Week 34 - 2B - les 1 - Back 2 school + fictie 1.1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom!

Wat ligt er op je tafel?

           

           Kom binnen en  
           ga zitten op jouw plek.

1

WELKOM!

2

     Pen

 Werkboek

1. Spullen

2. Klascode Talent

3. H1.1 - Fictiedoelen

Vandaag

Je haalt je kennis over fictie op.

Lesdoel

Programma

Jouw doelen

Welke spullen heb je nodig bij NE?

   Laptop

 Werkboek

 Woordenschrift

   Pen

Vanaf week 2 wordt dit bijgehouden in magister.

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Welke apps ga je gebruiken?

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Hoe ga je naar je online methode?

1

Log in op Magister

2

Klik op 'Leermiddelen'

3

Klik op de link

voor Talent!

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Voeg jezelf toe aan je klas!

1

Klik op je profiel

2

Klik op 'Klascode invullen'

3

opnieuw

twijfel

goed

Talent -

online symbolen:

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Doelen:

•     Je kunt leeservaringen uitwisselen;
•     Je weet wat spanningsvragen zijn en kunt ze toepassen;
•     Je weet het verschil tussen fictie en non-fictie;
•     Je weet hoe je een hoofdpersoon in het verhaal herkent;
•     Je leert hoe je een boek kunt beoordelen.

1.1 Fictie (blz 8 t/m 18)                     

      Fictie/non-fictie

(Definities in opdracht 6 van H1.1)

Fictie zijn verzonnen verhalen. Denk aan leesboeken, films, soaps, gedichten, stripverhalen.

Non-fictie: alle verhalen, teksten en tv-programma's die niet zijn verzonnen. Denk aan krantenbericht, journaal, recepten, een documentaire.

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Aan de slag!

Maken in H1.1 - opdracht 2 en 3

Wat?
Met wie?

Hulp?

Eerder klaar?
En daarna?

Zelfstandig

Ik loop een rondje

Lees tekst 2 (opdracht 4)

Kort spanningsvragen bespreken

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Aan de slag!

Maken in H1.1 - opdracht 7 en 8

Wat?
Met wie?

Hulp?

Eerder klaar?
En daarna?

Zelfstandig

Ik loop een rondje

Bekijk een boek van tafel

Kort personages bespreken

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Doelen:

•     Je kunt leeservaringen uitwisselen;
•     Je weet wat spanningsvragen zijn en kunt ze toepassen;
•     Je weet het verschil tussen fictie en non-fictie;
•     Je weet hoe je een hoofdpersoon in het verhaal herkent;
•     Je leert hoe je een boek kunt beoordelen.

1.1 Fictie (blz 8 t/m 18)                     

Wat vond je goed gaan?

Waar heb je hulp bij nodig?

Wat was nieuw vandaag?

Evaluatie

Wat heb je geleerd?

• Ruim je je plek op?

• We blijven zitten tot de bel gaat.
  
  
• Schuif je je stoel aan voordat  je het  lokaal verlaat?
  
  

Tot ziens!