esse, posse, ire, velle, nolle, malle
Wat is geen vorm van het plusquam perfectum?
A
eratis
B
terrueras
C
potueram
D
ierat
1 / 20
Onderdelen in deze les
Wat is geen vorm van het plusquam perfectum?
A
eratis
B
terrueras
C
potueram
D
ierat
Slide 1 - Quizvraag
Van welk werkwoord komt eratis?
Slide 2 - Open vraag
In welke tijd staat eratis?
A
prae
B
impf
C
pf
D
plq pf
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
praesens
imperf
perfectum
plq perf
sum
es
est
sumus
estis
sunt
eram
erant
erat
fuisti
fuerunt
fuistis
fueramus
fueras
fueram
Slide 5 - Sleepvraag
Hoe vertaal je:
es
es
Slide 6 - Open vraag
Wat is de vertaling van potueras?
A
jij kan
B
jij kon
C
jij hebt gekund
D
jij had gekund
Slide 7 - Quizvraag
In welke tijd staat potuisti?
A
prae
B
imperf
C
perf
D
plq perf
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
praesens
imperf
perfectum
plq perf
potes
potestis
possunt
poterant
poteras
potuisti
potuisse
potui
potueramus
potueram
poteram
potuerant
Slide 10 - Sleepvraag
Slide 11 - Tekstslide
Praesens
1e ev
2e ev
3e ev
1e mv
2e mv
3e mv
eunt
istis
is
itis
iimus
eo
iit
imus
it
Slide 12 - Sleepvraag
Wat is de 1e ev ind imperf van ire?
A
ibam
B
iebam
C
iibam
D
ebam
Slide 13 - Quizvraag
praesens
perfectum
plq perf
itis
imus
it
isti
isse
iit
ieramus
ieram
ierant
Slide 14 - Sleepvraag
Slide 15 - Tekstslide
Wat is een juiste vertaling?
nolo
nolo
A
ik wil
B
ik wil liever
C
ik wilde
D
ik wil niet
Slide 16 - Quizvraag
Wat is een juiste vertaling?
volebas
volebas
A
jij wil
B
jij wil liever
C
jij wilde
D
jij wil niet
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een juiste vertaling?
maluerunt
maluerunt
A
zij willen niet
B
zij hadden niet gewild
C
zij hebben liever gewild
D
zij hadden liever gewild
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een juiste vertaling?
nolueramus
nolueramus
A
wij willen niet
B
wij hadden niet gewild
C
wij hebben liever gewild
D
wij hadden liever gewild
Slide 19 - Quizvraag
Praesens
1e ev
2e ev
3e ev
1e mv
2e mv
3e mv
nolunt
nolit
non vis
non vultis
nolitis
nolo
nolis
nolumus
non vult
