Spelling C7, P12 + Formuleren C5, P7

Welkom

Ga alvast zitten. 
Pak je laptop erbij en open 'Dagen van gras'. 
                                                    Nederlands havo4
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Ga alvast zitten. 
Pak je laptop erbij en open 'Dagen van gras'. 
                                                    Nederlands havo4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
  • Terugblik vorige les
  • C7, P12: Sommige of sommigen?
  • C5, P7: Zinsbouw

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik trema, apostrof, accenttekens

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste spelling:
A
geölied
B
electriciën
C
geruïneerd
D
geäutoriseerd

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste spelling:
A
officiëel
B
begroeiïng
C
ideëen
D
conciërge

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste spelling:
A
Lieke's boek
B
Liekes boek

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste spelling
A
A4-tje
B
vwoër
C
havo'er
D
havoër

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste spelling:
A
cowboy'tje
B
Renate's boek
C
baby'tje
D
sms-en

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

C7, P12: Sommige of sommigen?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Telwoorden
Telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden worden soms zelfstandig gebruikt. In dat geval spel je ze soms met een -n op het eind. 

> Wat zijn telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden?
Woorden als sommige, vele, enkele, beide

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Telwoorden met een -e

  • betrekking op zaken of dieren
Vele (diersoorten) worden bedreigd.

  • bijvoeglijk gebruikt
enkele leerlingen
Telwoorden met -en

  • mensen 
  • zelfstandig gebruikt 

Slechts weinigen zijn daarvan op de hoogte.

Weinige               klanten ......

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Telwoorden
Maar:
  • tientallen, duizenden, honderden, miljoenen etc. 

  • Er wonen miljoenen mensen in Nederland. 
  • Hoeveel dieren daar leven? Ik denk miljarden.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijk naamwoorden
Bijv. nw. schrijf je met -ezieke koeien, in de kast daar vind je de grote

Bijv. nw. schrijf je met -en: zelfst. gebruikt én personen in het mv.  > doven vinden dit lastig

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijk naamwoorden
Maar... stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden wel met -n:
  • van de ringen kies ik het liefst de zilveren (ringen).
  • ik houd van kleren, het meest van katoenen (kleren). 

  • houten, wollen, glazen, papieren etc. etc.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met -n
Zonder -n
Bijvoeglijk gebruikte telwoorden.
Telwoorden met betr. op zaken/dieren.
Zelfstandig gebruikte telwoorden met betr. op personen.
Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoor- den.

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Enkele(n) leerlingen hebben het huiswerk niet gemaakt.
A
enkelen
B
enkele

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mijn oma kijkt altijd naar het nieuws voor dove(n) en slechthorende(n)
A
doven + slechthorende
B
dove + slechthorenden
C
doven + slechthorenden
D
dove + slechthorende

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van die schattige puppy's wil ik er wel enkele(n) hebben.
A
enkelen
B
enkele

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van die talentvolle voetballertjes zullen sommige(n) Oranje halen.
A
sommigen
B
sommige

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maken:
  • C7, P12: opdr. 1 t/m 3

timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

C5, P7: Zinsbouw

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zinsbouw
Ik loop naar school. Ik zie een boom. Ik denk aan de sportschool. Ik zeg hallo tegen iedereen. Ik kijk ze vriendelijk aan. 

Het denken aan sporten doe ik vaak. Het sporten wordt ook vaak besproken op school. Het bespreken zorgt voor veel begrip voor elkaar. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zinsbouwvariatie
  • Varieer in zinsbouw OPA, POA, AOP
ik loop naar school, loop ik naar school, naar school loop ik
  • Varieer in zinslengte
  • Zet woorden en zinsdelen die bij elkaar horen dicht bij elkaar
Ik, zei de man van hiernaast vorige week tegen mij, loop graag een rondje hard. x
  • Gebruik geen naamwoordstijl 
Het leren voor een spellingstoets is vooral veel oefenen. x

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
  • Maken:
C7, P10: opdr. 1, 3, 4, 5
C7, P11: opdr. 1 en 2
C7, P12: opdr. 1 t/m 3
C5, P7: opdr. 5B en 6B

Klaar?
> maak een samenvatting
> oefen extra online
timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
De hond en de man zijn beide/beiden gek op een goed stukje vlees.

> Wat maakt deze zin zo lastig?

Slide 26 - Tekstslide

tarwebloem
apenrots
langeafstandsloper
ervan opkijken
tosti-ijzer
Toetsweek
H5 Formuleren P1, P3 t/m P7 en heel H7 Spelling (2x)
werkwoordspelling, hoofdletters, leestekens, meervoud, verkleinwoorden, samenstelling, aan elkaar/los, tekens, getallen, sommige/sommigen. Herhaling onderbouw, zinnen begrenzen, voorzetselgebruik, verwijzen, woordgebruik, zinsbouw


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderdelen vind je nog lastig?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Vrijdag 6 oktober:
C7, P12: opdr. 1 t/m 3
C5, P7: opdr. 5B en 6B


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies