3H un1 grammatica

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bonjour H3A

Ga rustig zitten

Leg je spullen op tafel.

Laat je Chromebook dicht.

We gaan zo beginnen met een aantal minuten stil werken.

Je werkt STIL en ZELFSTANDIG.

Je stelt GEEN vragen.

• corriger ex. 27 + 28
• faire Option Écouter, exercice

 préparatoire (WB29)

le programme de mercredi

• les devoirs
• écouter Option Écouter I (WB30)
• préparer luister- en kennistoets
• les devoirs

lesdoel

Aan het eind van de les kan ik vertellen aan welke onderdelen van de komende toets ik nog extra aandacht moet besteden.

Option écouter I

Kies je eigen onderdelen:

1) woorden:Carte Orange>Métro> A1,A2,A4,A5 of mot-o-matique

Je kan de woorden ook oefenen op Quizlet.

2) bezittelijk voornaamw: Carte Orange>Métro>R10

3) vraagwoorden: Classroom of quizlet

4) werkwoorden aantekeningen maken: Classroom

5) werkwoorden oefenen: CO>Métro> R29 of www.verbuga.eu

Welk word heeft niet te maken met school?

1. la formation
2. le bac
3. l'éducation civique
4. le boulot

Wat is geen beroep?

1. l'hôtesse de l'air
2. l'ange
3. le vétérinaire
4. le réalisateur

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?

1. bac
2. avoir besoin de
3. il faut
4. suivre

Welk bezittelijk voornaamwoord past in de zin: "Je vais continuer ... études."

1. mon
2. ma
3. mes
4. moi

Hoe zeg je in het Frans: "onze toekomst"

1. notre avenir
2. nos avenir
3. votre avenir
4. vos avenir

Hoe zeg je in het Frans: "jouw vriendin"?

1. ton amie
2. ta amie
3. tes amie
4. toi amie

Wat is geen vorm van het werkwoord être?

1. je suis
2. tu es
3. il a
4. nous sommes

Wat is geen voltooid deelwoord?

1. été
2. eu
3. voulu
4. moitié

Wat is geen goede zin in de voltooide tijd?

1. j'ai été
2. tu as fait
3. elle est raconté
4. ils ont voulu

Welk vraagwoord past in de zin:
"Tu as ... de croissants?"

1. quel
2. pourquoi
3. comment
4. combien

Welk vraagwoord past in de zin:
" ... tu détestes l'anglais?"

1. quand
2. pourquoi
3. qu'est-ce que
4. qui

les devoirs

 vendredi 6 octobre

 révision A1, A2, A4 et A5

apprendre verbe "vouloir" 

lesdoel

Aan het eind van de les kan ik vertellen aan welke onderdelen van de komende toets ik nog extra aandacht moet besteden.