238_19-5

Welcome

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welcome

Slide 1 - Tekstslide

What's today's plan?
  • Looking back: adjectives
  • Vocabulary
  • Studiemeter
  • Riddle of today:
  • What two keys can’t open any door? (answer at end of class)

Slide 2 - Tekstslide

Goals for this lesson:
By the end of this class you'll:
refreshed more words of Unit 4 vocabulary 

Slide 3 - Tekstslide

Adjectives = bijv nw
Een bijvoeglijk naamwoord gebruik je om iets of iemand 
te omschrijven. Een bijvoeglijk naamwoord wordt vaak gevolgd door een zelfstandig naamwoord.

That is an amazing girl.
We all love that funny movie.
I think he is a terrible teacher.


Slide 4 - Tekstslide

Adjectives
*Je zet een bijvoeglijk naamwoord voor het zelfstandig naamwoord.
*Bij sommige zinnen zet je ze achter het werkwoord.
Dit is bij de volgende werkwoorden: 
to be (am, are, is, was ,were, been), to look, to appear, to seem.


Slide 5 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord (adjective)
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Het mooie meisje                 The beatiful girl
Een makkelijk vak                  An easy subject
De fantastische show         The fantastic show
Een zelfstandig naamwoord is een ding, dier of mens (en je kunt er vaak de, het of een voor zetten.)

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een bijwoord?

Slide 7 - Woordweb

Bijwoord (adverb)
Een bijwoord zegt iets over een werkwoord.   (actie in de zin).


Madonna sings beautifully. ("beautifully" zegt iets over "sings".)


Hoe maak je een bijwoord?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord of bijwoord?
It is a beautiful ship.

A
Adjective (bijvoegelijknaamwoord)
B
Adverb (bijwoord)

Slide 10 - Quizvraag

Bijvoeglijk naamwoord of bijwoord?
Jack falls beautifully.

A
Adjective (bijvoegelijknaamwoord)
B
Adverb (bijwoord)

Slide 11 - Quizvraag

Match the opposite (tegenovergestelde) adjectives
good
lucky
always
quiet
clear
important
untidy
unimportant
never
unlucky
bad
nosy

Slide 12 - Sleepvraag

Als een adjective iets zegt over een zelfstandig naamwoord. Wat zijn hier dan de adjectives?
wel adjective (bijvoeglijk naamwoord) 
Geen adjective (bijvoeglijk naamwoord)
ugly
dog
extremely
dead
carefully
careful

Slide 13 - Sleepvraag

Vocabulary Unit 5

Slide 14 - Tekstslide

1. provide

Slide 15 - Open vraag

2. experienced

Slide 16 - Open vraag

FILL THE GAP!
3. There are so many new ( uitvindingen )
.................. nowadays, it is incredible!

Slide 17 - Open vraag

FILL THE GAP:
4. The ............................(ontwikkeling) of children and young children contains 5 areas.

Slide 18 - Open vraag

TRANSLATE:
5. Stel je voor dat alle mensen
in vrede leven

Slide 19 - Open vraag

STUDIEMETER TODAY:
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide