Taaldorp - the GP

Taaldorp the General Practitioner (GP)
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Taaldorp the General Practitioner (GP)

Slide 1 - Tekstslide

Today we're at the GP

Slide 2 - Tekstslide



At the end of this lesson you'll be able to use correct words and sentences  at
 the doctor's office

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide


A
knee
B
nie
C
knie
D
calf

Slide 5 - Quizvraag

blauw oog
A
blue eye
B
black eye
C
purple eye
D
green eye

Slide 6 - Quizvraag

schaafwond
A
abrasion
B
cut wound
C
schafewound
D
schiefwound

Slide 7 - Quizvraag

besmettelijk
A
contagious
B
salvation
C
propagative
D
extraction

Slide 8 - Quizvraag

spijsvertering
A
defecation
B
contagious
C
stamina
D
digestion

Slide 9 - Quizvraag

klachten
A
complaints
B
hurts
C
whines
D
wrongs

Slide 10 - Quizvraag

pijn op de borst
A
heartache
B
chestache
C
chest pains
D
boob pains

Slide 11 - Quizvraag

verstuikte enkel
A
sprained ankle
B
twisted ankle
C
bruised ankle
D
broken ankle

Slide 12 - Quizvraag


Kater
A
hangover
B
tomcat
C
hangon
D
hangcat

Slide 13 - Quizvraag

gips
A
cast
B
bandages
C
gips
D
bandaids

Slide 14 - Quizvraag

misselijk
A
inflammation
B
infectious
C
flu
D
nauseous

Slide 15 - Quizvraag

ik heb mijn arm gebroken
A
I has broken my arm
B
I has breaked my arm
C
I have broken my arm
D
I have breaked my arm

Slide 16 - Quizvraag

recept
A
prescription
B
recepy
C
forwriting
D
writings

Slide 17 - Quizvraag

Ik heb een pijnlijke rug
A
I've got a painly back
B
I've got a hurtly back
C
I've got a sore back
D
I've got a hurtled back

Slide 18 - Quizvraag

ik voel me niet lekker
A
I don't feel tasty
B
I don't feel well
C
I feel me not good
D
I feeI me not well

Slide 19 - Quizvraag

Het is beter geworden
A
it has improved
B
it have improved
C
it has deteriorated
D
it have deteriorated

Slide 20 - Quizvraag

overgeven
A
vomit
B
spit
C
brake
D
break

Slide 21 - Quizvraag

het jeukt
het doet pijn
het brandt
het prikt
it burns
it stings
it hurts
it itches

Slide 22 - Sleepvraag

mijn temperatuur opnemen
A
to took my temperature
B
to neem my temperature up
C
to take my temperature
D
to hold my temperature up

Slide 23 - Quizvraag

hoesten
A
to hoost
B
to cough
C
to achoo
D
to vomit

Slide 24 - Quizvraag

bezoekuur
A
family hours
B
meeting up hours
C
visiting hours
D
family time

Slide 25 - Quizvraag

spreekuur
A
surgery hours
B
visiting hours
C
speak hours
D
meeting hours

Slide 26 - Quizvraag

slapeloosheid
A
pneumonia
B
yersinia
C
hypothermia
D
insomnia

Slide 27 - Quizvraag

uitgedroogd
A
malnourished
B
dehydrated

Slide 28 - Quizvraag

hoofdpijn
A
headpain
B
brainpain
C
headache
D
skullache

Slide 29 - Quizvraag

Buil
A
bump
B
bruise
C
sprain
D
boink

Slide 30 - Quizvraag

bloeddruk
A
blood print
B
bleeding pressure
C
bleed print
D
blood pressure

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Listen and answers the questions
Watch the following video and answer the questions completely. Write the answers in your exercisebook/notebook!

Slide 33 - Tekstslide

3

Slide 34 - Video

00:22
Waar heeft deze mevrouw les van? (noem 3 dingen)

Slide 35 - Open vraag

00:33
hoelang heeft deze mw. al last hiervan?
A
4 weken
B
3 dagen
C
4 dagen
D
5 dagen

Slide 36 - Quizvraag

00:45
wat voor advies geeft de dokter?

Slide 37 - Open vraag

At the doctor's 

Slide 38 - Tekstslide

Situation
Je bent van je fiets gevallen omdat je moest wennen aan het links rijden in Engeland. Je hebt een schaafwond, je kreeg pijn in je pols toen je jezelf opving op de grond. Je weet niet goed hoe je wond moet verzorgen dus dat wil je weten omdat je morgen ook nog wil gaan fietsen want je vind het erg leuk om naar een feestje te gaan in het volgende dorpje. 
Schaafwond = Abrasion (niemand gebruikt dat woord)


Hoe je een wond moet verzorgen. = How to take care of the wound/injury/scrape.

Slide 39 - Tekstslide

conversation
• Begroet de dokter
• Vertel wat er aan de hand is
• Beschrijf de verkeerssituatie tijdens het ongeluk
• Leg uit hoe je je voelt
• Geef aan dat je een reisverzekering hebt

Slide 40 - Tekstslide

Begroet de dokter...
context
Je bent van je fiets gevallen omdat je moest wennen aan het links rijden in Engeland. Je hebt een schaafwond, je kreeg pijn in je pols toen je jezelf opving op de grond. 

Slide 41 - Open vraag

Vertel wat er aan de hand is..
context
Je bent van je fiets gevallen omdat je moest wennen aan het links rijden in Engeland. Je hebt een schaafwond, je kreeg pijn in je pols toen je jezelf opving op de grond. 

Slide 42 - Open vraag

Leg uit hoe je je voelt
context
Je weet niet goed hoe je wond moet verzorgen dus dat wil je weten omdat je morgen ook nog wil gaan fietsen want je vind het erg leuk om naar een feestje te gaan in het volgende dorpje. 

Slide 43 - Open vraag

Geef aan dat je een reisverzekering hebt
context
Je weet niet goed hoe je wond moet verzorgen dus dat wil je weten omdat je morgen ook nog wil gaan fietsen want je vind het erg leuk om naar een feestje te gaan in het volgende dorpje. 

Slide 44 - Open vraag

Remember...
If you don't know.... talk about that.
STAY ENGLISH
Use complete sentences.

Slide 45 - Tekstslide

Ik weet wat ik moet doen om taaldorp succesvol te doorlopen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 46 - Poll