H6 Het weer - 6.4 Onweer

Onweer/ extreem weer
1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Onweer/ extreem weer

Slide 1 - Tekstslide

Voor vandaag
  • Vorige les 
  • Uitleg 5.4/6.4 --> in 2 delen
  • Opdrachten maken 
  • Opdrachten bespreken
  • Lesafsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 6.3 deze les
  • Ik weet hoe neerslag ontstaat
  • Ik weet wanneer neerslag valt
  • Ik weet wanneer het sneeuwt/ hagelt

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de fase van ijzel?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas

Slide 4 - Quizvraag

Welke uitspraak over sneeuw is waar?
A
Sneeuw bestaat uit kristallen.
B
Sneeuw is geen neerslag.
C
Sneeuw is een soort ijzel.
D
Sneeuw is waterdamp.

Slide 5 - Quizvraag

Klopt de volgende bewering?
Sneeuwvlokken ontstaan uit ijskristallen die tijdens het rijpen van waterdamp in een wolk.
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

H6 Het weer - 6.4 Onweer

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen hoe onweer ontstaat.
  • Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen bliksem en donder
  • Ik kan uitrekenen hoe ver bliksem van mij is verwijderd.
  • Ik weet hoe ik mijzelf kan beschermen bij onweer

Slide 8 - Tekstslide

Wat komt eerst? donder of bliksem
A
Donder
B
Bliksem

Slide 9 - Quizvraag

Snelheid van licht is veel groter dan snelheid van geluid 

Slide 10 - Tekstslide

Snelheid van licht is veel groter dan snelheid van geluid 
Vuistregel; 3 sec is 1 km, klopt die?

Slide 11 - Tekstslide

Ik kan uitleggen hoe onweer ontstaat.
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen bliksem en donder
Filmpje

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Hoe ontstaat onweer?
  • Door botsen warme/ koude lucht ontstaat wrijving 
  • Hierdoor positief en negatief geladen hagelstenen/ ijsdeeltjes
  • Groot verschil in elektrische spanning 

Slide 14 - Tekstslide

Hoe ontstaat onweer?
  • Een wolk kan zich opladen zoals bij een batterij gebeurd
  • Hoe warmer de opstijgende lucht, hoe groter de kans op onweer 
  • Wolk kan 10 km hoog zijn

Slide 15 - Tekstslide

Wat is bliksem, wat donder?
  • Als deeltjes wrijven, ontstaat statische elektriciteit.
  • Als het ladingsverschil groot wordt, vindt er een ontlading plaats. 
  • Deze ontlading ziet er uit als bliksem.  

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat is bliksem, wat donder?
  • Temperatuur van de flits kan 28.000 graden Celsius zijn
  • Lucht om de flits zet uit
  • Er ontstaat een geluidsgolf in alle richtingen
  • Je hoort donder


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Wat is de afstand tussen jou en bliksem?
  • Bliksem komt voor donder
  • Tijd tussen flits en donder bepaalt afstand
  • Afstand = snelheid x tijd
  • Geluid verplaatst zich met 343 m/s 
  • Afstand = 343 x t 
  • Afstand = 343 x 3 = 1029 m   (1 km)


Slide 20 - Tekstslide

Tussen de bliksem en donder zit 3 seconde tijdsverschil. wat is de afstand tussen jou en de bliksem?
A
ongeveer 500 m
B
ongeveer 1000 m
C
ongeveer 5000 m
D
ongeveer 10000 m

Slide 21 - Quizvraag

Klaar = begrippenlijst maken

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag KBL
Wat: Maken 6.4 BLZ 104 opdracht 1 t/m 12 
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd: 25 min 
Klaar: 1. Nakijken met nakijkboek 
            2. Begrippenlijst maken 

timer
8:00

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag
Wat KBL: Maken 6.4 BLZ 104 opdracht 1 t/m 12 
Wat BBL: Maken 5.4 BLZ 223 opdracht 1 t/m 8 +  17
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Klaar: 1. Nakijken met nakijkboek 
             2. Aan mij laten zien/ verder met begrippenlijst 

timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Wat is de afstand tussen jou en bliksem?
  • Bliksem komt voor donder
  • Tijd tussen flits en donder bepaalt afstand
  • Geluidssnelheid = 343 m/s

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Ik kan uitrekenen hoe ver bliksem van mij is verwijderd.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Snelheid berekenen
                           afstand                               
snelheid = -------------             
                               tijd                                

FORMULE VOOR AFSTAND?        

Slide 29 - Tekstslide

Afstand = snelheid x tijd
  • De tijd die tussen de bliksem en donder zit is 3 seconden, wat is de afstand van jou tot de bliksem?
  • Snelheid geluid is 343 m/s

Slide 30 - Tekstslide

voorbeeld berekening
De tijd die tussen de bliksem en donder zit is 3 seconden, wat is de afstand van jou tot de bliksem?
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • tijd = 3 sec (en geluidssnelheid = 343 m/s)
  • Afstand
  • Afstand = snelheid x tijd
  • Afstand = 343 x 3 = 1029 
  • Afstand is 1029 m 
timer
2:30

Slide 31 - Tekstslide

Ik weet hoe ik mijzelf kan beschermen bij onweer

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Beschermen bij onweer
Bliksemafleider
Kooi van Faraday
Klein mogelijk maken 
Stekkers uit stopcontact. 
open veld gaan staan
zwemmen
liggen op de grond
met paraplu lopen

Slide 34 - Tekstslide

Lekker in huis blijven
  • Bliksemafleider: geleid energie van bliksem naar de grond 
  • Koperen draad 
  • Doe wel even de stekkers eruit

Slide 35 - Tekstslide

Wat als je buiten bent?
  • Metalen voorwerpen geleiden de stroom goed
  •  Blijf tijdens onweer uit de buurt van lantaarnpalen, ijzeren hekken enz. 
  • Bomen geleiden beter elektriciteit dan lucht

Slide 36 - Tekstslide

Caravan veilig tijdens onweer?
A
Ja
B
Nee

Slide 37 - Quizvraag

Kooi van Faraday
  • Auto - Kooi van Faraday = het metalen omhulsel van de auto vloeit de elektrische lading naar de aarde af
  • Metaal geleidt stroom

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Eerder klaar = verder met 6.5 want volgende les herhaling en 6.5 samen

Slide 40 - Tekstslide

Aan de slag KBL
Wat: Maken 6.4 BLZ 105 opdracht 13 t/m 18a  
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd: 25 min 
Klaar: 1. Verder met 6.5

timer
8:00

Slide 41 - Tekstslide

Aan de slag
Wat KBL: Maken 6.4 BLZ 104 opdracht 1 t/m 18a
Wat BBL: Maken 5.4 BLZ 223 opdracht 1 t/m 18 (14, 15 niet) 
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd: 25 min 
Klaar: 1. Nakijkboek pakken en nakijken 2. Verder met begrippenlijst

timer
8:00

Slide 42 - Tekstslide

Toetsopdracht maken 

Slide 43 - Tekstslide

Bij minder dat 10 tellen is het onweer gevaarlijk dichtbij.
Hoe dichtbij?
A
340 m
B
3400 m
C
340 km
D
3400 km

Slide 44 - Quizvraag

Wat moet je NIET doen bij onweer?
A
Hurken
B
Zo klein mogelijk maken
C
Onder een boom gaan staan
D
In de auto gaan zitten

Slide 45 - Quizvraag

Je zwemt in een meer en het begint te onweren. Wat doe je?
A
Je blijft in het water
B
Je gaat uit het water en blijft aan de kant staan kijken naar het onweer
C
Je gaat uit het water en je gaat in een auto zitten
D
Je gaat uit het water en je gaat plat op de grond liggen

Slide 46 - Quizvraag

Je ziet de bliksem en hoort daarna de onweer. Bereken hoever de onweer van jou vandaan is.
Bliksem en 3 sec later de onweer.
A
680 meter
B
340 meter
C
1020 meter
D
2040 meter

Slide 47 - Quizvraag

Je ziet de bliksem en hoort daarna de onweer. Bereken hoever de onweer van jou vandaan is.
Bliksem en 7 sec later de onweer.
A
680 meter
B
2100 meter
C
1020 meter
D
2380 meter

Slide 48 - Quizvraag

Je ziet de bliksem en hoort daarna de onweer. Bereken hoever de onweer van jou vandaan is.
Bliksem en 12 sec later de onweer.
A
4080 meter
B
8160 meter
C
2720 meter
D
3400 meter

Slide 49 - Quizvraag

De onderkant van een onweerswolk is
A
positief geladen
B
negatief geladen

Slide 50 - Quizvraag

Onweerswolken kunnen wel tot 10 km hoog worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 51 - Quizvraag

De spanning in een onweerswolk kan oplopen tot 300 000 000 Volt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 52 - Quizvraag

Leerdoelen deze les
  • Ik kan uitrekenen hoe ver bliksem van mij is verwijderd.
  • Ik weet hoe ik mijzelf kan beschermen bij onweer

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Video

Slide 55 - Video

Einde van de les
  • Huiswerk: Maken 6.4 BLZ 105 opdracht 13 t/m 18  
  • Volgende les: verder met 3.4

Blijf zitten en wacht tot de bel is gegaan. 

Slide 56 - Tekstslide