Politiek: par. 2 wie heeft de macht

Politiek
Par. 2 wie heeft de macht

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Politiek
Par. 2 wie heeft de macht

Slide 1 - Tekstslide

Inloggen LessonUp
Wat gaan we doen?
- wat weten we nog?
- uitleg 
- video + kijkvragen
- opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de juiste beschrijving van politiek?
A
Mensen die regels maken
B
Keuzes en beslissingen maken
C
De baas van het land
D
Mensen die werken voor de overheid

Slide 3 - Quizvraag

Welk begrip past erbij?
'Deze mensen werken voor de overheid'
A
Politici
B
Politiek
C
Ambtenaren
D
Minister

Slide 4 - Quizvraag

Welke keuzes proberen politici zoveel mogelijk te maken?
A
eigen belang
B
dilemma's
C
algemeen belang
D
belangen van mensen

Slide 5 - Quizvraag

De overheid betekent: alle ... en ... samen. Wat moet er op de puntjes komen te staan?
A
Brandweren en Leraren
B
Politici en ministers
C
Politie en politici
D
Politici en ambtenaren

Slide 6 - Quizvraag

Aan het einde van deze les kan je:
  • De begrippen democratie en dictatuur in eigen woorden uitleggen.
  • Aan de hand van voorbeelden uitleggen waarom Nederland een democratie is.
  • Aan de hand van voorbeelden uitleggen waarom Noord Korea een dictatuur is.
  • Aan de hand van de kenmerken van een democratie en dictatuur uitleggen of landen als bestuursvorm een democratie hebben of een dictatuur.

Slide 7 - Tekstslide

Democratie
Democratie: Een land waar de bevolking zelf de mensen kiest die de macht krijgen. We noemen dit een vrij land. 

Nederland is een democratie:
  • Iedereen van 18 jaar of ouder en een Nederlands paspoort mag stemmen.
  • We hebben veel rechten zo mogen wij onze eigen geloof kiezen en hebben we vrijheid van meningsuiting.
  • Deze gekozen politici nemen de besluiten.

1
2

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Wat hoort NIET bij vrije en geheime verkiezingen
A
Je mag kiezen wie je zelf wilt
B
Je mag je stem laten weten aan anderen
C
Er wordt gezegd op wie jij moet stemmen
D
Je hoeft niet te zeggen op wie je stemt

Slide 10 - Quizvraag

Wat doet de rechterlijke macht?
A
Wetten maken en goedkeuren
B
Controleren of de regering doet wat moet
C
politie aansturen
D
Beoordelen wie zich wel en niet aan de wet houden

Slide 11 - Quizvraag

De overheid mag jou een mening opleggen
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Wie moeten zich in NL aan de grondwet houden?
A
Alleen de overheid
B
Alleen de kinderen
C
Alleen de mensen boven de 18
D
Iedereen in NL

Slide 13 - Quizvraag

Dictatuur

In een dictatuur heb je lang niet zo veel vrijheid als in een democratie. 

Dictatuur: een land waar maar één man of een kleine groep mensen de macht heeft. Bijv. Noord Korea of Syrië.
  • De leider bepaald wat er in de krant of op tv komt.
  • Internet wordt gecontroleerd
  • Je hebt weinig vrijheid en je mag niet zomaar zeggen wat je denkt.
  • Noord-Korea, Saoedi-Arabië, China en Wit-Rusland.

Slide 14 - Tekstslide

Belangrijke dingen die je mag doen.

In een dictatuur heb je weinig rechten:
  • Je hebt weinig vrijheid.
  • Leiders bepalen wat er in de krantenstaat en op radio en televisie wordt uitgezonden.
  •  Het internet wordt gecontroleerd.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wat zou je het meeste missen
als je in Noord Korea zou wonen.
Leg je antwoord uit.

Slide 19 - Woordweb

0

Slide 20 - Video

Waarom ging het niet eerlijk?

Slide 21 - Tekstslide

Opdrachten maken
BB: maken t/m 3.2
KBL: maken t/m 3.3

volgende week moet dit af zijn.

Slide 22 - Tekstslide