Dementie

Dementie
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
ziekteleerMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Dementie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

we gaan het eerst hebben over vorige week. Ik geef het woord aan Tjarda. 
Hierna volgt een quiz over afgelopen lessen. 
Iemand ziet er bleek uit, heeft hoofdpijn, is moe en beeft. Wat is er aan de hand?
A
Hypo
B
Hyper

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is diabetes mellitus?
A
Hyper en hypo
B
Suikerziekte
C
Dit noem je als iemand iets zoets heeft gegeten.
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je mag de nagels van een zorgvrager met diabetes niet verzorgen omdat
A
De zorgvrager een hypo kan krijgen
B
De zorgvrager minder gevoel heeft in handen en voeten
C
De zorgvrager een hyper kan krijgen
D
De zorgvrager kan gaan beven

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is osteoporose?
A
Botontkalking
B
Bloedarmoede
C
Diabetes

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van onderstaande ziekten vallen onder dementie? (meerdere antwoorden juist)
A
Osteoporose
B
Ziekte van Alzheimer
C
Parkinson
D
Beroerte

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met diabetes mellitus heb je een verhoogde kans op?
A
eczeem
B
hartproblemen
C
osteoporose
D
benauwdheid

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze foto is een voorbeeld van...
A
Ziekte van Paget
B
Osteoporose
C
Ziekte van Bechterew
D
Fractuur

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Reuma is...
A
Een aandoening van gewrichten en botten
B
Een aandoening van pezen
C
Een aandoening van spieren
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een verzamelnaam voor chronische aandoeningen aan de gewrichten, spieren en pezen, noemt men:
A
Artrose
B
Chronisch gewrichtsreuma
C
Reuma
D
Reumatoïde artritis

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een TIA verdwijnen alle symptomen na een aantal dagen, weken of maanden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

na 24 uur verdwijnen de symptomen. 
Bij een TIA ( Transient Ischemic Attack) verdwijnen alle symptomen binnen 24 uur en zijn er geen restverschijnselen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een CVA?
A
Hartinfarct
B
Herseninfarct
C
Hersenbloeding
D
Beroerte

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de oorzaak van longoedeem is
A
hartfalen
B
asma
C
longemfyseem
D
cva

Slide 15 - Quizvraag

bij longoedeem lekt vocht uit de bloedvaten in het longweefsel. Het kan terechtkomen in het weefsel tussen de bloedvaten en de longblaasjes of in de longblaasjes zelf.  Hierdoor kan het bloed minder zuurstof opnemen. 
Vasculaire dementie kan het gevolg zijn van:
A
Een hartinfarct
B
Een beroerte
C
Een longembolie

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een beroerte in de rechterhersenhelft kan verlamming aan de linkerzijde veroorzaken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we een verstopping in de bloedvaten van de hersenen?
A
hartinfarct
B
beroerte

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dementie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
De student kan vertellen wat dementie inhoudt. 
 
De student weet het verschil tussen dementie en een delier. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

jullie kunnen ook naar de link van alzheimer stichting. 

ik zet het in de chat, zodat je dit ook kunt bekijken. Hierin staan signalen en symptomen van dementie. Dit kan je erg helpen met opdrachten maken, dus bekijk het graag! 

https://www.alzheimer-nederland.nl/dementie/herkennen-symptomen/symptomen
Wat is dementie?
A
dementie is vergeetachtigheid
B
dementie is een syndroom

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Delier is soms lastig te onderscheiden van dementie. Welke voornamelijk?
A
Lewy body dementie
B
Alzheimer dementie
C
Vasculaire dementie
D
MCI

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen delier en dementie? 

Slide 24 - Tekstslide

Delier kan ontstaan door een ziekte, een operatie een ongeval of door medicijnen. Vaak kan de oorzaak behandelt worden waardoor het delier verdwijnt.  Bij dementie is het dus blijvend. 

dit zijn dan de verschillen: 

1. Dementie is vaak een langzaam, geleidelijk proces. Terwijl een delier vrij snel ontstaat: van het ene op het andere moment kan een patiënt verward en onrustig worden. Er is een duidelijk verschil in de manier van gedragen waar te nemen.

2. bij een delier kan het beloop over de dag heen erg wisselen. Bij een dementie is het beloop meestal veel geleidelijker. Met name in de avond en nacht kun je zien dat een delier de kop opsteekt, terwijl er overdag nauwelijks iets te merken was. Bij een dementie is het beloop meestal veel geleidelijker en gaat een cliënt langzaam achteruit.

3. Bij een delier is er sprake van een wisselend bewustzijn. Bij een (beginnende) dementie is het bewustzijn helder.

4. Bij een delier is de aandacht (concentratie vasthouden en kunnen verplaatsen) gestoord, bij een beginnende dementie niet.

5. Bij een delier is er vaker sprake van hallucinaties. Een hallucinatie betekent dat iemand iets hoort, ziet of voelt wat er in werkelijkheid niet is. Hallucinaties kunnen beangstigend zijn, maar ook prettig. Iemand met dementie kan ook hallucinaties hebben, maar dan vaker in een later stadium van de ziekte.



De verschillen tussen de lier en dementie 
  •  Dementie is vaak een langzaam, geleidelijk proces. Terwijl een delier vrij snel ontstaat
  • Bij een delier kan het beloop over de dag heen erg wisselen. Bij een dementie is het beloop meestal veel geleidelijker. 
  • Bij een delier is er sprake van een wisselend bewustzijn. Bij een (beginnende) dementie is het bewustzijn helder.
  • Bij een delier is de aandacht (concentratie vasthouden en kunnen verplaatsen) gestoord, bij een beginnende dementie niet.
  • Bij een delier is er vaker sprake van hallucinaties. Iemand met dementie kan ook hallucinaties hebben, maar dan vaker in een later stadium van de ziekte.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan jij doen als helpende bij een delier?
  • Voor rust zorgen
  • Laat de zorgvrager niet alleen 
  • Spreek in korte eenvoudige zinnen 
  • Zorg voor normaal dag/nacht ritme (overdag opstaan en bewegen. 

Slide 26 - Tekstslide

dit zijn een aantal punten, maar je hebt er nog veel meer.... 
Wat kan jij doen als helpende bij zorgvrager met dementie?
  • Probeer zoveel mogelijk naasten bij de zorg te betrekken i.v.m.. herkenbaarheid en vertrouwen. 
  • Humor werkt ook over het algemeen goed 
  • kom samen met je zorgvrager in beweging 
  • zorg voor structuur in het leven (bijvoorbeeld: kalender ophangen en de klok).

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies







 Blz. 64 t/m 69 Online inleveropdracht

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedback

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziektebeeld

Slide 30 - Tekstslide

Ik geef het woord aan Tjarda