H 1. Getallen

Rekenen
Startrekenen 1F 

Hoofdstuk 1 getallen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Rekenen
Startrekenen 1F 

Hoofdstuk 1 getallen

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van deze les:
- Kan ik benoemen of een getal even of oneven is.
- Kan ik de waarde van een getal benoemen.
- Kan ik getallen op een getallenlijn plaatsen.


Slide 2 - Tekstslide

Even / Oneven
Even getallen: Kun je door 2 delen. 
Dus eindigen op:  0 - 2 - 4 - 6 - 8

Oneven getallen: Kun je niet door 2 delen.
Dus eindigen op: 1 - 3 - 5 - 7 - 9

Slide 3 - Tekstslide

Dit is een .......getal

53
A
Even
B
Oneven

Slide 4 - Quizvraag

Dit is een .......getal

7532
A
Even
B
Oneven

Slide 5 - Quizvraag

Dit is een .......getal

8620
A
Even
B
Oneven

Slide 6 - Quizvraag

Dit is een .......getal

99
A
Even
B
Oneven

Slide 7 - Quizvraag

Dit is een .......getal

78
A
Even
B
Oneven

Slide 8 - Quizvraag

Waarde van getallen:
De plaats van een cijfer in een getal bepaalt de waarde van het cijfer.
E                  Eenheid                 1
T                  Tiental                    10
H                  Honderdtal          100
D                  Duizendtal           1000

Slide 9 - Tekstslide

Welke waarde heeft de 8 in dit getal?

781
A
Eenheid
B
Tiental
C
Honderdtal
D
Duizendtal

Slide 10 - Quizvraag

Welke waarde heeft de 8 in dit getal?

817
A
Eenheid
B
Tiental
C
Honderdtal
D
Duizendtal

Slide 11 - Quizvraag

Welke waarde heeft de 5 in dit getal?

2507
A
Eenheid
B
Tiental
C
Honderdtal
D
Duizendtal

Slide 12 - Quizvraag

Welke waarde heeft de 9 in dit getal?

719
A
Eenheid
B
Tiental
C
Honderdtal
D
Duizendtal

Slide 13 - Quizvraag

Symbolen:

Slide 14 - Tekstslide

Welk symbool hoort op de stippenlijn?

negen ...... 9

A
>
B
<
C
=
D
Weet ik niet

Slide 15 - Quizvraag

Welk symbool hoort op de stippenlijn?

tweehonderdeen ...... 2001

A
>
B
<
C
=
D
Weet ik niet

Slide 16 - Quizvraag

Welk symbool hoort op de stippenlijn?

115 ...... honderdvijftig

A
>
B
<
C
=
D
Weet ik niet

Slide 17 - Quizvraag

Welk symbool hoort op de stippenlijn?

21 ...... eenentwintig

A
>
B
<
C
=
D
Weet ik niet

Slide 18 - Quizvraag

Zet de getallen in de juiste volgorde.
Begin bij het kleinste getal.

1097 / 799 / 917 / 1790 / 177

Slide 19 - Open vraag

Opdracht:
- Werkboek hoofdstuk 1 maken (zelfstandig).
- Klaar? Extra werkbladen of Numo taken.

Vraag? Steek dan je vinger op. Ik kom bij je.
Succes!

Slide 20 - Tekstslide