klas 2 les 3.1

Wat noem je hetzelfde als een voltijdbaan?
A
parttimebaan
B
uitzendbaan
C
flexibele baan
D
fulltimebaan
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wat noem je hetzelfde als een voltijdbaan?
A
parttimebaan
B
uitzendbaan
C
flexibele baan
D
fulltimebaan

Slide 1 - Quizvraag

Wat is een vacature?
A
Een vacature is een manier om te solliciteren
B
Een vacature is een baan die niet mee beschikbaar is
C
Een vacature is een baan die vrij is
D
Een vacature is een manier om te solliciteren

Slide 2 - Quizvraag

Kay wil solliciteren op een baan als auto-ontwerper. Kay is...

A
aanbod van arbeid
B
vraag naar arbeid

Slide 3 - Quizvraag

Bij een cirkeldiagram betekent een volle cirkel:
A
360 %
B
100 %
C
Hangt er vanaf

Slide 4 - Quizvraag

De arbeidsmarkt is ......
A
de vraag naar arbeid
B
de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid
C
het aanbod van arbeid

Slide 5 - Quizvraag

Wat is arbeidsverdeling
A
Dat je het werk dat je doet verdeelt over je personeel
B
Je hebt mensen hebt mensen die leiding geven en mensen die het werk uitvoeren
C
Dat iedereen werkt
D
Dat je allemaal dezelfde baan hebt.

Slide 6 - Quizvraag

Bekijk het staafdiagram. In welke maand was de nettowinst het laagst?
A
Januari
B
Februari
C
Maart
D
April

Slide 7 - Quizvraag

Scholing is ......
A
De vervelende regel dat je naar school moet tot je 18e.
B
Een opleiding waarin je leert voor een baan.
C
Meerdere scholen bij elkaar.
D
Een school van de ING-bank.

Slide 8 - Quizvraag

Een baan waarvoor iemand wordt gezocht, noemen we....
A
Een factuur
B
Een vacature
C
Een fractuur
D
Een advertentie

Slide 9 - Quizvraag

Arbeidsverdeling zorgt voor
A
dat er niemand werkt
B
dat de het werk opdeelt in delen
C
dat iedereen kan doen waar hij/ zij goed in is
D
geschoold werk

Slide 10 - Quizvraag

Wie heeft een voltijdbaan?
A
Ans werkt 2 dagen per week als secretaresse
B
Jos werkt op ma.dag t/m vrijdag, 7 uur per dag.
C
Stef werkt op ma.dag t/m donderdag , 9 uur per dag
D
Esther werkt 32 uur per week.

Slide 11 - Quizvraag

Wie is het aanbod op de arbeidsmarkt?
A
Bedrijven en instellingen die werk aanbieden.
B
Mensen die werk aanbieden.

Slide 12 - Quizvraag

'Solliciteren'
A
De beëindiging van een baan
B
Solderen op je werk
C
Een werknemer laten weten dat je een bepaalde baan wilt.
D
Een werkgever laten weten dat je een bepaalde baan wilt.

Slide 13 - Quizvraag

Bij een deeltijdbaan werk je het volledig aantal uren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Bekijk de cirkeldiagram.

Uit welk land importeren we het meest?
A
Duitsland
B
België
C
China
D
Verenigd Koninkrijk

Slide 15 - Quizvraag

Welk begrip past bij de volgende omschrijving?
Een opleiding of cursus volgen waarin je leert voor een baan.
A
Arbeidsverdeling
B
Fulltimebaan
C
Scholing
D
Vacature

Slide 16 - Quizvraag

Als je 24 uur wilt werken. Wat voor baan zoek je dan?
A
Deeltijdbaan
B
Voltijdbaan
C
Duobaan
D
Vrijwilligerswerk

Slide 17 - Quizvraag