachten in tegenovergestelde richtingen werken. B.v. een boek op tafel.
    Normaalkracht
    Zwaartekracht
    Als krachten in evenwicht zijn dan zeggen we de resultante kracht 
    is 0 N
    (Fr)

    Slide 5 - Tekstslide

    Normaalkracht 
    De kracht die loodrecht op het raakvlak met een voorwerp werkt.
    (Fn)
    Normaalkracht
    Normaalkracht

    Slide 6 - Tekstslide

    Resultante kracht
    De optelsom van alle krachten samen.
    Ook wel genoemd: resulterende kracht, netto kracht of somkracht.
    (Fr)

    Slide 7 - Tekstslide

    Krachten in dezelfde beweegrichting...
    worden bij elkaar geteld.

    Slide 8 - Tekstslide

    Krachten in tegenovergestelde richtingen...

    worden van elkaar afgetrokken.
    Krachten
    Resultante kracht

    Slide 9 - Tekstslide

    Welke drie dingen zijn belangrijk bij het tekenen van een kracht?

    Slide 10 - Open vraag

    Vaardigheid: krachtendiagram tekenen
    Stap 1 – Kies een krachtenschaal 
                              (b.v. 1 cm = 5N, dus 15 N = 3 cm) 
    Stap 2 – Denk goed na over de aangrijpingspunt, en richting.
    Stap 3 – Teken de kracht 

    Voorbeeld 1: Teken een kracht van 1 800 N naar rechts

    Slide 11 - Tekstslide

    Normaalkracht
    Fn

    Slide 12 - Tekstslide

    Slide 13 - Tekstslide

    Hoe wordt de kracht genoemd die in het touw werkt?
    Wat is de richting van deze kracht?

    Slide 14 - Open vraag

    Voorbeeld 2
    Een bloempot staat op een tafel. Teken een krachtendiagram en laat alle krachten zien die inwerken.

    Slide 15 - Tekstslide

    Voorbeeld 3
    Tijdens een touwtrek kompetitie trekt Koos met een kracht van 340 N naar links, en Piet met een kracht van 360 N naar rechts. Bereken de resultante kracht en laat vervolgens alle krachten in een krachten diagram zien.

    Slide 16 - Tekstslide

    Begeleide inoefening vraag:
    Een lift heeft een totale massa van 1 200 kg (met passasiers). De motor oefent een kracht van 12 060 N naar boven uit op deze lift.
    1. Bepaal de resultante kracht op de lift
    2. Teken een krachten diagram om alle krachten op de lift te laten zien.

    Slide 17 - Tekstslide