Bi H3 Th6 Bs7/8 Aanpassingen bij dieren/planten
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoe wil je vandaag het huiswerk bespreken?
Zelf nakijken (antwoorden worden op magister gezet)
Docent leest de goede antwoorden voor
Docent wijst leerlingen aan om antwoord voor te lezen
Leerlingen geven aan welke vragen uitgelegd/besproken moeten worden
Slide 3 - Poll
Slide 4 - Tekstslide
Welke vragen bespreken?
(bv: 17.1)
(bv: 17.1)
Slide 5 - Woordweb
Slide 6 - Tekstslide
Welke dieren hebben de meest gestroomlijnde lichaamsvorm?
A
Landdieren
B
Waterdieren
Slide 7 - Quizvraag
Welke dieren hebben een zwaarder skelet?
A
Landdieren
B
Waterdieren
Slide 8 - Quizvraag
Een voorbeeld van een topganger is...
A
Een kat
B
Een beer
C
Een paard
D
Een mens
Slide 9 - Quizvraag
Welke stelling is juist?
A
De snavels van vogels zijn aangepast aan voedsel
B
A en C zijn juist
C
De poten van vogels zijn aanpast aan hun omgeving
D
A en C zijn onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Deze poten zijn van een....
A
steltloper
B
loopvogel
C
roofvogel
D
watervogel
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Zonplanten hebben weinig licht nodig
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quizvraag
In een vochtig milieu hebben planten
A
grote bladeren, klein wortelstelsel
B
kleine dikke bladeren, een groot wortelstelsel
