4. verschillende eters

verschillende eters
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

verschillende eters

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Stap 1
Klik HIER om naar stap 1 te gaan.

Lees de KennisBank en maak daarna de vragen.

Slide 3 - Tekstslide

Een ander woord voor een planteneter is een ...

Slide 4 - Open vraag

Een ander woord voor een vleeseter is een ...

Slide 5 - Open vraag

Een ander woord voor een alleseter is een ...

Slide 6 - Open vraag

Hoe noem je dieren die alleen planten eten?
A
planteneters of carnivoren
B
planteneters of herbivoren
C
planteneters of omnivoren

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noem je dieren die alleen dieren eten?
A
diereneters of herbivoren
B
diereneters of carnivoren
C
diereneters of omnivoren

Slide 8 - Quizvraag

Hoe noem je dieren die zowel planten als dieren eten?

A
alleseters of herbivoren
B
alleseters of carnivoren
C
alleseters of omnivoren

Slide 9 - Quizvraag

Waar of niet waar?

Ook vogels kunnen herbivoren zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag


Waar of niet waar?
Een miereneter is een voorbeeld van een carnivoor
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Een mens is een voorbeeld van een omnivoor.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Waar of niet waar?

Er bestaan vogels die omnivoor zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Stap 2
Klik HIER om naar stap 2 te gaan.

Lees de informatie op deze bladzijde goed door, ga nog eens naar de KennisBank en maak de opdracht.
Die lever je in via Itslearning.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Ga op zoek naar informatie over het verteringskanaal van carnivoren, herbivoren en omnivoren.
Maak een poster met afbeeldingen/tekeningen waarin je duidelijk laat zien wat de verschillen zijn tussen de verteringskanalen van de drie verschillende groepen dieren.

Slide 15 - Tekstslide

Stap 3
Klik HIER om naar stap 3 te gaan.

Lees de KennisBank en maak daarna de vragen.

Slide 16 - Tekstslide

Civetkat 
In Azië en Afrika weten ze wel raad met de civetkat. Ze gebruiken hem daar als huisdier, als muizenvanger, als voedsel en als grondstof voor parfum. Een gebraden civetkat wordt gegeten in enkele Aziatische landen. Er is een koffiespecialiteit gemaakt van bonen die de civet uitpoept na het eten van vruchten van de koffieplant. De geurklieren van de civetkat maken een olieachtige stof met een sterke muskgeur. Dat geurtje wordt gebruikt in de parfumindustrie.

Slide 17 - Tekstslide


Is de civetkat een vleeseter, planteneter, insecteneter of alleseter?
A
vleeseter
B
planteneter
C
insecteneter
D
alleseter

Slide 18 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Het kost meer moeite om vlees te verteren dan om planten te verteren.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Een hond, schaap en varken zijn alle drie even groot.
Wie van hen heeft het langste darmkanaal?
A
hond
B
schaap
C
varken

Slide 20 - Quizvraag

Een hond, schaap en varken zijn alle drie even groot.
Wie van hen heeft het kortste darmkanaal
A
hond
B
schaap
C
varken

Slide 21 - Quizvraag

Kijk naar de snavel van deze vogel.
Wat kun je zeggen over deze vogel?

Slide 22 - Tekstslide

Deze vogel:
A
eet andere dieren.
B
eet planten.
C
zeeft eten uit het water
D
pikt zaden gemakkelijk op.

Slide 23 - Quizvraag


De gibbon (mensaap) is een:
A
carnivoor
B
herbivoor
C
omnivoor

Slide 24 - Quizvraag


De ree is een ...
A
carnivoor
B
herbivoor
C
omnivoor

Slide 25 - Quizvraag

I. Omnivoren zijn vaak slank en soepel gebouwd.
II. Koeien hebben drie magen om al het gras dat ze eten te verteren.
A
I is waar, II is niet waar
B
I is niet waar, II is waar
C
I en II zijn beide waar
D
I en II zijn beide niet waar

Slide 26 - Quizvraag