2.7 eencelligen

Wat staat in de juiste volgorde van groot naar klein
A
celkern, chromosoom, DNA
B
celkern, DNA, chromosoom
C
DNA, chromosoom, celkern
1 / 32
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zit 32 slide, met interactieve quiz, tekstslide en 4 video.

Onderdelen in deze les

Wat staat in de juiste volgorde van groot naar klein
A
celkern, chromosoom, DNA
B
celkern, DNA, chromosoom
C
DNA, chromosoom, celkern

Slide 1 - Quizvraag

In het DNA vormt base A een paar met base G
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de goede definitie van een weefsel?
A
Cellen met dezelfde vorm en functie
B
Samenwerkende orgaanstelsels
C
Organen die samenwerken
D
Alle soorten cellen die in een orgaan voorkomen

Slide 3 - Quizvraag


Een groep cellen met dezelfde vorm en functie
A
Organen
B
Orgaanstelsels
C
Weefsels
D
Cellen

Slide 4 - Quizvraag

Waar vindt de fotosynthese plaats?
A
Cytoplasma
B
DNA
C
Glucose
D
Bladgroenkorrels

Slide 5 - Quizvraag


Wat is juist?
A
1 celkern 2 genen
B
1 cel 2 chromosomen
C
3 DNA 4 gen
D
3 Chromosomen 4 DNA

Slide 6 - Quizvraag

Hebben plantencellen ook DNA?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

 extra bs 2.7 eencelligen

Slide 9 - Tekstslide

Eencelligen
Meercelligen 

Slide 10 - Tekstslide

Eencellige?
  • Mensen bestaan uit heel veel cellen.
  • Er zijn ook organismen die uit 1 cel bestaan → eencelligen.
  • Eencelligen hebben alle levenskenmerken!
  • De cel kan dus ademhalen, voeden, uitscheiden, waarnemen, bewegen, voortplanten en groeien.
  • Bijvoorbeeld de amoebe en het pantoffeldiertje.

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat sommige organismen kunnen bestaan uit 1 cel.
  • Je kunt onderdelen van een amoebe en pantoffeldiertje. 
        beschrijven.

Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

Pantoffeldiertje
  • Trilharen om te bewegen en eten naar celmond te brengen.
  • Voedsel wordt verteerd in de voedingsvacuole.
  • Onverteerde resen verlaten de cel via de celanus.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Amoebe
a=geen/niet, moebe=vorm

Voortbewegen van de amoebe
d.m.v. schijnvoetjes

Slide 16 - Tekstslide

Amoebe


  • Eten d.m.v. insluiten

Vertering van voedsel door 
voedingsvacuole. Hoe? bekijk het 
filmpje op de slide hierna..

Slide 17 - Tekstslide

Scroll een beetje door het volgende lange filmpje heen...

een amoebe die een pantoffeldiertje insluit...

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Evaluatie leerdoelen
  • Je kunt onderdelen van een amoebe en pantoffeldiertje herkennen. 
  • Je weet hoe ze zich voeden en voortbewegen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

watervlo - waterpest - pantoffeldiertje - amoebe 

Slide 31 - Tekstslide

celanus - trilhaarcel - schijnvoetje - celmond

Slide 32 - Tekstslide