English week 38

English week 38 P. l
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

English week 38 P. l

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presentation
The groups are going to present their grammar tense. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesson goals for today

- Students are able to define and identify gerunds in sentences. 
- Students are able to define indefinite pronouns and recognize them in sentences.
- Students are able to recognize idioms in texts and can categorize them. 
Skills and subjects of today

- Gerund
- Indefinite pronouns
- Idioms

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Any​
Used to refer to one or some of a thing or number of things, no matter how much or many.​
Do you have any ideas on how to help? ​
Does anyone know what happened? ​
The animals can’t go anywhere.
Any en samengestelde vormen gebruik je: • in de meeste vragen • in ontkennende zinnen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Every​
Every is another word for all ​
Every betekent letterlijk ‘alle’.​
Everyone = all people​
Everybody = all people​
Everything = all things​
Everyone came to the party.​
Everything is ready.


Everybody = Everyone

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

No-
I haven’t heard anything about that. I’ve heard nothing about that. ​
The protests aren’t leading anywhere. ​
No one came to the party.​


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Review

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is there ......cake left?
A
Any
B
Some
C
Something
D
Anything

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I can't not pay. I haven't got ... moneyl
A
Any
B
Some

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is there ..... I can do for you?
A
something
B
anything
C
any
D
some

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gerund

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt je op aan deze zinnen?
  • Smoking is forbidden in the barbershop.
  • I look forward to seeing you next week.
  • Could you start doing your homework? 
  • That dress isn't worth buying.
  • He started running.


Slide 12 - Tekstslide

  • -ing staat achter sommige woorden
  • Vraag de leerlingen: Welk woord staat er voor? 
Gerund
Je gebruikt de '-ing vorm' als een soort zelfstandig naamwoord:

 1. Als het onderwerp van de zin.
Example: Biking in the mall is forbidden. 

2. Na voorzetsels
Example: She's fond of cycling.

3. Na werkwoorden die zeggen hoe je iets vindt. (like, love, hate, enjoy, etc.)
Example: I love going to the movies. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gerund
Je gebruikt de '-ing vorm' ook als een soort zelfstandig naamwoord:

1. Na werkwoorden die 'begin', 'einde', of 'doorgaan' aangeven. (start, begin, finish, go on, etc.)
Example: Everybody had finished writing

2. Na een aantal andere werkwoorden. (delay, postpone, put off, imagine, consider, avoid, etc) 
Example: I put off learning vocabulary for a whole week.

3. Na een aantal uitdrukkingen. (it's no good, it's no use, it's worth, can't help, to be busy, etc)
Example: She can't help singing all day long. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitzondering
Na oa onderstaande werkwoorden kan je ook het hele werkwoord met 'to' gebruiken.
  1. Start
  2. Begin
  3. Continue 
  4. Like
  5. Love
  6. Hate
  7. Prefer
  8. Stop 

Bijvoorbeeld: I hate getting up early / I hate to get up early. (de betekenis is hetzelfde)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


....(write) in English is easy.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


I love ... (go) out to restaurants.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

That make-up product isn't worth ... (buy)

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I'm looking forward to ... (receive) your letter.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


My mother considers ... (leave) Rob.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

definition and examples
Indefinite pronoun: ​

A word that does not refer to a specific person, place or thing.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Some​
We need some advice on these issues. ​
Somebody should make a law to protect the animals. ​
Could I have something to drink? ​
Can I drive you somewhere?
Some en samengestelde vormen gebruik je: • in bevestigende zinnen • in vragen waar het antwoord ‘ja’ is • in vragen waarmee je iets aanbiedt

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Idioms
Exercise 1:
- I can link signal words to the correct category

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Listing
Causal
Condition
Consequence
as well as
furthermore
indeed
for
As a result of
since
if
provided that
consequently
thus
hence
once
in short

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Contrast
Comparison
Example
conversely
Instead
paradoxically
then again
however
e.g.
for instance
such as
equally
likewise
similarly

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Signal words
Exercise 2:
- I can fill in or use signal words to answer gap questions

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Orientation
Text:
- title: psst, wanna buy a kidney?
- header: organ transplants
- image of doctors
- adapted from The Economist

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
Consequently
B
In addition
C
Luckily
D
Unfortunately

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
are unlikely to survive
B
suffer the consequences of
C
will have to sue because of

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
As a result
B
On the other hand
C
To make matters worse
D
To sum up

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
enforce
B
ignore
C
legalise
D
restrict

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
cosmetic surgeons
B
governments
C
individuals
D
the elderly

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
a continuation of
B
a deterioration of
C
an expansion of
D
an improvement on

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
acceptable
B
easy
C
profitable
D
wrong

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Do you think we met the lesson goals of today?

- Students are able to define and identify gerunds in sentences.
- Students are able to define indefinite pronouns and recognize them in sentences.
- Students are able to recognize idioms in texts and can categorize them.

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies