Taal Thema 6 herhaling woordenschat
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke themawoorden weet je nog?
Slide 2 - Open vraag
Wat is een nachtmerrie?
A
een goede droom
B
een paardje in het donker
C
een enge droom
D
een pretpark
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een schuilhut?
A
een hut waar je stiekem kan spelen
B
een hut om dieren te bekijken
C
een hokje voor een hond
D
een hut waar je kunt zijn als het regent
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent schitterend?
A
heel oud
B
heel jong
C
heel lelijk
D
heel mooi
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent logisch?
A
dat iets klopt
B
dat iets fout is
C
dat iets schitterend is
D
dat je alles begrijpt
Slide 6 - Quizvraag
Waar zie je een tegenstelling?
A
slim - knap
B
recht - krom
C
klein - kleiner
D
blij - vrolijk
Slide 7 - Quizvraag
Lees de zin:
Door middel van een verrekijker houd ik de vos in de gaten.
Wat betekent hetzelfde als door middel van?
Door middel van een verrekijker houd ik de vos in de gaten.
Wat betekent hetzelfde als door middel van?
A
zonder
B
boven
C
met
D
alleen
Slide 8 - Quizvraag
Wat zie je hier?
( )
( )
A
het apenstaartje
B
het euroteken
C
het hekje
D
de haakjes
Slide 9 - Quizvraag
Wat zie je hier?
#
#
A
het apenstaartje
B
het euroteken
C
het hekje
D
de dubbele punt
Slide 10 - Quizvraag
Wat zie je hier?
@
@
A
het apenstaartje
B
het euroteken
C
het hekje
D
de dubbele punt
Slide 11 - Quizvraag
Wat zie je hier?
€
€
A
het apenstaartje
B
het euroteken
C
het hekje
D
de haakjes
