H5.1. lading en spanning

H5.1 lading en spanning
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H5.1 lading en spanning

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kom je elektriciteit tegen in het dagelijkse leven?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het atoom

Slide 4 - Tekstslide

Vraag: hoe bekent zijn jullie met het idee dat alles is opgebouwd uit atomen?
Lading 
2 soorten lading:
  • Positieve lading(+)
  • Negatieve lading(-)

  • Als een voorwerp statisch geladen is, heeft het voorwerp te veel positieve of te veel  negatieve lading.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wrijving
  • Bij wrijving springen elektronen over van staaf naar doek, de staaf wordt positief geladen en de doek negatief.

  • Bij wrijving verplaats je altijd de negatieve lading!

  • Elektronen zijn negatief geladen deeltjes

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Feiten 
In een stroomkring stromen elektronen van de negatieve pool (-) naar de positieve pool (+), maar de stroom loopt van positief (+) naar negatief(-).

Een spanningsbron moet lange tijd een stroom kunnen laten lopen. Daarvoor gebruik je een batterij, accu of dynamo.



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spanning
Spanning is het ladingsverschil. Elektronen aan de negatieve kant willen naar de positieve kant, zonder een verbinding is er een verschil van lading, genoemd spanning. de spanning meet je in voltage (V).

 Elektronen bewegen van - naar + wanneer er een geleidende verbinding wordt gemaakt. er zal een elektrische stroom (A) gaan lopen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Demo

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De twee ballen zijn op dezelfde manier geladen
De ene bal is geladen, de andere niet
De twee ballen zijn helemaal niet geladen

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heten de deeltjes die overspringen van een voorwerp?
A
positieve lading
B
elektronen
C
spanningsdeeltjes

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is een voorwerp (elektrisch) neutraal
A
Wanneer zich in het voorwerp meer positieve als negatieve lading bevindt
B
wanneer er in zich in het voorwerp meer negatieve als positieve lading bevindt
C
Wanneer er precies evenveel positieve als negatieve lading in een voorwerp zit
D
wanneer het voorwerp neutrale lading bevat

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat gebeurd er wanneer er wrijving plaatsvind tussen een ballon en een trui.
A
Door de wrijving zullen negatieve deeltjes overspringen naar de ballon, de ballon is negatief geladen en de trui positief.
B
Door de wrijving zal de ballon elektrisch neutraal worden
C
Door de wrijving zullen de negatieve deeltjes overspringen naar de ballon. de ballon en de trui zullen beiden negatief geladen zijn
D
Er gebeurt niets

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak is juist, in een stroomkring.....
A
stromen elektronen van negatief (-) naar positief(+) en de stroom loopt van positief(+) naar negatief(-)
B
stromen elektronen van positief (+) naar negatief(-) en de stroom loopt van negatief (-) naar positief(+)
C
stromen elektronen van positief (+) naar negatief(-) en de stroom loopt van positief(+) naar negatief(-)
D
stromen elektronen van negatief (-) naar positief(+) en de stroom loopt van negatief(-) naar positief(+)

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk: §5.1 opgave 1 t/m 9

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies