1.4 - B - Egypte, een machtige staat

1.4 Egypte een machtige staat
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.4 Egypte een machtige staat

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Leerdoel
  • Terugblikken
  • Godsdienst in Egypte
  • Egyptische godsdienst en het christendom? 
  • Socrative/vragen SO
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke rol godsdienst speelde in het leven van Egyptenaren en Mesopotamiërs. 

Slide 3 - Tekstslide

Egyptische goden en bestuur (1) 
  • Honderden goden in Egypte: polytheïsme: geloof in meerdere goden. 

  • De farao was de goddelijke zoon van Re. Ook stelde hij priesters aan. Zij onderhielden het contact met de goden. 

  • Geloof in dezelfde goden zorgt voor eenheid in het rijk.

Slide 4 - Tekstslide

Egyptische goden en bestuur (2) 
  • In de tempels werden goden vereerd en offers gebracht. 

  • Zonder verering zou de zon niet schijnen en zou de Nijl droogvallen.

  • Vereren van natuurkrachten: natuurgodsdienst.

  • Natuurgodsdiensten in  Azië en Afrika..



Slide 5 - Tekstslide

Osiris
  • Oppergod (belangrijkste god) Hij wordt gezien als eerste koning van Egypte.

  • Vermoord door zijn jaloerse broer Seth. 

  • Kaïn en Abel

  • Begraven in een tombe, maar opgestaan uit de dood. 

Slide 6 - Tekstslide

Isis
  • Godin van de Vruchtbaarheid

  • Thoth zegt Isis dat zij zal bevallen van een zoon.

  • Heeft haar zoon Horus als maagd gebaard: zwanger van geest Osiris.

  • Jezus en Maria en de onbevlekte ontvangenis. 

Slide 7 - Tekstslide

Horus
  • God van de koningen en god van de zon.

  • Zoon van Osiris en Isis. Geboren op 25 december.  Drie koningen gaven hem cadeaus. 

  • Afgebeeld als havik.

  • Ook afgebeeld met 12 roeiers.
    (Jezus en 12 apostelen) 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Anubis
  • God van het Dodenrijk
    (Kop van een) jakhals

  • Jakhalzen werden vaak gezien in de buurt van graven

  • Het wegen van het hart, als het hart zo licht is als een veertje, mag de persoon door naar het dodenrijk. 

  • Petrus? 

Slide 10 - Tekstslide

Leven na de dood
  • Grafkamers dus geloof in een hiernamaals.

  • Grafgiften. 

  • Dodenboeken:
    42 bekentenissen.
    - Ik heb geen man of vrouw gedood. 
    - Ik heb niet gestolen.
    - Ik heb geen andere vrouwen verleid.
    -  Ik lieg niet.
    -  Ik heb de goden niet vervloekt. 




Slide 11 - Tekstslide

Vallei der Koningen 
  • Koningen en hoge ambtenaren werden begraven in piramides.

  • Piramides werden gebouwd door arbeiders, die werden hiervoor beloond. 

  • Piramides werden leeggeroofd.

  • De vallei der Koningen.

Slide 12 - Tekstslide

Mummificeren
  • Het lichaam moet goed blijven.
    Men moet heelhuids het dodenrijk betreken. 


  • Alles dat ervoor zorgt dat het lichaam kan gaan rotten moet eruit (organen en vocht).

Slide 13 - Tekstslide

  • Eerst worden de organen verwijderd. Deze worden in speciale vazen gedaan: canopen.
  • Vervolgens wordt er een berg zout over het lichaam gelegd om al het vocht uit het lichaam te krijgen.

Slide 14 - Tekstslide

  • Daarna wordt het lichaam in doeken gewikkeld, zodat er een mummie ontstaat
  • Het hart is teruggeplaatst, onder een amulet van een scarabee, maar alle andere organen worden bewaard in canopen.

Slide 15 - Tekstslide

  • Het lichaam wordt na ongeveer 70-90 dagen schoongemaakt en gebalsemd met geurige olie.
  • Alle lichaamsholten worden gevuld met doeken, stro, klei en kruiden.

Slide 16 - Tekstslide

Welk woord weg? 
Drie begrippen, één hoort er niet bij:
1. Waarom hoort dat begrip er niet bij?
2. Waarom horen de andere begrippen wel bij elkaar?

Slide 17 - Tekstslide

Socrative/zelfstandig werken
Test je kennis over paragraaf 1.6. 


Ben je daar mee klaar? Ga verder met de verdieping op paragaaf 1.7 en 1.8.



Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen


  • Aan het einde van deze les kun je uitleggen hoe de Egyptenaren dachten over het hiernamaals. 

Slide 19 - Tekstslide