NE lezen herhaling blok 1 t/m 3 KB2 (1)

doel 
herhaling van de begrippen:
  •  tekstsoorten en tekstdoelen
  • leesmanier: verkennend lezen, grondig lezen en zoekend lezen
  • onderwerp en opbouw van een tekst

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

doel 
herhaling van de begrippen:
  •  tekstsoorten en tekstdoelen
  • leesmanier: verkennend lezen, grondig lezen en zoekend lezen
  • onderwerp en opbouw van een tekst

Slide 1 - Tekstslide

Tekstsoorten en tekstdoelen
Lees pagina 35 en 36 gele blokken van je boek

Slide 2 - Tekstslide

Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 3 - Tekstslide

tekstsoorten & tekstdoelen

Slide 4 - Tekstslide

Tekstsoort?
A
aankondiging
B
nieuwsbericht
C
artikel
D
oproep

Slide 5 - Quizvraag

Tekstsoort?
A
aankondiging
B
nieuwsbericht
C
artikel
D
oproep

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de tekstsoort?
A
amuserende tekst
B
aansporende tekst
C
informerende tekst
D
overtuigende tekst

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een onderwerp?
A
Een onderwerp is hetzelfde als een tekstsoort
B
Een onderwerp en inleiding is hetzelfde
C
Een onderwerp is waar de tekst over gaat
D
Een onderwerp is hetzelfde als de titel

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de tekstsoort?
A
amuserende tekst
B
aansporende tekst
C
informerende tekst
D
overtuigende tekst

Slide 9 - Quizvraag


Wat is de tekstsoort van de tekst 1
A
uitleggende tekst
B
amuserende tekst
C
aansporende tekst
D
overtuigende tekst

Slide 10 - Quizvraag

Welk onderdeel ga je nog beter oefenen?
A
Tekstdoel
B
Tekstsoort
C
Kenmerken nieuwsbericht
D
Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 11 - Quizvraag

3 leesmanieren
1. Verkennend lezen
2. Zoekend lezen
3. Grondig lezen 

Slide 12 - Tekstslide

Verkennend lezen

Slide 13 - Tekstslide

zoeken lezen
  • je lees niet de hele tekst
  • je zoekt snel op een vraag
  • je gebruikt tussenkopjes en opvallende woorden als zoekhulpjes

Slide 14 - Tekstslide

Grondig lezen
  • Je wil de tekst heel goed begrijpen. Misschien moet je er vragen over beantwoorden, of moet je vertellen waar de tekst over gaat. Je leest de tekst dus heel goed door. 
  • Moeilijke zinnen lees je extra aandachtig. 

Slide 15 - Tekstslide

Welke 3 leesmanieren zijn er?

Slide 16 - Open vraag

Geef bij twee leesmanieren een zelfbedacht voorbeeld
2 punten

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Video

Elke tekst heeft een onderwerp.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een deelonderwerp?
A
Het onderwerp van een tekst
B
Het onderwerp van een alinea('s)
C
aspecten van het onderwerp

Slide 20 - Quizvraag

Wat kwam je te weten bij verkennend lezen?
A
Tekstdoel, tekstsoort en onderwerp
B
Inhoud van de tekst
C
Onderwerp en tekstsoort
D
Tekstdoel, onderwerp en inhoud van de tekst

Slide 21 - Quizvraag

Het onderwerp
A
is de titel van een tekst
B
de afbeelding bij een tekst
C
dat waar een tekst over gaat
D
komt niet voor in een tekst

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een alinea?
A
de hele tekst bij elkaar
B
een stukje tekst over het deel van het onderwerp

Slide 23 - Quizvraag

Wat wil je weten als je een tekst globaal leest?
A
Het onderwerp van de tekst
B
Het doel van een tekst
C
Wat er over het onderwerp wordt verteld
D
Voor wie de tekst is geschreven

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 25 - Open vraag

Evaluatie

Slide 26 - Tekstslide

wat ging er goed?

Slide 27 - Open vraag

Wat kan beter?

Slide 28 - Open vraag

Wat ga je de volgende keer anders doen?

Slide 29 - Open vraag