De Maan en een raket en begrippen

De Maan: Schijngestalten en baan
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

De Maan: Schijngestalten en baan

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
opgaven 18 en 20 - laatste les
vorige les
opgaven 21-24
opgaven 28-30
opgaven 32-34
Rekenen met grote getallen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kan je vertellen in welke baan de maan beweegt en wat de schijngestalten van de maan zijn en hoe deze ontstaan.

Slide 3 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel en bespreek met de leerlingen wat ze al weten over de maan en haar beweging en schijngestalten.
Wat zijn isotopen

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan je over de Maan vertellen

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de beweging en schijngestalten van de maan?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen:
  • fossielen
  • halfwaardetijd
  • radioactieve straling
  • röntgenstraling
  • electromagnetische straling
  • achtergrondstraling
  • stofeigenschap
  • stralingsdosis
  • millisievert
  • dosislimitiet
  • kerncentrale
  • kernsplijting
  • kernfusie
  • Einstein

  • atomen en moleculen
  • atoomnummer
  • massagetal
  • kerndeeltjes
  • elektronenwolk
  • protonen
  • neutrolen
  • elementen
  • periodiek systeem
  • isotoop
  • Becquerel (Bq)
  • tracer
  • atoommodel van Rutherford
  • kernenergie

Slide 7 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel en bespreek met de leerlingen wat ze al weten over de maan en haar beweging en schijngestalten.
Begrippen:
  • Raketten
  • Satellieten
  • Geostationaire sateliet
  • polaire sateliet
  • Wat kost het om een kg in de ruimte te krijgen
  • Hoe lang duurt het om naar Mars te vliegen
  • De maan
  • De schijngestalten van de maan
  • Het zonnestelsel
  • De Astronomische Eenheid (AE)

  • Eb en vloed 
  • De lichtsnelheid c
  • Een lichtjaar
  • Sterren
  • Sterrenstelsel
  • Pulsar
  • Kernfusie
  • Zonsverduistering
  • Maansverduistering
  • Zwaartekracht op andere planeten - hoe groot is deze en wat betekend dit
  • APPSkyView Free

Slide 8 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel en bespreek met de leerlingen wat ze al weten over de maan en haar beweging en schijngestalten.
Practicum
Wat heb je nodig om naar de maan te gaan?

Slide 9 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel en bespreek met de leerlingen wat ze al weten over de maan en haar beweging en schijngestalten.

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Maan?
De Maan is een natuurlijk hemellichaam dat rond de Aarde draait.

Slide 11 - Tekstslide

Leg kort uit wat de maan is en hoe deze zich verhoudt tot de Aarde.
Baankringloop
De Maan draait in een baan rond de Aarde. Dit duurt ongeveer 28 dagen.

Slide 12 - Tekstslide

Beschrijf de baankringloop van de maan en gebruik eventueel een video of animatie om dit te verduidelijken.
Waarom zien we schijngestalten?
Doordat de Maan in een baan rond de Aarde draait, zien we steeds een ander deel van de Maan verlicht door de Zon.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit waarom we schijngestalten zien en hoe dit komt door de beweging van de maan en de stand van de zon en de aarde.
Volle Maan
Tijdens Volle Maan zien we de hele voorkant van de Maan verlicht door de Zon.

Slide 14 - Tekstslide

Beschrijf de schijngestalte van de Volle Maan en gebruik eventueel een afbeelding om dit te verduidelijken.
Eerste Kwartier
Tijdens Eerste Kwartier zien we de helft van de voorkant van de Maan verlicht.

Slide 15 - Tekstslide

Beschrijf de schijngestalte van het Eerste Kwartier en gebruik eventueel een afbeelding om dit te verduidelijken.
Laatste Kwartier
Tijdens Laatste Kwartier zien we de helft van de achterkant van de Maan verlicht.

Slide 16 - Tekstslide

Beschrijf de schijngestalte van het Laatste Kwartier en gebruik eventueel een afbeelding om dit te verduidelijken.
Nieuwe Maan
Tijdens Nieuwe Maan zien we geen verlichte kant van de Maan.

Slide 17 - Tekstslide

Beschrijf de schijngestalte van de Nieuwe Maan en gebruik eventueel een afbeelding om dit te verduidelijken.
Wassende Maan
De schijngestalte van de Maan verandert van Nieuwe Maan naar Volle Maan. Dit noemen we de Wassende Maan.

Slide 18 - Tekstslide

Beschrijf de schijngestalte van de Wassende Maan en gebruik eventueel een afbeelding om dit te verduidelijken.
Afnemende Maan
De schijngestalte van de Maan verandert van Volle Maan naar Nieuwe Maan. Dit noemen we de Afnemende Maan.

Slide 19 - Tekstslide

Beschrijf de schijngestalte van de Afnemende Maan en gebruik eventueel een afbeelding om dit te verduidelijken.
Maansverduistering
Een Maansverduistering vindt plaats wanneer de Aarde tussen de Zon en de Maan in staat, waardoor de Maan in de schaduw van de Aarde valt.

Slide 20 - Tekstslide

Leg kort uit wat een maansverduistering is en hoe deze ontstaat.
Oefening
Maak de volgende zin af: Tijdens Nieuwe Maan zien we...

Slide 21 - Tekstslide

Gebruik deze slide om de kennis van de leerlingen te testen en bespreek het antwoord daarna klassikaal.
Oefening
Teken de verschillende schijngestalten van de Maan in de juiste volgorde op een vel papier.

Slide 22 - Tekstslide

Gebruik deze slide als een interactief element en laat de leerlingen individueel of in groepjes de schijngestalten tekenen.
Samenvatting
De Maan beweegt in een baan rond de Aarde en heeft verschillende schijngestalten. Dit komt doordat we steeds een ander deel van de Maan verlicht zien door de Zon.

Slide 23 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en bespreek deze nogmaals klassikaal.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 25 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 26 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.