TaalCompleet B1 les 2.3

TaalCompleet B1 les 2.3
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

TaalCompleet B1 les 2.3

Slide 1 - Tekstslide

49. Bespreek samen
Als je ziek bent schrijft de huisarts je soms medicijnen voor. Die kun je dan ophalen bij de apotheek. Bij de medicijnen zit een papier: de bijsluiter.

1. Lees je weleens de bijsluiter van een medicijn?
2. Wat staat er in een bijsluiter? Noem minstens 2 dingen.
3. In Nederland wil de overheid icoontjes gaan gebruiken in de bijsluiter. Kijk naar de drie icoontjes uit een nieuwe bijsluiter. Wat betekenen deze denk je?
4. Wat vind je van dit plan van de overheid?

Slide 2 - Tekstslide

Zelfstandig maken
Maak opdrachten 50, 51 en 52 zelfstandig. 
Klaar? Ga verder met 2.3 online.

timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

54. Bespreek samen
1. Welke producten heb jij in huis?
2. Welke producten gebruik je elke dag?
3. Welke producten gebruik je nooit?
4. Welke producten kun je gebruiken om je lichaam te verzorgen? Schrijf op
5. Welke verzorgingsproducten gebruik jij die niet op de foto staan? Schrijf op
6. Welke producten kun je gebruiken bij een niet-ernstig ongeluk? Schrijf op
7. Welke producten kun je gebruiken als je een beetje ziek bent? Schrijf op
8. Heb jij producten in je huisapotheek die niet op de foto staan? Welke?
9. Veel mensen bewaren hun huisapotheek op een aparte plek. Heb jij een huisapotheek? Waar?

Slide 4 - Tekstslide

57.1 Waarvoor gebruik je shampoo?
je haar I om I wassen I te

Slide 5 - Open vraag

57.2 Waarvoor gebruik je zonnecrème?
beschermen I te I je huid I tegen de zon I om

Slide 6 - Open vraag

57.3 Waarvoor gebruik je lippenstift?
je lippen I te I een kleur I om I geven

Slide 7 - Open vraag

57.4 Waarvoor gebruik je een nagelschaar?
knippen I te I je nagels I om

Slide 8 - Open vraag

57.5 Waarvoor gebruik je een haarborstel?
om I borstelen I te I je haar

Slide 9 - Open vraag

57.6 Waarvoor gebruik je verband?
te I om I een wond I beschermen

Slide 10 - Open vraag