herhaling leerstof d.m.v. expert groepen 1h periode 3

Expert in grammatica en spelling
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Expert in grammatica en spelling

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Herhaling van de leerstof voor de toetsweek 
Hoe? in expertgroepen!

Slide 2 - Tekstslide

Planning
1) start van de les 
2. lesdoel
3. Uitleg van de opdracht
4. In groepjes werken aan de opdracht 
5. Presentatie:  uitleg van de Theorie
6. klaar: Werkblad( zelfstandig/ groep)
7. Grammatica estafette
8. Evaluatie

Slide 3 - Tekstslide

Doel 
  • Je kunt uitleggen wat de voornaamwoorden zijn(les 35).
  • Je kunt uitleggen hoe je een voorzetsel kunt herkennen in een zin(les 36).
  • Je kunt uitleggen hoe je een bijwoord kunt herkennen in een zin(les 36).
  • Je kunt uitleggen hoe je de werkwoorden in de tegenwoordige tijd moet vervoegen(les 27) . 
  • Je kunt uitleggen hoe je de werkwoorden in de verledentijd moet vervoegen(les 27)

Slide 4 - Tekstslide

Indeling van de groepen
1) Voornaamwoorden( les 35)
2. Voorzetsel (les 36)
3. Bijwoorden (les 36)
4. Persoonsvorm tegenwoordige tijd( les 27)
5. Persoonsvorm verleden tijd ( les 27)

Slide 5 - Tekstslide

Expertsgroepen
Wat
Elke groep is een expert in een onderdeel van de leerstof van de toetsweek
Hoe
In groepjes ga je brainstormen over theorie. Zoek informatie en bedenk met elkaar een goede uitleg mét voorbeelden - noteer dit in je schrift!!
Hulp
Lesboek en je groepsleden
Tijd
10 minuten 
Klaar
Vertel aan elkaar de uitleg, kijk of je iets bent vergeten.
Presentatie
Een groepslid gaat de theorie uitleggen aan de klas. Tevens stelt hij/ zij vragen aan de klas.
Echt klaar?
Vraag naar een werkblad om extra te oefenen

Slide 6 - Tekstslide

Wat was het lesdoel ook alweer?
-Aan het einde van de les kun je de voornaamwoorden, voorzetsels, bijwoorden herkennen in de zin. 
-Je kan de werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd en verleden tijd. 
-Je bent je expert van je eigen onderdeel.

Slide 7 - Tekstslide

Ik heb het lesdoel gehaald.
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Met je telefoon
Ga naar 
mijnles.nu/  
 (let op: in je adresbalk intoetsen, NIET op google)

Wachtwoord: 

Graag de vragen invullen, bedankt!

Slide 9 - Tekstslide

Volgende les
- lezen
- de duo's geven uitleg over hun onderdeel (2 min. per duo)
- aan de slag met opdrachten over samentrekkingen.


Tot dan!

Slide 10 - Tekstslide

Welkom!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten.

Wat heb je vandaag nodig? je lesboek, schrift en een pen.

Pak ook je leesboek en ga lekker lezen:)

15-11
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Doel en planning
Doel van de les: aan het einde van de les heeft elk duo hun onderdeel aan de klas gepresenteerd,

Planning van de les:
- korte presentaties per duo (max. 2 minuten)
- aan de slag met opdrachten - weekplanner

Slide 12 - Tekstslide

Weekplanner t/m 22-11 (dan moet alles af en nagekeken!)
Lees eerst de theorie goed door, ga dan pas naar de opdrachten!

Cursus 5 (grammatica)
§3 opdracht 1, 2, 3
§5 opdracht 1,2,3


Cursus 6 (formuleren)
§2 opdracht 1,2,3,4
§3 opdracht 1,2

EXTRA:
Cursus 5
§5 opdracht 4 en 5
Cursus 6
§3 opdracht 3 en 4


Slide 13 - Tekstslide

Welkom!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten.

Wat heb je vandaag nodig? je lesboek, schrift en een pen.

Pak ook je leesboek en ga lekker lezen:)

15-11
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Doel en planning
Doel van de les: aan het einde van de les heeft iedereen gewerkt aan de weekplanner.

Planning van de les:
- lezen
- aan de slag met opdrachten - weekplanner

Slide 15 - Tekstslide

Weekplanner t/m 22-11 (dan moet alles af en nagekeken!)
Lees eerst de theorie goed door, ga dan pas naar de opdrachten!

Cursus 5 (grammatica)
§3 opdracht 1, 2, 3 (blz. 210)
§5 opdracht 1,2,3 (blz. 214)


Cursus 6 (formuleren)
§2 opdracht 1,2,3,4 (blz. 230)
§3 opdracht 1,2 (blz. 232)

EXTRA:
Cursus 5
§5 opdracht 4 en 5
Cursus 6
§3 opdracht 3 en 4


Slide 16 - Tekstslide

Welkom!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten.

Wat heb je vandaag nodig? je lesboek, schrift en een pen.

Pak ook je leesboek en ga lekker lezen:)

22-11
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Doel en planning
Doel van de les: aan het einde van de les heeft iedereen gewerkt aan de weekplanner.

Planning van de les:
- lezen
- aan de slag met opdrachten - weekplanner

Slide 18 - Tekstslide

Weekplanner t/m 22-11 (dan moet alles af en nagekeken!)
Lees eerst de theorie goed door, ga dan pas naar de opdrachten!

Cursus 5 (grammatica)
§3 opdracht 1, 2, 3 (blz. 210)
§5 opdracht 1,2,3 (blz. 214)


Cursus 6 (formuleren)
§2 opdracht 1,2,3,4 (blz. 230)
§3 opdracht 1,2 (blz. 232)

EXTRA:
Cursus 5
§5 opdracht 4 en 5
Cursus 6
§3 opdracht 3 en 4


Slide 19 - Tekstslide

nationale en internationale wedstrijden
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 20 - Quizvraag

lands- en provinciegrenzen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 21 - Quizvraag

Marius reed te hard en kreeg daarom een boete.
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 22 - Quizvraag

Leest je zus eigenlijk liever jeugd- of volwassenliteratuur?
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 23 - Quizvraag

Leest je zus eigenlijk liever jeugd- of volwassenliteratuur?
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 24 - Quizvraag

Gebruikt u altijd katoenen of papieren zakdoekjes?
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 25 - Quizvraag

Gebruikt u altijd katoenen of papieren zakdoekjes?
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 26 - Quizvraag

Dit betekent eigenlijk gewoon 'korter schrijven' of 'woord(en) weglaten'.
landsgrenzen en provinciegrenzen   ->   lands- en provinciegrenzen
nationale wedstrijden en internationale wedstrijden  ->                          nationale en internationale wedstrijden
Marius reed te hard en Marius kreeg daarom een boete. -> 
Marius reed te hard en kreeg daarom een boete.


Samentrekking

Slide 27 - Tekstslide

Voorwaartse: het gezamenlijke deel wordt genoemd in het eerste deel en weggelaten in het laatste deel
  • een goedkope armband en een dure armband
  • een goedkope armband en een dure
Achterwaartse: het gezamenlijke deel wordt genoemd in het laatste deel en weggelaten in het eerste deel
  • in voorspoed en tegenspoed
  • in voor- en tegenspoed
Samentrekking

Slide 28 - Tekstslide

Een samentrekking kan voorkomen op drie niveaus.
  1. woordniveau: je laat een deel van het woord weg en plaatst een streepje (-)
  2. woordgroepsniveau: je laat één of meer woorden weg
  3. zinsniveau: je laat één of meer zinsdelen weg
Samentrekking

Slide 29 - Tekstslide

Een samentrekking kan voorkomen op drie niveaus.
1. woordniveau: je laat een deel van het woord weg en plaatst een streepje (-)
carnavalsfeesten en -optochten

2. woordgroepsniveau: je laat één of meer woorden weg
gescheiden mannen en vrouwen

3. zinsniveau: je laat één of meer zinsdelen weg
Jolinde gaat op de fiets en Tamar op de scooter
Wij schaatsten en onze kinderen sleeden in die strenge winter elke dag.
Samentrekking: voorbeelden

Slide 30 - Tekstslide

Wanneer mag je een samentrekking op zinsniveau gebruiken?

Samentrekken mag alleen als aan drie voorwaarden wordt voldaan:

1. de weggelaten woorden hebben dezelfde functie (zinsdeel, woordsoort),
2. dezelfde betekenis én
3. hetzelfde getal (enkelvoud/meervoud) als de woorden die blijven staan.
Samentrekkingen controleren

Slide 31 - Tekstslide


1. Functie: zinsdeel / woordsoort
2. Betekenis
3. Getal: enkelvoud / meervoud

Is alles gelijk, dan is de samentrekking correct.
Samentrekkingen controleren

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

voorbeeld 1
Tabitha heeft hoge cijfers, maar er ook hard voor gewerkt.

zin 1:                                                                   zin 2:
Tabitha = ow                                                   Tabitha = ow
Tabitha = naam van meisje                           Tabitha = naam van meisje
Tabitha = ev                                                     Tabitha = ev

Slide 34 - Tekstslide

voorbeeld 1
Tabitha heeft hoge cijfers, maar er ook hard voor gewerkt.

zin 1:                                                               zin 2:
heeft = pv en wg                                       heeft = pv en wg + gewerkt
heeft = zww                                                heeft = hww
heeft = ev                                                     heeft = ev

Slide 35 - Tekstslide

voorbeeld 1
Fout:
Tabitha heeft hoge cijfers, maar er ook hard voor gewerkt.

Goed: 
Tabitha heeft hoge cijfers, maar heeft er ook hard voor gewerkt. 


Slide 36 - Tekstslide

voorbeeld 2
Hij hield van haar en haar handen vast.

zin 1:                                                               zin 2:
hij = ow                                                         hij = ow
hij = persoon                                              hij = persoon
hij = ev                                                           hij = ev

Slide 37 - Tekstslide

voorbeeld 2
Hij hield van haar en haar handen vast.

zin 1:                                                               zin 2:
hield = pv en wg                                        hield = pv en wg + vast
hield = zww                                                 hield = zww
hield = ev                                                      hield = ev
andere betekenis

Slide 38 - Tekstslide

voorbeeld 2
Fout:
Hij hield van haar en haar handen vast.

Goed:
Hij hield van haar en hield haar handen vast.

Slide 39 - Tekstslide

Welkom!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten.

Pak e leesboek en ga lekker lezen!


5-12
timer
15:00

Slide 40 - Tekstslide