KT 4.3 - In en om het kasteel

Hoofdstuk 4.3
In en om het kasteel
Tekstboek Blz. 58+59
Werkboek blz. 74 t/m  76
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4.3
In en om het kasteel
Tekstboek Blz. 58+59
Werkboek blz. 74 t/m  76

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling 4.1 + 4.2
  • De drie standen 
  • Het leenstelsel
  • Karel de Grote

Slide 2 - Tekstslide

Standensamenleving

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

2. De koning en zijn leenmannen
Karel de Grote & de Franken (2)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen 4.3
Aan het eind van deze les kun je:

  • Ik kan uitleggen hoe de mensen in en om het kasteel leefden.
  • Ik kan de drie standen uit de vroege middeleeuwen opnoemen.
  • Het leen en hofstelsel uitleggen
  • het drieslagstelsel uitleggen

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf zoveel mogelijk
woorden op die bij deze
afbeelding horen.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Het kasteel was niet meer dan een versterkte wachttoren. Hier woonde de leenheer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden zoals bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de leenheer. De wapenuitrusting moesten ze dan zelf betalen.
De akkers van de leenheer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was.
De grote boerderij (hoeve) is van de leenheer. Hier woonde de leenheer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast de boerderij woonden de horige boeren als er gevaar dreigde, zoals oorlog.
Bij het grote boerderij waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten de veilige muren
Het domein was eigendom van de heer die daar met zijn horigen woonde. Het domein was een dorp dat helemaal voor zichzelf kon zorgen, zij hadden dus niemand anders nodig.

Op het domein waren de huizen van hout gemaakt. Het enige gebouw dat van steen gebouwd was, was de kerk. Geloof was voor de mensen in de middeleeuwen namelijk erg belangrijk en ik Europa was bijna iedereen christelijk.

Slide 10 - Tekstslide

Veel plichten, 
weinig rechten

  • Iedereen op het domein van de leenman hoorde bij het domein.

  • De boeren werden horigen van de leenman: ze moesten gehoorzaam zijn en waren zijn eigendom.

  • Om op de grond van de leenman te  wonen, moest je belasting betalen.

  • De horigen waren ook verplicht om herendiensten (klusjes) te doen.

  • Een horige moest overal toestemming voor vragen, ook om te trouwen.

  • Een gevluchte horige was na een jaar en een dag een vrije boer.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

  • horigen
  • eigendom
  • Oogst
  • vechten
  • herendiensten
  • bescherming

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

ontstaan van horigheid

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Het drieslagstelsel
  • Als landbouwgrond elk jaar wordt gebruikt, dan wordt de grond onvruchtbaar, waardoor de oogst steeds minder wordt.

  • Met het drieslagstelsel werd de grond verdeeld in drie stukken,
    waarbij elk jaar één stuk grond niet gebruikt werd (braak).  

  • Hierdoor kon de grond herstellen en werd de opbrengst hoger. Een belangrijke verandering dus!

Slide 17 - Tekstslide

Braak
🐄
Zomergraan
🏖
Hoe werkt het drieslagstelsel?
Jaar 1 
Jaar 2 
Jaar 3 
Wintergraan
☃️
Zomergraan
🏖
Braak
🐄
Wintergraan
☃️
Braak
🐄
Wintergraan
☃️
Zomergraan
🏖
Het land werd in drie stukken verdeeld. Ieder jaar was er een stuk waarop zomergraan werd verbouwd, een stuk waar wintergraan op werd verbouwd en een stuk dat braak lag.

Slide 18 - Tekstslide

Controle vragen

Slide 19 - Tekstslide

Waar werden de kastelen voor gebouwd?
A
Voor bescherming
B
Om lekker te wonen
C
Om te laten zien hoe rijk je bent.
D
Voor de koning

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn horigen?
A
Boeren die op het gebied van de graaf werken.
B
Boeren die hun eigen stuk land hebben.
C
Ridders die voor de graaf vechten
D
Boeren met een uitstekend gehoor.

Slide 21 - Quizvraag

Wat moesten de horigen niet doen voor de graaf?
A
Een deel van hun oogst geven
B
Voor de graaf vechten.
C
Klusjes voor de graaf doen.
D
het land beschermen

Slide 22 - Quizvraag

Hoe noem je de klusjes die horigen voor de graaf moesten doen?
A
leenstelsel
B
Horigen
C
Herendiensten
D
leenman

Slide 23 - Quizvraag

Hoe noem je de drie groepen waaruit de middeleeuwse samenleving betstond?
A
Standen
B
Adel
C
Geestelijkheid
D
leenstelsel

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het drieslagstelsel?

Slide 25 - Open vraag

Aan het werk
Maken werkboek 4.3
Tekstboek Blz. 58+59
Werkboek blz. 74 t/m 76
Opdracht 1 t/m 9 +11
timer
20:00

Slide 26 - Tekstslide

Nakijken

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je:

  • uitleggen hoe de mensen in en om het kasteel leefden.
  • de drie standen uit de vroege middeleeuwen opnoemen.
  • Het leen en hofstelsel uitleggen
  • het drieslagstelsel uitleggen

Slide 28 - Tekstslide